Historisch en hoopgevend akkoord bankenunie

Met dank overgenomen van P.J.G. (Paul) Tang i, gepubliceerd op zondag 6 april 2014, 15:06.

Het is maar weinigen opgevallen en het raakte volledig ondergesneeuwd door al het mediageweld over de gemeenteraadsverkiezingen en de uitspraken van Wilders: het akkoord dat Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem recent sloot met het Europees Parlement over de zogenoemde bankenunie.

Zo gaat dat wel vaker bij historische besluiten in Brussel. Ze zijn vaak het resultaat van ellenlange onderhandelingen achter gesloten deuren, zijn verdomd technisch en daarom volstrekt oninteressant voor een pakkende kop op de voorpagina. Toch doet dat het akkoord van vorige week geen recht. Het was wellicht het meest hoopgevende besluit dat de afgelopen jaren in Brussel genomen is.

Want terwijl Europa langzaam maar zeker opkrabbelt uit de modder van de crisis is met dit akkoord een eerste belangrijke stap gezet om een volgende crisis te voorkomen. Achtentwintig landen laten zien dat ze de bereidheid hebben om samen te werken aan de belangrijkste spelregels die moeten voorkomen dat we een herhaling van de afgelopen jaren nog eens meemaken. De bankenunie zorgt ervoor dat banken weerbaarder worden doordat ze simpelweg meer geld in kas hebben. Ook zorgt de bankenunie ervoor dat banken gezamenlijk voor elkaar garant staan zodat er niet aangeklopt hoeft te worden bij de belastingbetaler. De belegger en de aandeelhouder die namens de bank het risico nemen, lopen nu ook het daadwerkelijke risico.

Dat werd hoog tijd. Niet om beleggers en bankiers te pesten maar omdat de spelregels die de markt in de greep horen te houden de afgelopen jaren niet functioneerden. Een wankelende financiële sector kan hele landen destabiliseren; Ierland, Spanje en Cyprus zijn daarvan tragische voorbeelden. Voortaan betalen de eigenaren van die banken zelf: geen bail-out, maar bail-in. Dat is een cruciale stap voor niet alleen voor de belastingbetaler maar ook voor de samenleving als geheel: perverse prikkels die ten grondslag lagen aan de crisis worden ontmanteld en dat is pure winst.

Die gezamenlijke bereidheid moeten we benutten om een volgende stap te zetten. De financiële crisis werd veroorzaakt door een chronisch tekort aan spelregels voor de markt, maar hij sloeg om in een economische crisis doordat banken en overheden niets anders konden dan elkaar vasthouden. Dat kende twee kanten. Ten eerste konden overheden weinig anders dan bijspringen met miljardeninjecties om spaargelden te waarborgen en te voorkomen dat banken failliet gingen die de basis vormden onder ons economische bestel. Ten tweede werden banken getroffen door de oplopende problemen in de overheidsfinanciën. Overal ter wereld zagen banken en pensioenfondsen beleggingen verdampen toen bijvoorbeeld de waarde van Griekse staatsobligaties tot nagenoeg nul gereduceerd werd. Om herhaling van dat laatste te voorkomen is de bankenunie alleen niet voldoende. Daar is een tweede stap voor nodig.

Want banken zijn de afgelopen jaren verslaafd geraakt aan staatsobligaties. Een steeds groter gedeelte van wat banken uitlenen gaat naar overheden. Als landen in financiële problemen komen trekken ze banken weer onder water. Daarnaast gaan de investeringen van staatsobligaties ten koste van de kredietverlening aan MKB-bedrijven of huishoudens. Sinds de start van de crisis in september 2008 is de totale omvang van staatsobligaties op de Europese bankbalansen explosief gegroeid, van minder dan 2.500 miljard euro in 2008 tot bijna 3.500 miljard eind 2013. De investeringen in bedrijven en huishoudens liepen daarentegen terug. Probeer nog maar eens geld los te krijgen voor een bedrijf of voor een huis.

Waarom doen banken dat? Dat heeft twee hoofdredenen.

Allereerst hoeven banken nu geen kapitaal aan te houden voor de leningen die zij aan overheden verstrekken, een zogeheten nulweging of zero risk weight. Financiële regelgeving behandelt staatsobligaties als risicovrije belegging, terwijl de Europese schuldencrisis juist laat zien dat ze dat niet zijn. Het Zwitserse UBS ging bijna ten onder door de vele Griekse staatsobligaties. Met dit in het achterhoofd is er geen enkele reden waarom staatsobligaties anders zouden moeten worden behandeld dan normale activa. Dat betekent dat banken, net als voor de andere leningen die zij verstrekken, kapitaal moeten aanhouden op basis van de kans van wanbetaling. Griekenland is nou eenmaal niet hetzelfde als Duitsland, en de obligaties van die landen zouden dus ook niet hetzelfde moeten worden behandeld.

Ten tweede worden staatsobligaties in de regelgeving gezien als liquide activa van de hoogste kwaliteit, waardoor banken worden gestimuleerd om extra staatsobligaties op te kopen. De crisis heeft echter duidelijk gemaakt dat staatsobligaties niet altijd liquide zijn: de afgelopen jaren kon je Griekse, Ierse en Portugese staatsobligaties maar moeilijk kwijt. Om die reden zouden niet alle staatsobligaties meer als meest liquide activaklasse moeten worden bestempeld. Slechte staatsobligaties zijn als een koophuis in een spookdorp: je komt er nooit meer vanaf.

De bankenunie redt de belastingbetaler van instortende banken in de toekomst. Nu is het tijd de banken te dwingen zich onafhankelijk te maken van instortende overheden in de toekomst. Want om het profijt voor aandeelhouders en beleggers zo hoog mogelijk te houden - en daarmee ook de eigen bonussen - vergrijpen banken zich momenteel aan juridisch risicoloze staatsobligaties waarmee ze zich in de praktijk op ongezonde mate vastklampen aan overheden. Dat mag op korte termijn gunstig zijn voor banken en beleggers, het brengt een risico op herhaling mee dat we niet kunnen en mogen dulden. Banken verzetten zich tegen aanpassing van de regelgeving om het belang van markten te laten prevaleren boven het belang van mensen. Aandeelhouders en beleggers boven spaarders en belastingbetalers: ook hier zijn dus extra spelregels noodzakelijk.

Dat vereist een volgende stap in Europa: het hard ingrijpen in de huidige regels die stimuleren dat banken staatsobligaties kopen. Dagdromers die meer regelgeving niet noodzakelijk vinden en doemdenkers die samenwerking in Europa als bedreiging zien zullen overtuigd moeten worden. Alleen zo komen overheden en banken uit hun verstikkende omhelzing werken en kunnen we volgende crises voorkomen. Bovendien dwingt dat banken zich weer te richten op hun kerntaak: geld lenen en uitlenen aan bedrijven en huishoudens, het dienen van de belangen van spaarders. Een mooi debat voor de komende Europese verkiezingen!

Dit artikel schreef ik samen met collega Henk Nijboer