Naar een beter Europa - Hoofdinhoud
Over zeven weken gaan we naar de stembus om een nieuwe samenstelling van het Europees Parlement te kiezen. Vandaag debatteerde de Tweede Kamer met het kabinet over de ‘Staat van de Unie’. Hoe staat het met de Europese samenwerking en waar gaan we heen?
De PvdA wil dat we naar een beter Europa gaan. Wij zijn niet van het Europa van de doemdenkers en ook niet van het Europa van de dagdromers.
De Europese Unie is meer dan een Europese markt voor multinationals of financiële instellingen. Wat de PvdA betreft gaan de schouders eronder en werken we aan een beter Europa dat de economie aanjaagt, banen schept, zekerheid biedt en samenwerkt voor een veiligere wereld. Een sterker en socialer Europa.
Dat is de boodschap die ik vandaag in het debat over de Staat van de Unie heb uitgedragen. En daarvoor zijn geen gemakkelijke oplossingen, hoe ongemakkelijk dat ook klinkt. Doemdenken en weglopen klinkt simpel, maar daarmee verbrand je alle schepen achter je. En eenvoudige mooipraterij is ook te simpel, want het adresseert de problemen die we toch echt hebben niet.
Er zijn drie prioriteiten die de PvdA nu op de agenda van een betere Europese Unie ziet. Allereerst willen we naar een beter Europa dat meer zekerheid biedt voor mensen. Geen race naar de bodem maar de zekerheid van fatsoenlijke werkomstandigheden. Geen financiële rommelproducten, maar de zekerheid van stabiele banken die werken voor mensen en ondernemers en de rekening van hun speculaties zelf betalen. Geen oneerlijke of onwettige verdringing door werknemers uit andere Europese landen, maar eerlijke concurrentie en de zekerheid van gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek. De PvdA wil dat malafide uitzendbureaus worden aangepakt en dat nationale arbeidsinspecties beter gaan samenwerken om zo tot een eerlijkere arbeidsmarkt te komen.
Ten tweede willen we naar een beter Europa dat de economie aanjaagt om banen te scheppen. Een Europa dat de rekening van de crisis eerlijk deelt. De PvdA staat voor gezonde overheidsfinanciën, die zijn immers nodig voor een krachtige verzorgingsstaat voor de generaties na ons. Maar begrotingsnormen moeten wel meer in evenwicht gebracht worden met de sociale normen. Landen die orde op zaken stellen en de zogenoemde verdienkracht in hun economie herstellen, moeten onder voorwaarden extra tijd kunnen krijgen. Veel te veel Nederlanders en Europeanen zitten zonder werk. Dat is slecht voor de gezinnen en families die aan het eind van de maand geld te kort komen, maar ook voor onze economieën en de toekomst van Europa.
Ten derde willen we naar een betere Europese Unie, die eenheid uitstraalt. Het lukt de EU nog niet om op het internationale politieke toneel de krachten te bundelen. Ik hoef de Krim-crisis maar te noemen of de nog steeds dooretterende, mensenlevens verslindende burgeroorlog in Syrië. Dit alles gebeurt aan de grenzen van Europa en het lukt ons niet om de negatieve spiraal in deze crises te doorbreken, en ook dat moet beter.
We moeten daarom de handen uit de mouwen steken. Niet lullen maar poetsen, om tot een betere EU te komen. Een sterkere en socialere EU voor de Europese burgers. Niet dagdromen of doemdenken, maar aan de slag. Daar gaan de verkiezingen op 22 mei over.