Slimme inzet warmtepompen optimaliseert inzet duurzame stroom

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op zondag 16 februari 2014, 15:15.

Samen met mijn VVD-collega René Leegt was ik gistermiddag op werkbezoek aan het Couperus smart grid in Den Haag/Ypenburg. Netbeheerder Stedin, energieleverancier Eneco, warmtepompleverancier ITHO en smart-grid-software ontwikkelaar IBM testen een aantal besturingsstrategieën om de de energievraag bij een complex van 300 woningen op basis van de beschikbaarheid van windstroom.

de installatieruimte met de pompen voor de warmte-koude-opslag (WKO), de aanvoertemperatuur van het grondwater schommelt rond de 10 graden.

De woningen worden verwarmd en gekoeld door middel van individuele warmtepompen, aangesloten op een collectief systeem van warmte-koud-opslag. De warmtepomp houdt een (200 liter, 60 graden) buffervat voor warmtapwater op temperatuur en voedt daarnaast de lage temperatuur ruimteverwarming (40 graden). Het experiment bestaat eruit dat de helft van de warmtepompen gestuurd worden door de beschikbaarheid van windstroom. De andere helft is een controlegroep, waarbij de warmtepomp direct aanslaat als de thermostaat warmte vraagt of er warmwater getapt wordt.

De doelstelling van het smart grid proefproject is meerledig. Allereerst het vergroten van de flexibiliteit van de elektriciteitsvraag door toestellen (in dit geval warmtepompen) te laten sturen door het actuele elektriciteitsaanbod en -vraag. Dit gebeurt via een prijssignaal: bij een groot aanbod en een kleine vraag daalt de prijs, en bij een klein aanbod en grote vraag stijgt de prijs. Software (de zg PowerMatcher) bepaalt aan de hand van de prijs wanneer het voor de gebruiker interessant is om elektriciteitsvraag uit te stellen, of juist extra elektriciteit te gebruiken om een warmtebuffer te vullen.

Natuurlijk is de datacollectie en -verwerking voor zo’n systeem complex, de proef is dus mede bedoeld om ervaring op te doen met dit aspect. Een laatste belangrijk aspect is onderzoek naar klanttevredenheid en de reactie van verschillende soorten huishoudens op de aanbodsturing. De ene klant stelt 100% comfort voorop, maar er zijn waarschijnlijk ook huishoudens die incidenteel comfortverlies accepteren in ruil voor een korting op de elektriciteitsrekening. In dat opzicht past het project zeer goed bij de doelstelling van de motie Jansen-Leegte over de killerapp voor de slimme meter.

Omdat de woningen uitstekend geïsoleerd zijn kan je in de praktijk het opstarten van de warmtepomp voor de verwarming van de woning uitstellen tot het moment waarop er windstroom beschikbaar is. De bewoner merkt hier niets van omdat in de betonnen kern van de woningen veel warmte is opgeslagen, waardoor de temperatuur slechts heel langzaam daalt. Bij warmwater kan je het moment waarop je de warmtepomp moet inschakelen uitstellen door het voorraadvat te vergroten.

… maar de installatie is netjes weggewerkt in een inpandige gangkast, waarin ook ruimte is voor de wasmachine.

Het experiment is nu halverwege. In de praktijk blijkt ongeveer 23% van het elektrisch vermogen van de warmtepompen beschikbaar voor flexibiliteit. Dat is een bemoedigend tussenresultaat. De vraagsturing kan in de toekomst nog uitgebreid worden met andere grote elektriciteitsverbruikers in en rond de woning, met name: de wasmachine, vaatwasser en wasdroger en de elektrische auto.