VVD wil drempelwaarden voor milieueffectrapportages - Hoofdinhoud
DEN HAAG - Vandaag debatteert de Kamer over milieueffectrapportage (kortweg MER), een rapportage die de gevolgen van een besluit voor het milieu in kaart brengt. Momenteel kunnen provincies en gemeenten bij de start van een procedure vrijwillig advies vragen aan de Commissie MER. Deze commissie brengt vooraf in kaart waar de MER tenminste aan moet voldoen. De kosten van dit advies zijn niet gering en werden tot heden betaald door de Rijksoverheid.
Nu wordt een wijziging van de Wet Milieubeheer voorgesteld. Die wijziging moet ertoe leiden dat kosten voor zo'n advies voor rekening van de aanvrager komen. Dit is terecht. De aanvrager heeft er namelijk baat bij om vooraf te weten welke milieueffecten en -risico's te verwachten zijn, aangezien een goede MER de slagingskans van het project verderop in de procedure helpt.
Echter, bij uitgebreide MER-procedures, zoals infrastructuurprojecten, is er ook een toets achteraf. Deze toets wordt uitgevoerd door de commissie MER en is verplicht. Van een eigen afweging of keuze is geen sprake meer. De VVD wil dat het verplichte karakter van een MER-toetsing verdwijnt, of op zijn minst verminderd wordt.
Verder wil de VVD graag drempelwaarden invoeren om te bepalen wanneer precies een MER nodig is en wanneer niet. Als het gaat het om initiatieven met een relatief verwaarloosbaar milieueffect, kunnen we wellicht zonder een MER. De VVD heeft Minister Schultz Van Haegen daarom gevraagd te onderzoeken hoe deze drempelwaarden ingevoerd kunnen worden.
Een gezonde balans tussen de economische activiteit en een goed milieu zijn van groot belang. Soms delft het economisch belang het onderspit op het milieubelang. Laten we de balans bewaken en voorkomen dat we doorslaan met regelgeving!