Jeugdwerkloosheid NL - Hoofdinhoud
Praktische politiek: Jeugdwerkloosheid aanpakken is een kwestie van én én én
De jeugdwerkloosheid in Europa is tot onacceptabele hoogte gestegen. Een kwart van de jongeren is momenteel werkloos. Het meest zorgelijk is de groep NEETs; Not in Education, Employment or Training. Zij zitten thuis met niks en vormen 15% van de Europese jongeren. Er wordt al gesproken van een Verloren Generatie. Een generatie jongeren voor wie de overgang van school naar werk zo traumatisch verloopt dat ze er de rest van hun leven last van blijven houden. Door een gat in hun CV waar ze nooit meer van af komen, maar ook door de fikse mentale knauw die ze krijgen door afwijzing na afwijzing. Knappe jongere die daar immuun voor kan blijven.
Nederland valt mee, als..
... we het vergelijken met landen als Griekenland, Spanje en Portugal. Onze 12% is laag in vergelijking met hun 50+%. Dat betekent dat we moeten kijken naar manieren om vooral de Griekse, Spaanse en Portugese jongeren te helpen, bijvoorbeeld door een toekomst in eigen land mogelijk te maken, of een baan of studie in Nederland. Ondertussen moeten we niet onderschatten dat ook in Nederland de jeugdwerkloosheid stijgt. Aandacht voor de jongeren elders hoeft niet en mag niet ten koste gaan van aandacht voor jongeren hier.
Echte oplossing
De Nederlandse regering heeft in de afgelopen jaren vooral ingezet op jongeren zelf. Jongeren moeten gestimuleerd worden zich beter te scholen, scholing te volgen die beter aansluit op de arbeidsmarkt, harder op zoek naar een baan. Maar als er te weinig banen zijn voor jongeren kun je nog zo hard scholen en zoeken, maar heb je daarna nog geen werk. Het echte probleem is dat de economie stokt en er banen verloren gaan in plaats van bij komen. De echte oplossing is daarom de crisis bestrijden en werkgelegenheid voor alle mensen, ongeacht leeftijd, stimuleren. Helaas doet de regering daar te weinig aan. De door GroenLinks in de Tweede Kamer voorgestelde drastische verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op vervuiling wordt nog altijd afgewezen. Daarmee zou het creëren van banen goedkoper worden en aantrekkelijk voor werkgevers, terwijl ook milieuvervuiling aangepakt zou worden.
Europese jeugdgarantie
Gelukkig zijn er veel initiatieven in Europa om werkloze jongeren aan een baan, stage of leer-werkplek te helpen. De Groenen in het Europees Parlement kwamen al in 2010 met het idee van een jeugdgarantie; de garantie dat geen enkele jongere langer dan vier maanden werkloos thuis hoeft te zitten. De International Labour Organisation heeft berekend dat de invoering van zo'n jeugdgarantie in Europa in totaal 21 miljard kost. Dat lijkt veel, maar is een schijntje ten opzichte van wat het kost om niks te doen. Een grote groep jongeren thuis laten zitten kost 153 miljard euro per jaar. Tel uit je winst.
Startersbeurs
In Nederland komen steeds meer initiatieven van de grond. Hoogleraar Ton Wilthagen uit Tilburg is een wetenschapper met een voorliefde voor praktische politiek. Hij onderzoekt en analyseert niet alleen, maar komt ook met concrete uitvoerbare plannen om nu in te zetten. Hij heeft eind vorig jaar de Startersbeurs bedacht. Een Startersbeurs geeft een jongere een uitkering terwijl hij of zij een half jaar bij een werkgever werkervaring opdoet in een leer-werkplek. Inspiratie was het Duitse systeem van leer-werkplekken, dat ervoor zorgt dat er een veel betere overgang tussen opleiding en werk is. In Duitsland daalt de jeugdwerkloosheid mede daarom, terwijl het elders stijgt. Werkgevers betalen 100 euro per maand mee aan de Startersbeurs. Dit geld kan bijvoorbeeld gespaard worden zodat de jongere na een half jaar een potje heeft om een certificaat te halen, een cursus te doen of iets anders dat de kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Binnen korte tijd doen al 103 gemeenten mee aan het project en de eerste beurzen zijn in april dit jaar van start gegaan, met hoopgevende resultaten. Wellicht niet toevallig vooral in gemeenten waar GroenLinks een stevige positie heeft. Startersbeurzen zijn niet déoplossing voor jeugdwerkloosheid, maar het is een mogelijkheid voor gemeenten die niet achterover willen leunen om iets te doen voor hun jongeren.
Ook zijn er inmiddels op meerdere plekken initiatieven om werkloze jongeren met elkaar in contact te brengen. Zo kunnen ze van elkaars netwerk gebruik maken, elkaar helpen met de teleurstelling van afwijzing en elkaar coachen bij het zoeken van vacatures en schrijven van sollicitatiebrieven. In sommige landen blijkt dat deze groepjes jongeren ook een bron van nieuwe bedrijvigheid zijn. Samen zien ze soms een gat in de markt en richten een eigen bedrijfje op. Zo creëren ze hun eigen banen. Een probleem waar deze jongeren vaak tegenop lopen is het krijgen van krediet voor hun nieuwe bedrijf. Taditionele banken geven krediet op CV en prestaties in het verleden. Die hebben jonge starters per definitie niet. In Europa, in Nederland en lokaal zou gekeken moeten worden naar mogelijkheden ok microkredieten voor jongeren in het leven te roepen, en hen begeleiding met de boekhouding en papierwinkel die bij een eigen bedrijf komt kijken te bieden.
Ideeën
Als GroenLinks afdeling, wethouder of raadsfractie kun je van alles doen om een steentje bij te dragen aan het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Iedere jongere die een baan, stage of leer-werkplek krijgt is er eentje, en veel kleine initiatieven samen maken het verschil. Een paar ideeën:
-
-Kijk of jouw gemeente zich aan kan sluiten bij het Startersbeursproject. Door het voor te stellen als wethouder, of er als raadslid een motie over in te dienen bij de begrotingsbehandelingen.
-
-Probeer met het lokale bedrijfsleven een stagegarantie af te spreken; geen jongere in de gemeente loopt gevaar een opleiding niet af te kunnen maken bij gebrek aan een stageplek. Dat betekent dat bedrijven een aantal plekken voor deze jongeren reserveren en de gemeente zelf ook.
-
-Breng op een website vacatures in de gemeente die speciaal geschikt zijn voor jongeren die net een opleiding hebben afgerond bijeen en promoot dit bij opleidingen in de gemeente.
-
-Stel als fractie zelf een stageplek beschikbaar voor een jongere die wegens discriminatie of om andere redenen moeilijk aan een plek kan komen. Deze jongere zou bijvoorbeeld voor de fractie kunnen onderzoeken onder zijn of haar medestudenten wat de problemen zijn waar jongeren bij het vinden van een stage of leer-werkplek tegenaan lopen en daarbij de eigen ervaringsdeskundigheid gebruiken. De informatie kan dan weer voor het raadswerk ingezet worden.