Volgende stap naar wereldwijd goed werk - Hoofdinhoud
Op Decent Work Day, 7 oktober jongstleden, overhandigde minister van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel Lilianne Ploumen mij het eerste t-shirt met de tekst 'Ik trek het me aan'. Dat was een verwijzing naar de internationale strijd voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden in bijvoorbeeld de kledingindustrie in Bangladesh. Bij die gelegenheid riep ik haar op zich nog steviger in te zetten voor gewoon goed werk wereldwijd. En dat doet ze: vandaag zet ze daarbij de volgende stap.
De minister was eerder al de drijvende kracht achter een door inmiddels flink wat landen en kledingfirma's ondertekende overeenkomst om te komen tot veiligere arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Vandaag is ze een van de initiatiefnemers van een conferentie in Berlijn waarop wordt gesproken over de noodzaak werknemers een 'leefbaar loon' te betalen: een fatsoenlijk loon waarmee mensen tenminste in hun eerste levensbehoeften (en die van hun gezin) kunnen voorzien. Dan hebben we het over zaken als eten en drinken, een dak boven je hoofd, je kinderen naar school kunnen laten gaan en naar de dokter kunnen als het nodig is. Allemaal dingen die vanzelfsprekend lijken, maar daarmee nog niet vanzelf gebeuren.
De PvdA en de minister zijn voorstander van een actieplan dat moet leiden tot betere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor miljoenen werknemers wereldwijd. Dat moet en kan er komen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat verder dan Max Havelaar-koffie schenken en kringloopvrij papier gebruiken. Het ziet toe op het tegengaan van misstanden bij de productie van kleding bijvoorbeeld, ook als je niet zelf de producent bent. Het is daarom terecht dat de minister bedrijven op hun verantwoordelijkheid èn het niet nemen daarvan wijst.
Hier in Nederland werk ik intussen stug door aan de verdere invulling (en aanscherping) van het actieplan tegen uitbuiting, oneerlijke concurrentie en verdringing op de arbeidsmarkt bij de inzet van buitenlandse arbeidskrachten dat minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dit voorjaar het licht liet zien. In een eerdere motie had ik hem daartoe opgeroepen. Naar aanleiding van misstanden bij de aanleg van de A2 en A4 (aangekaart door mijn oude vakbond FNV Bouw) heb ik de minister gevraagd haast te maken met een snelle invoering van een versterkte ketenaansprakelijkheid. Ook heb ik aangedrongen op duidelijkere spelregels over de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, zeker als dat (zoals bij de aanleg van wegen) de overheid is.
Overigens heeft de minister toegezegd de eerder door mij over de misstanden bij de A2 gestelde vragen nog deze week te zullen beantwoorden.