Notaoverleg Vervoer HSL-Zuid/Alternatief Fyra

Met dank overgenomen van B.G. (Betty) de Boer i, gepubliceerd op dinsdag 5 november 2013.

Op maandag 4 november vond het notaoverleg Vervoer HSL-Zuid/Alternatief Fyra plaats. De VVD is op zijn zachtst gezegd niet blij met de situatie waar we in terecht zijn gekomen. Dit was het zoveelste debacle met de HSL die de reiziger en de belastingbetaler flink veel geld gaat kosten. In de huidige tijd waarin we scherp moeten bezuinigen, is dit dan ook nagenoeg onverteerbaar.

In het overleg heb ik twee essentiële punten aangehaald, namelijk de snelheid en de financiën.

De VVD is van mening dat de NS te weinig ambitie toont met dit voorstel als het gaat om de snelheid van de treinen en wanneer deze worden opgenomen in de dienstregeling. Wij vinden het huidige aanbod dan ook minimaal, en we vinden dat de NS het aan haar stand verplicht is om de ambitie hoger te leggen dan 200 km per uur. Intercity’s die met 200 km/u over een hogesnelheidsspoor rijden is wat de VVD fractie betreft niet voldoende. Treinen worden voor een periode van meer dan dertig jaar aangeschaft. Het is een gemiste kans om geen snellere treinen aan te schaffen met het oog op de positie van Nederland in het Europese (hogesnelheids)vervoer. Met een hogere snelheid kunnen bovendien meer treinen rijden op de hogesnelheidslijn.

En dan worden de treinen pas vanaf 2021 gefaseerd in de dienstregeling opgenomen. Het duurt bijna een concessieperiode (10 jaar) voordat er sneller materieel gaat rijden. Er liggen alternatieve biedingen waarin dit sneller kan en materieel vanaf 2018 kan instromen. Wij vinden dat de NS naar deze alternatieven moet kijken.

Dan de financiële aspecten. De verplichting om € 161 miljoen door de NS af te dragen aan het Rijk ingeval van meevallende energielasten komt te vervallen. Daarnaast wordt er een reservering op de begroting I&M van € 103 miljoen naar de NS afgedragen. Daar komt bovenop dat de dividendafdracht aan het Ministerie van Financiën wordt verminderd met € 119 miljoen. Dit bedrag wordt uit het infrafonds gehaald.

In het ‘bedrijfsleven’ is het in deze gevallen gebruikelijk dat ondernemingen worden gesaneerd, bedrijfsactiviteiten worden af gestoten, activa worden verkocht en dat er wordt gekeken naar het beperken van de kosten (efficiency). De NS bakt zoete broodjes in de broodjeszaken die ze exploiteren, maar zijn niet in staat om hogesnelheidstreinen te kopen en te laten rijden. Volgens de VVD kan er worden gesneden in de ‘niet-spoor’ activiteiten van de NS, zoals bijvoorbeeld de broodjeszaken zodat er geen geld uit het infrastructuurfonds hoeft te worden gebruikt. De VVD heeft de minister van Financien opgeroepen om in de efficiencyslag bij de NS van ruim 400 mln euro vooral hier naar te kijken. De helft van de omzet van de NS bestaat namelijk uit opbrengsten van reizigersvervoer. De andere helft dus niet. Deze 400 miljoen euro is wat ons betreft een eerste stap. Gekeken moet worden of er nog meer resultaat kan worden gehaald uit een bezuinigingsslag bij de NS zodat dit weer kan worden terug gesluisd naar het infrastructuurfonds.