Werkbezoek Noorwegen: maandagochtend

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op maandag 21 oktober 2013, 19:04.

Samen met zes andere leden van de commissie Economische Zaken van de Tweede Kamer bezoek ik deze week Noorwegen. Een hele belangrijke handelspartner van Nederland, waarbij we aan de importkant vooral veel gas en olie importeren. Maar in de toekomst verwacht ik dat de handel met Noorwegen zich ontwikkelt in de richting van groene stroom.

de kurk waarop de Noorse economie anno 2013 drijft …

Het overvolle programma van de eerste dag begon met een stevige scheut fossiel, waarna het met het verschrijden van de uren steeds groener bijkleurde.

De dag startte met een briefing over de politieke situatie en de recente verkiezingen door de Nederlandse ambassadeur Bea ten Tusscher. Het Noorse parlementaire systeem heeft veel bijzondere trekjes. De Eerste Kamer is er afgeschaft. De leden van het parlement worden gekozen via een districtenstelsel en zitten in de Stortinget gegroepeerd per regio, in plaats van per fractie. Het land wordt sinds vorige week geregeerd door een minderheidsregering van 18 ministers (helft vrouw) en maar liefst 39 staatssecretarissen. In tegenstelling tot Nederland weet je vooraf hoe lang de formatie gaat duren, want er is een wettelijke deadline voor de duur van de onderhandelingen.

Na deze briefing verzorgden twee topambtenaren van het Ministerie van Olie en Energie een inleiding over het Noorse energiebeleid. Het feit dat er een apart ministerie voor deze activiteiten bestaat zegt al voldoende over het belang van energie, zowel fossiel als groen, voor de Noorse economie. Zo’n 23% van het BBP is direct gelieerd aan de olie- en gaswinning. Tel je daar de elektriciteitsproductie (97% duurzaam, vooral Hydro) bij op dan kom je aardig richting een derde van de economie die draait om energie. Ter vergelijking: in Nederland is dat nu nog ca. 10%.

De volgende presentatie, over het High North Project werd verzorgd door het Noorse ministerie van Buitenlandse zaken. In Nederland mag iedereen behalve de PVV en de VVD zich zorgen maken over het smelten van de ijskap, in Noorwegen zien de vooral ook de “mogelijkheden” die hierdoor ontstaan. Nu de grensconflicten met Rusland in 2008 zijn beslecht wordt er fullspeed ingezet op de ontwikkeling van nieuwe gas- en olie-exploratie in het hoge noorden, te beginnen in de Barentszee. Op zich worden die projecten met alle zorg omgeven, wat bij de Russische exploraties een stuk mistiger is. Maar toch.

Het “rondje fossiel” werd vervolgens afgerond met een bezoek aan Statoil, het grootste offshore olie- en gasmijnbouwbedrijf ter wereld. Statoil heeft zich het laatste decennium voor 100% toegelegd op upstream activiteiten (mijnbouw), de raffinage en andere petrochemische activiteiten zijn afgestoten. Wel is er stevig geïnvesteerd in mijnbouw buiten Noorwegen, met name in de VS (schaliegas), Tanzania (gas) en Mozambique (olie).

De middag stond in het teken van elektriciteitsproductie, distributie en handel. En elektriciteit is in Noorwegen bijna per definitie hernieuwbaar. Waarover later meer…

… en dit wordt waarschijnlijk de Noorse cashcow van de toekomst