Debat wijziging partnertoeslag AOW -bijdrage Anoushka Schut-Welkzijn - Hoofdinhoud
Mevrouw de Voorzitter,
Ik citeer:
“Waar een grote inspanning nodig en verantwoord is om de AOW voor de lange termijn te waarborgen, is het alleszins redelijk om AOW-toeslagen – indien één van de twee partners jonger is dan 65 jaar – uitsluitend te verstrekken indien het huishouden anders onder het relevante sociaal minimum zou zakken” Dit citaat is afkomstig uit “Keuzes voor de toekomst”, 13 augustus 1994, het regeerakkoord van Paars I.
Mevrouw de voorzitter,
Regeren is vooruitzien en dat heeft het Kabinet Kok van PvdA, VVD en D66 in 1995 dan ook gedaan.
Mevrouw de Voorzitter,
Ik dank de staatssecretaris voor dit wetsvoorstel en de nota nav het verslag. Dit heeft veel vragen van de VVD beantwoord.
In 1995 is al voorgesteld om de partnertoeslag te laten vervallen voor nieuwe gevallen. Per 2015 gaat dit nu ook gebeuren voor een deel van de mensen dat dan nog partnertoeslag ontvangt.
Natuurlijk kan dit heel ingrijpend zijn voor mensen.
In 1995 werd al voorzien dat meer vrouwen een eigen inkomen gingen verdienen, maar die ontwikkeling is nog sneller gegaan dan toen werd voorzien. Werkte in 1996 nog maar 14% van de vrouwen boven de 55, in 2012 was dit al 42%.
Steeds meer vrouwen zijn economisch onafhankelijk en steeds meer gepensioneerden hebben een aanvullend pensioen.
De partnertoeslag was oorspronkelijk bedoeld voor mensen met alleen AOW, zonder aanvullend pensioen en van wie de partner onder de 65 jaar zelf geen inkomen had. Dat is nu niet aan de orde. Daarom wordt voor de 27.000 bestaande gevallen de partnertoeslag nu langzaam afgebouwd.
Mevrouw de voorzitter,
Natuurlijk moet werken voor de jongere partner blijven lonen. De geleidelijkheid waarmee de afbouw nu is vorm gegeven is positief. Stapsgewijs in vier jaar van 2015 tot afschaffing in 2018, met elk jaar een evenredige korting.
Voor de VVD staat voorop dat de AOW in de toekomst betaalbaar moet blijven, zodat ook onze kinderen en kleinkinderen er gebruik van kunnen maken. Om dat mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat we kritisch kijken naar de houdbaarheid van de AOW.
Het probleem is dat de AOW via de premies wordt betaald, maar dat de inkomsten uit deze premies al jaren lager zijn dan de uitgaven. Deze situatie is op termijn onhoudbaar. Daarom is het noodzakelijk dat we nu ingrijpen om dit basispensioen ook voor toekomstige generaties overeind te houden. De VVD neemt haar verantwoordelijkheid.
Mevrouw de Voorzitter,
Ik heb nog een drietal vragen voor de staatssecretaris:
- Waarom levert de maatregel meer op dan bij het regeerakkoord voorzien?
- Vloeit de incidentele extra opbrengst van de maatregel naar de algemene middelen, zoals gebruikelijk is met maatregelen uit het regeerakkoord met een hogere opbrengst dan voorzien?
- De laatste vraag gaat over de tweede nota van wijziging. Hierin staat dat het aanvangsinkomen van 244% is verlaagd naar 224% wet minimum loon. Dit omdat de vakantiebijslag niet tot het inkomen wordt gerekend als je gaat van een jaar- naar een maandinkomen. En omdat in de sociale zekerheid de vakantietoeslag niet als inkomen wordt gezien. In de memorie van toelichting is het maandinkomen gebruikt en in de wet het jaarinkomen. Bij wetswijziging is het jaarinkomen nu verlaagd. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: Wat is het effect van deze nota van wijziging? Blijven we nu uitgaan van een range van 46.000 – 54.000 euro op jaarbasis of niet? Waarom zijn de jaarinkomens niet gebruikt in de memorie van toelichting als de omrekening het probleem was, was dit allemaal vooraf niet te voorzien?
Mevrouw de voorzitter, ik rond af.
De VVD gaat ervan uit dat iedereen op eigen benen moet staan. Kostwinners die allebei onder de 65 zijn krijgen ook geen partnertoeslag.
Deze ingreep is noodzakelijk om de overheidsfinanciën op orde te krijgen en de AOW ook voor latere generaties te kunnen behouden.