Spreektekst Anoushka Schut Overleg Arbeidsongeschiktheid

Met dank overgenomen van A. (Anoushka) Schut-Welkzijn i, gepubliceerd op donderdag 10 oktober 2013, 10:43.

Meneer de Voorzitter,

Het afgelopen jaar heb ik gebruikt om te zien waar in wet- en regelgeving de politiek het verschil kan maken voor arbeidsongeschikten. Vanuit mijn achtergrond uit de zorg weet ik dat er nu 4,5 miljoen chronisch ziek zijn, waarvan de helft arbeidsongeschikt is. Deze groep chronisch zieken groeit sterk. Het is steeds beter mogelijk voor mensen om met moderne medicijnen langer te blijven leven. Dan moeten we mensen niet aan de kant laten staan, maar mogelijkheden geven om te werken. Wie kan werken, aan de slag.  Daar wil ik op inzetten.

Voorzitter, Ik ben tot de conclusie gekomen dat de strenge keuringen aan het einde van twee jaar ziekte hebben geleid tot meer reïntegratie naar werk en minder instroom in de WIA. Maar als mensen eenmaal in de WIA zitten, gebeurt er vrijwel niets meer voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten.

Vandaag dien ik de initiatief-nota Activering uit Arbeidsongeschiktheid aan de Kamervoorzitter aan, met voorstellen om mensen die weer kunnen werken aan het werk te helpen. Dit gebeurt digitaal, maar aangezien de nota wordt behandeld in de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil ik de nota aanbieden aan de (waarnemend) voorzitter   Kort wil ik de nota toelichten.

Ik doe hierin drie voorstellen om meer mensen te laten uitstromen uit de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, de WGA:

1 Het invoeren van een periodieke herbeoordeling

2 Het afschaffen van de gewenningsbijdrage

3 Effectieve sollicitatieplicht

Ad 1 Ik stel voor een periodieke herbeoordeling in te voeren voor alle mensen in de Werkhervatting Gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA). Met de inwerkingtreding van de WIA zijn ook de periodieke herbeoordelingen uit de wet geschrapt. Uit de stukken blijkt dat maar 25% van de mensen in de WGA 80-100 groep ooit eens is gekeurd. Dit zijn mensen die niet duurzaam zijn afgekeurd. Ze maken een grote kans om weer aan het werk te kunnen, en die kans wordt kleiner hoe langer we wachten met keuren. Dit moeten professionele keuringen worden door artsen, die via de premie worden betaald door de werkgevers. Ook voor werkgevers geven arbeidsongeschikte werknemers een groot financieel risico van gemiddeld €300.000 per arbeidsongeschikte werknemer. De kans op reductie van risico voor de werkgever bij herkeuring is meer dan 60%. Daarnaast vergroten we het arbeidsaanbod wat we op termijn zo snoeihard nodig zullen hebben.

Ad 2 Ik stel voor de gewenningsbijdrage na herbeoordeling af te schaffen. Als mensen tijdelijk 80% arbeidsongeschikt zijn en ze herstellen, krijgen ze twee maanden om aan hun situatie te wennen. Als ze 80% arbeidsongeschikt zijn en ze herstellen maar deels, dan krijgen ze twee jaar om aan die situatie te wennen op kosten van de werkgever. Dat stimuleert niet dat mensen een baan zoeken voor het deel dat ze kunnen werken.

Ad 3 Effectieve sollicitatieplicht Op papier is er een sollicitatieplicht, maar voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten wordt die niet gehandhaafd. Als mensen kunnen werken, moeten ze ook werken. Een grote werkgever die zelf het risico draagt vertelde me dat als mensen helemaal niet meewerken aan hun reïntegratie hij ze uiteindelijk kort op de uitkering. De werkgever heeft er al financieel voordeel bij om mensen te re-integreren naar werk. Ik vind dat we hier degenen die kunnen werken ook sterker toe moeten aanzetten.

Ik nodig mijn collega’s en ook veldpartijen uit om met mij de komende tijd van gedachte te wisselen over deze nota en mij van input te voorzien voor het vervolgtraject. Op basis van deze reacties zal ik beslissen om deze nota om te zetten in een initiatiefwetsvoorstel.

Voorzitter,

Ik heb tot slot ook nog enkele vragen voor de minister over de voorliggende stukken.

Het UWV concurreert als verzekeraar op de markt. Als voormalig markttoezichthouder maak ik me zorgen over het level playing field tussen publieke en private verzekeren. Twee punten hierover:

1 In de rapporten staat dat er sprake is van een level playing field want de gemaximeerde loonsom is in beide stelsels gelijk. Wordt echter gekeken naar de herleide uitkeringsjaren dan is er in 2012 sprake van 23.000 jaar in het publieke stelsel en slecht 14.000 jaar in het private bestel. Wil de minister hierop reageren?

2 De verzekering van het UWV werkt als een omslagstelsel waarbij de instappremie laag is. Met een private verzekering wordt het risico in de toekomst met kapitaal afgedekt.

Veel werkgevers die nu in financiële moeilijkheden verkeren en cash flow problemen hebben, zullen geneigd zijn over te stappen naar het UWV. Maar als je eenmaal schade hebt, betaal je die echter meer dan dubbel terug, heb ik van werkgevers gehoord. Dit komt omdat de parameters die ten grondslag liggen aan de berekening van de premie niet herleidbaar zijn voor derden. Wil de minister hierop ingaan?