De kolencentrales en het energieakkoord - Hoofdinhoud
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) bestempelt de afspraak uit het SER Energieakkoord om vijf 30 jaar oude kolencentrales te sluiten als “kartelvorming” (lees hier het advies). Her en der wordt geroepen dat het Energieakkoord daarmee in gevaar is. Dat betwijfel ik. Maar waarom heeft de ACM eigenlijk een positie in deze discussie?
Laat ik voorop stellen dat ik de ACM niets verwijt. Ze hebben simpelweg gedaan wat hen vriendelijk gevraagd is door de partijen die het Energieakkoord ondertekenden. Letterlijk stelt het akkoord:
“De sluiting van oude kolencentrales is een belangrijke bouwsteen in het samenstel van onderling afhankelijke afspraken in dit akkoord. Eventuele – overigens zeer beperkte prijseffecten – als gevolg van het sluiten van de oude kolencentrales zullen worden gemitigeerd door de aanzienlijk toename in hernieuwbare energie en gerechtvaardigd door de voorziene milieu-effecten. Dit onderdeel van het akkoord is onder voorwaarde van ‘toetsing’ door ACM. Indien de jaren tachtig kolencentrales gesloten worden op de genoemde tijdstippen, dan wordt vanaf 1 januari 2016 de vrijstelling voor elektriciteitsproductie in de kolenbelasting weer ingevoerd. De samenhang van deze afspraken zal als onderdeel van het akkoord worden geborgd door separate overeenkomsten tussen het Rijk, individuele bedrijven en de milieubeweging.” Einde citaat.
Als de ACM aan de slag gaat bekijken ze of het effect van een afspraak tussen marktpartijen kan leiden tot hogere prijzen voor de consument. In het kort komt hun redenering hierop neer: De vijf te sluiten kolencentrales hebben een gezamenlijk productievermogen van 2.700MW, ongeveer 10% van de huidige productiecapaciteit. Als je die uit de markt haalt heeft dat een prijsopdrijvend effect. De contante waarde van dat effect wordt geraamd op €450 miljoen over de beschouwde periode (2016-2021). Daar staat tegenover een maatschappelijke bate van €180 miljoen voor geringere emissies aan fijnstof, NOx en SO2. CO2-emissies worden niet meegerekend, omdat het Europese emissieplafond niet automatisch verlaagd wordt als Nederland vijf kolencentrales afdankt. Alle partijen betrokken bij het Energieakkoord, inclusief VNO-NCW willen overigens dat het ETS-plafond verlaagd wordt. Per saldo zegt ACM: er is een negatieve opbrengst van €270 miljoen, dus er is sprake van een onaanvaardbaar karteleffect.
Op die rekensom valt heel veel af te dingen, want de ACM heeft verschillende maatschappelijke opbrengsten op nul geraamd. Ook lijkt het prijsverlagende effect door de groei van het aandeel duurzame energie, dat de weggevallen kolencentrales compenseert, niet meegeteld te zijn. Maar veel belangrijker vind ik de principiële vraag: waarom gáát de ACM hier eigenlijk over? Deze waakhond is bedoeld om op te treden tegen kartels van bedrijven die onderling afspraken maken om de prijzen op te drijven. In dit geval is er sprake van een volledig transparante afspraak met een maatschappelijk doel, gemaakt door werkgevers, werknemers, overheden, natuur- en milieubeweging en consumentenorganisaties als VEMW en Woonbond. Het is een beetje gek als een kartelwaakhond een belemmering is van de vooruitgang.
Een vergelijkbaar probleem deed zich een tijd geleden voor toen zorgverleners (huisartsen, fysiotherapeuten e.d.) in Zeeuws-Vlaanderen afspraken wilden maken om de spreiding van het zorgaanbod op het platteland in deze krimpregio zo goed mogelijk te regelen. Ook dat vond de ACM een kartelafspraak. Het moet niet veel gekker worden. Ik deel ook niet de opvatting dat deze enge taakopvatting automatisch volgt uit Europese regelgeving. De historie leert dat Nederland de neiging heeft om EU-richtlijnen veel enger op te vatten dan andere lidstaten. Daar moeten we eens mee stoppen.
Wat zou overigens het materiële gevolg zijn als de ACM gelijk krijgt en de afspraak over de sluiting de prullenbak in gaat? Lees het Energieakkoord: dan gaat alsnog de kolenbelasting door. De gevolgen van die kolenbelasting zijn: de exploitatiekosten voor alle kolencentrales gaan flink omhoog, het meest bij de oudste centrales. Die centrales zullen dus snel het loodje leggen in de pikorde van elektriciteitsproducenten. Maar ook stroom uit moderne kolencentrales zal een stuk duurder worden, waardoor deze centrales wegzakken in de zogenaamde merit-order. Per saldo zal het aandeel kolenstroom ongeveer net zoveel verminderen als bij de geregisseerde sluiting die nu is afgesproken in het Energieakkoord. Alleen zijn de kosten voor de consument veel hoger.
En dat is het meest krankzinnige. De ACM doet een uitspraak over “kartelvorming” die de prijs zou opdrijven met €0,0006/kWh, met als gevolg dat de prijs nog meer omhoog gaat door de kolenbelasting die ingevoerd moet worden als de sluitingsafspraak wordt afgeschoten. Want daar gaat de ACM niet over.