Meer loon en zekerheid voor de leraar - Hoofdinhoud
Minister Bussemaker en verschillende partijen uit het onderwijsveld hebben vandaag het Nationaal Onderwijsakkoord getekend en dat is goed nieuws voor de leerling en leraar. In tijden dat er wordt bezuinigd op andere terreinen gaan we juist investeren in onderwijs.
Er is afgesproken dat er geld beschikbaar komt om extra banen te creëren. Ik ga erop toezien dat dit geld ook echt gebruikt gaat worden om 3000 jonge docenten een baan te geven. Deze net afgestudeerden hebben vaak meerdere tijdelijke contracten en moeten vervolgens noodgedwongen buiten het onderwijs aan de slag. Dat is een gigantische verspilling van talent terwijl we juist nu moeten investeren in de toekomst.
Deze jonge docenten verdienen een vast contract en het onderwijs heeft jong talent nodig. Er moeten daarom harde afspraken worden gemaakt om deze 3000 banen concreet, meetbaar en realiseerbaar te krijgen. Zo stellen we de toekomst van ons onderwijs veilig en geven we jonge leraren meer zekerheid.
Het is belangrijk dat er meer professionele ruimte komt voor docenten. Zo wordt de verstikkende 1040-urennorm afgeschaft, geen ophokuren meer. Daarnaast gaan de verschillende sectoren een zogenoemd ‘professioneel statuut’ opstellen. Hierin worden afspraken gemaakt over de kwaliteit van het onderwijs, rechten en plichten van werknemers en normen die gelden in de desbetreffende sector. Bestuurders en leraren krijgen zo meer eigen inbreng om het onderwijs op een goede manier in te vullen.
Docenten krijgen daarbij ook een hogere waardering voor hun belangrijke werk. Het onderwijs heeft lang op de nullijn gezeten en leraren verdienen wat de PvdA betreft de komende jaren meer loon. Er komt een einde aan de nullijn voor onderwijssalarissen, die nog in het Kunduzakkoord was opgenomen. In totaal kan de koopkrachtverbetering voor leraren oplopen tot 3,5 procent.
Er moet ook een nieuwe balans worden gevonden tussen langer doorwerken, werkvermindering voor oudere docenten en kansen voor nieuwe docenten. De BAPO-regeling wordt daarom gemoderniseerd. Oudere leerkrachten houden de mogelijkheid om minder les te gaan geven en in plaats daarvan gaan ze jonge docenten coachen. Goed voor de oudere docent die minder voor de klas hoeft te staan. Goed voor de leerling die van een beter gekwalificeerde docent les krijgt. Leraren die nu gebruik maken van de BAPO, kunnen dat gewoon blijven doen onder de oude voorwaarden.
Leerlingen hebben goede docenten nodig, juist in tijden van minder is het belangrijk dat we blijven investeren in onderwijs en dat doen we. Het is teleurstellend dat de Algemene Onderwijsbond (AOb) niet heeft meegetekend. De Partij van de Arbeid gaat er echter van uit dat alle onderwijsorganisaties zich constructief opstellen in het belang van deze noodzakelijke investeringen. Juist nu moeten we de leraar en leerling centraal stellen zodat elk talent maximaal tot zijn recht komt.