Toezien op publieke belangen

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op maandag 9 september 2013, 15:03.

En wéér presenteerde de WRR een advies Toezien op publieke belangen dat impliciet zware kritiek levert op staand beleid. Benieuwd of dat ook tot verandering leidt. Minister Stef Blok – die de wei in is gestuurd met als taak: minder rijksoverheid – zat er bij maar toonde nog weinig tekenen van reflectie.

voorzitter André Knottnerus van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een wetenschappelijke luis in de pels van Rutte c.s.

Ik was vanmiddag aanwezig bij de presentatie, en vindt het rapport qua kritische aanvliegroute een logisch vervolg op Evenwichtskunst; over de verdeling van verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid.

“Overheidstoezicht is steeds meer verworden tot handhaving van regeltjes in de engste zin van het woord, zonder te onderzoeken of de doelen die de overheid met die regels nastreeft wel gehaald worden.” is samengevat een conclusie van de WRR.

Die hangt -volgens mij- samen met de eerste conclusie: “Het laatste decennium is de nadruk komen te leggen de verminderen van de kosten van en de administratieve lasten door toezicht, in plaats van ook te kijken naar de maatschappelijke opbrengsten.” In de onderzochte periode zijn er 1.100 FTE bij toezichthouders verdwenen en is de formatie van rijkstoezichhouders met 20% verminderd.

Ook de laatste hoofdconclusie is zorgwekkend: het toezicht is steeds vaker een verlengstuk van het bestuur en daarmee van de politieke wind die er waait, in plaats van een onafhankelijke reflectie te geven op de maatschappelijke werkelijkheid. De hoogleraar Pauline Meurs noemde als voorbeeld de opstelling van de Voedsel en Waren Autoriteit bij de Q-koorts uitbraak, waar de sectorale belangen van de intensieve veehouderij de onafhankelijkheid in de weg zaten.

Zoals gezegd pleit de WRR voor een heroriëntatie van het rijkstoezicht, met meer oog voor publieke belangen: reflectie (oog voor systeemrisico’s, agendeerfunctie), opbrengsten (o/m effecten en effectiviteit regels) en governance (hoe functioneert de sector zelf).

Volgens mij heeft de teloorgang van het toezicht alles te maken met de ideologische focus van de kabinetten in de afgelopen decennia op privatisering en zelfregulering. “Als bedrijven gecertficeerd zijn is alles in orde, als overheid kunnen we ons beperken tot systeemtoezicht.”: die smaak. Knottnerus wees er in zijn inleiding op dat het risico van systeemtoezicht is dat het alleen naar de papieren werkelijkheid kijkt. Precies.

NRC-columnist Marc Chavannes had in het debat na de presentatie ook nog enkele rake statements over het thema, zoals “Als de overheid krimpt, moet het toezicht niet meekrimpen maar juist sterker worden.” Volgens mij zijn de voortdurende kaasschaafoperaties mede (misschien zelfs: hoofd-) oorzaak van de drie droevige conclusies van de WRR.

Lees hier het WRR-rapport Toezicht op publieke belangen. Een aanrader.