NUON terugkopen: serieuze optie

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op donderdag 25 juli 2013, 13:03.

Vattenfall wil vier jaar na aankoop NUON al weer kwijt. Ze hebben inmiddels 40% op de aankoopsom van €10 miljard afgeschreven. Cynici bij de gemeenten en provincies zullen zeggen: “Blij dat we die toko net op tijd van de hand gedaan hebben.” Ik vind dat behalve cynisch ook uiterst kortzichtig. In het belang van de klanten, het personeel maar vooral ook vanwege de verduurzamingsagenda zou terugkoop serieus overwogen moeten worden.

Natuurlijk is er voor NUON veel te veel betaald. Net als voor Essent trouwens, dat recent al een aandeel in zijn elektriciteitscentrales verkocht aan Gazprom, om de balans op te schonen. De SP was in 2009 fel tegenstander van de verkoop van deze nutsbedrijven, die toen nog eigendom waren van gemeenten en provincies. Zie het dossier privatisering energiebedrijven. Ik denk overigens dat 15% van de verkoopsom betaald is door de Nederlandse staat. NUON werd destijds voor een groot deel gefinancierd met een leenconstructie, die Vattenfall een groot fiscaal voordeel opleverde. Inmiddels is die fiscale constructie flink ingeperkt, mede door ons toedoen.

Stevige publieke energiebedrijven kunnen een grote bijdrage leveren aan de noodzakelijke energietransitie. Ze hebben trouwens ook een nuttig rol bij het op peil houden van de bescherming van de afnemers. Of is iedereen al vergeten wat er met de banktarieven gebeurd is na het privatiseren van de Postbank? Op dit moment zijn er nog twee publieke energiebedrijven in Nederland: Eneco, dat vooral klanten in Zuid-Holland en Utrecht bedient en Delta, met als verzorgingsgebied Zeeland en West-Brabant.

Wie zou NUON moeten terugkopen? Uit pragmatische overwegingen zou je kunnen kijken naar de voormalige grootaandeelhouders, Gelderland, Noord-Holland en Amsterdam, die een groot deel van de opbrengst nog “op de bank” hebben staan. In 2008/9 heeft de SP, als alternatief voor privatiseren, gepleit voor de concentratie van het aandeelhouderschap bij enkele provincies en/of grote gemeenten. De enorme versnippering van het bezit zorgde er op dat moment voor dat de meeste gemeenten en provincies zich gedroegen als couponknippers: ze keken alleen maar naar het financiële rendement voor de korte termijn, in plaats van het maatschappelijk rendement voor de lange termijn.

Een andere optie zou zijn: staatsdeelneming. Uit het oogpunt van de markt waarop NUON opereert zelfs een logischer keuze. Bij een recent debat met Jeroen Dijsselbloem, als minister financiën verantwoordelijk voor staatsdeelnemingen, heb ik hem recent de vraag gesteld waarom de staat al twee decennia lang alleen maar deelnemingen verkoopt en nooit eens een nieuwe acquisitie doet? (ik vergeet nu even de gedwongen nationalisatie van ABN AMRO, die Dijsselbloem zo snel mogelijk weer kwijt wil). Dijsselbloem was het met me eens dat er geen principiële argumenten tegen een nieuwe acquisitie zijn. Voila, Jeroen!