Nieuwsbrief Sjoerd Potters

Met dank overgenomen van S.C.C.M. (Sjoerd) Potters i, gepubliceerd op donderdag 25 april 2013, 9:36.
 

Waarde VVD-leden,

Zoals jullie niet zal zijn ontgaan is er een sociaal akkoord tot stand gekomen tussen werkgevers en werknemers. Het kabinet heeft dit sociaal akkoord overgenomen na overleg met de coalitiepartijen VVD en PvdA. Dit betekent dat het regeerakkoord op die onderdelen wordt aangepast waar het sociaal akkoord nadere afspraken over heeft gemaakt. Als eerste wil ik hierbij verwijzen naar de brief van de minister en de staatsecretaris van sociale zaken met kenmerk 33566, nr. 15. Hierin staan alle 63 maatregelen uit het sociaal akkoord overzichtelijk weergegeven (zie deze website onder het kopje nieuws).

Dit betekent ook dat het huidige ontwerp van de Participatiewet op onderdelen zal veranderen en niet per 1 januari 2014 maar per 1 januari 2015 in werking zal treden. Ook de instroom voor de Wsw zal pas per 1 januari 2015 worden stopgezet.

In deze nieuwsbrief wil ik graag stilstaan bij de grootste verschillen tussen de Participatiewet-oud en de nieuwe Participatiewet zoals deze per 1 januari 2015 gaat gelden. Ook wil ik kort stilstaan bij de vervolgstappen in het wetgevingsproces en mijn inzet voor de komende tijd.

Tenslotte wil ik kort iets vertellen over de verplichte maatschappelijke tegenprestatie voor je bijstandsuitkering en de verhitte discussie die daarover is gevoerd de afgelopen tijd. Deze aanpassingen van de huidige Wet Werk en Bijstand inclusief verdere aanscherpingen gaan gewoon door en zullen in een apart wetgevingstraject Wwb dit jaar in de Tweede Kamer worden behandeld.

De grootste verschillen ná het sociaal akkoord:

  • De bestaande Wajongers worden alsnog herkeurd (elke 5 jaar)
  • De quotumregeling treedt pas na 1 januari 2016 in werking. Eerst komt er een 0-meting over de instroom én na overleg met sociale partners en gemeenten
  • Bedrijven gaan zelf aan de slag met de plaatsing van arbeidsbeperkten. Er is een garantstelling voor 100.000 plaatsen + 25.000 overheid
  • Er komen circa 35 werkbedrijven voor de (Wajong/Wsw) met gemeente-CAO als opvolger van de SW-sector. Dit komt naast de huidige 35 werkpleinen
  • Werkgevers en vakbonden krijgen een prominente rol bij het regionaal arbeidsmarktbeleid én werkbedrijven
  • Er komt een onafhankelijke instantie voor de keuring van arbeidsgeschiktheid
  • Het instrument loondispensatie vervalt en daarvoor komt loonsubsidie tot 100% WML
  • Wet 1 januari 2015 in werking > stop instroom WSW

De wettelijke termijn van de nieuwe Participatiewet is als volgt:

  • Concept P-wet (oud) RvS is teruggetrokken
  • Nieuw advies RvS aangepaste P-Wet na de zomer gereed
  • Hoorzitting aangepaste P-wet eind mei/juni 2013
  • Behandeling Tweede Kamer najaar 2013
  • Behandeling Eerste Kamer vóór 1 juli 2014
  • Aangepaste P-wet per 1 januari 2015 in werking

De komend tijd zal ik me inzetten voor de volgende punten:

  • Beleidsvrijheid en regie gemeenten moet overeind blijven
  • Inzetten op ontschotting budgetten 3 decentralisaties
  • Het instrument loonsubsidie moet financieel uitvoerbaar zijn
  • Ontzorgen van werkgevers bij de inzet arbeidsbeperkten en geen bureaucratie
  • Er moet geen landelijk blauwdruk komen voor 35 regionale werkbedrijven. Regionaal maatwerk moet mogelijk blijven
  • Een structuur/organisatie/aanpak voor de hele onderkant arbeidsmarkt moet mogelijk blijven
  • De wettelijke kaders vanuit het Rijk moeten beperkt zijn m.u.v. keuring arbeidsgeschiktheid
  • Bij de nadere vormgeving van het instrument arbeidsquotum moet er sprake blijven van flexibiliteit en maatwerk zoals eerder is toegezegd
  • Blijvend stevig inzetten op publiek-private samenwerking waar inmiddels veel goede voorbeelden van zijn.

Verder wil ik jullie nog meegeven dat ik op 14 mei a.s. in Den Haag voor VVD-bestuurders een bijeenkomst organiseer over de nieuwe Participatiewet. Als je daar graag aan wil deelnemen dan kan je je daarvoor opgeven bij mijn medewerker Robert van Hittersum door een mail te sturen naar r.vhittersum@tweedekamer.nl

De maatschappelijke tegenprestatie.

Tot slot wil ik een aantal woorden wijden aan de maatschappelijke tegenprestatie. Vanaf 1 januari jl. is het al mogelijk voor gemeenten om een maatschappelijke tegenprestatie te vragen van bijstandsgerechtigden. Met de aanpassing van de Wet Werk en Bijstand - die in het najaar door de Tweede Kamer behandeld wordt - zal deze mogelijkheid vanaf 1 juli 2014 omgezet worden in een verplichting.

De VVD is groot voorstander van een dergelijke tegenprestatie aangezien het niet meer dan normaal zou moeten zijn dat een burger in ruil voor gemeenschapsgeld ook iets terug wil doen voor de maatschappij. In bijvoorbeeld een land als Australië is dit al jaren de norm in het kader van het ‘Work for the Dole’ programma. Bijstand is en blijft een tijdelijk vangnet dat wordt opgebracht door de belastingbetaler. Daar mogen we iets voor terug verwachten.

Uiteindelijk moeten mensen met een uitkering zo snel mogelijk aan het werk. Het gaat om werkritme, sociale contacten en het opdoen van een nieuw perspectief. Het is immers altijd goed maatschappelijk bezig te zijn. Daarbij mogen de werkzaamheden niet leiden tot verdringing. Het moet gaan om maatschappelijk nuttige activiteiten. Dat kan zijn koffieschenken voor bejaarden, toezicht houden bij een speeltuin, helpen bij het buurthuis of het ondersteunen van gehandicapten bij het zwemmen.

Wel is het zo dat de rechtbank in Breda in een uitspraak heeft bepaald dat een gemeente aan de hand van de individuele omstandigheden en de voorhanden zijnde onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden de aard, de duur en de omvang van de tegenprestatie moeten bepalen. De omvang van de werkzaamheden en de duur in de tijd dienen daarom in de regel beperkt te zijn.

Al met al doen gemeentes doen er dus goed aan om duidelijke functieprofielen te omschrijven die recht doen aan de invulling van maatschappelijk tegenprestatie.

Ik dank u voor uw aandacht en wens u een hele fijne k(r)oningsdag toe!

Groeten,

Sjoerd Potters