Buitenschuldbeleid wordt beter - Hoofdinhoud
De PvdA ziet in het advies van de Adviescomissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) veel terug van de opmerkingen die we al langer plaatsen bij het zogenoemde buitenschuldbeleid. Met de aanbevelingen van de ACVZ kunnen mogelijk tientallen mensen méér een vergunning krijgen om in Nederland te blijven. Ik ga met de staatssecretaris in gesprek om de aanbevelingen zo veel en zo goed mogelijk op te laten volgen.
Op 1 juli bracht de ACVZ een advies uit onder de titel 'Waar een wil is, maar geen weg' over het verbeteren van het buitenschuldbeleid. De ACVZ doet een aantal heldere aanbevelingen, om in de uitvoering te komen tot een inzichtelijker, eenduidiger en rechtvaardiger buitenschuldbeleid, waarmee de mensen die buiten hun schuld niet kunnen terugkeren ook echt geholpen worden.
Het buitenschuldbeleid is, zoals ook staat in de motie die op onze Politieke Ledenraad in mei is aangenomen, bedoeld voor mensen die buiten hun schuld niet terug kunnen keren naar hun land van herkomst. Een voorbeeld van een meneer, die probeert terug te gaan naar zijn land van herkomst, vind ik sprekend. Hij is al 32 keer (!) naar de ambassade van zijn land geweest, maar krijgt het gewoon niet voor elkaar om identiteitspapieren te krijgen. De cruciale vraag bij het buitenschuldbeleid, die telkens terugkomt is: 'Wanneer heeft iemand daadwerkelijk voldoende inspanningen geleverd om terug te keren naar zijn land van herkomst?' Dat moet duidelijker worden omschreven.
De ACVZ constateert dat het buitenschuldbeleid vaak grillig is, onduidelijk en het risico op willekeur in zich heeft. De PvdA is het daarmee eens. De huidige uitvoering van het beleid biedt ruimte voor een ondoorzichtige beoordeling. Daar moet een einde aan komen. Met duidelijkere regels zal er ook beter naar vreemdelingen en hun individuele verhaal geluisterd kunnen worden, zodat er een beter buitenschuldbeleid ontstaat.