Modellen voor luchtkwaliteit kloppen - Hoofdinhoud
DEN HAAG- De kwaliteit van rekenmethoden voor luchtkwaliteit in Nederland is goed en voldoet ruimschoots aan Europese eisen. Concentraties van stikstofdioxiden in de lucht die langs wegen zijn berekend, liggen in 2010 en 2011 gemiddeld dicht bij concentraties die daar zijn gemeten. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is uitgevoerd.
Staatssecretaris Mansveld had de Tweede Kamer in januari toegezegd onderzoek te doen naar de betrouwbaarheid van de rekenmethoden van luchtkwaliteit. Mansveld: “Het is belangrijk dat we vertrouwen hebben in de modellen die we gebruiken. De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen dat de modellen kloppen en dat een herijking van de rekenmodellen niet nodig is.”
Voor het onderzoek vergeleek het RIVM op ruim 400 locaties metingen van stikstofdioxideconcentraties in 2010 en 2011 met de resultaten van de Nederlandse standaardrekenmethoden voor luchtkwaliteit op diezelfde locaties. Voor fijn stof zijn minder metingen beschikbaar. Van de gegevens die wel beschikbaar waren voldoen de berekende concentraties ook hiervoor aan de kwaliteitseisen. Het onderzoek van het RIVM is door twee onafhankelijke deskundige partijen nader bekeken. Beide partijen geven aan dat het onderzoek voldoet aan een hoge wetenschappelijke standaard en dat de conclusies in het rapport logisch en correct zijn.
De conclusies van het rapport zijn ook besproken met de vier grote steden. Ook zij onderschrijven dat de rekenmethoden geschikt zijn voor berekeningen van de luchtkwaliteit. (Bron)
Als woordvoerder milieu ben ik verheugd, maar niet verrast, met het feit dat de modellen kloppen. “Ik hoop dat er nu een einde komt aan de vaak emotionele discussies waarbij telkens de meetresultaten in twijfel werden getrokken. Daar was niemand bij gebaat. Feit is dat de RIVM-modellen kloppen, de lucht in Nederland steeds schoner wordt en harder rijden op de snelweg meestal geen probleem geeft voor de luchtkwaliteit.”