Spreektekst Algemeen Overleg Defensiepersoneel - 16 april 2013 - Hoofdinhoud
Voorzitter,
We hebben vandaag een volle agenda. De VVD heeft de volgende onderwerpen geselecteerd voor dit overleg om met de minister over van gedachten te wisselen. Dit neemt niet weg dat elk onderdeel dat op de agenda staat de warme belangstelling van de VVD heeft. En dat de VVD verheugd is dat het overleg tussen het ministerie en de bonden is hervat. De punten in mijn bijdrage zijn:
-
-Beleidsplan werving en behoud
-
-ABD Topconsult rapport
-
-WUL en de reorganisatie
-
-Nieuwe informatie aangaande de Dienstplicht voor Turks Nederlandse militairen
-
-N.a.v. de Personeelsrapportage het onderdeel Reservisten
Voorzitter,
T.a.v. het Beleidsplan Werving en Behoud. Door opeenvolgende bezuinigingen is het actieplan werving en behoud mislukt. De wervingsstop heeft langdurige gevolgen voor de vulling van de defensieorganisatie. De minister stelt dat de positie en zichtbaarheid van Defensie als werkgever in één klap was verdwenen. Zij trekt als les dat veranderingen in personeelsbeleid gedoseerd moeten gebeuren. De beleidsdoorlichting vraagt om een langetermijnperspectief op het gebied van werving van personeel.
Voorzitter,
De doorlichting laat tevens zien dat wervingsbonussen niet het beoogde effect hebben gehad. Vorig jaar werd een nieuwe wervingsbonus beloofd voor technisch personeel. Is deze wel succesvol? Zo nee, is de beleidsdoorlichting een reden om te stoppen met wervingsbonussen? Wat zijn alternatieven waar de minister op inzet om aan geschikt technisch, medisch en ICT personeel te komen? In het actieplan werving en behoud worden maatregelen aangekondigd om de defensieorganisatievulling op peil te krijgen. Een aantal hiervan wordt door de beleidsdoorlichting als niet succesvol afgedaan (wervingsbonus, parttime wervers). Welke maatregelen gaat de minister behouden en welke stoot zij af? Hoe is het op dit moment bijvoorbeeld gesteld met de loopbaanbegeleiders die als effectief worden aangemerkt. Wat is hun rol bij de reorganisatie.
Voorzitter,
Over de communicatie: De interesse-afname in een baan bij Defensie is schokkend. Deze ging van 97.000 personen in 2009 naar 31.000 geïnteresseerden in 2011. Het is goed om te zien dat de nieuwe wervingssite www.werkenbijdefensie.nl is geopend. Wat wordt naast deze website gedaan om jongeren te interesseren voor een baan bij Defensie? In de krappe arbeidsmarkt, ligt juist nu de ruimte om talentvol personeel binnen te halen.
Voorzitter,
In de beleidsdoorlichting van het actieplan Werving en Behoud is onderzoek gedaan naar de wijze waarop defensiewerknemers hun werkgever zien. Daarbij komt Defensie er minder goed vanaf dan een gemiddeld bedrijf. Onder andere wordt gesteld dat, in vergelijking met Nederlandse bedrijven, Defensie kritischer is tegenover onderzoek ten behoeve van verbeteringen van en het werken bij de eigen organisatie. Dat is opmerkelijk. Vanwaar deze terughoudendheid? Ik ga ervan uit dat deze minister opener staat ten opzichte van aanbevelingen en voorgestelde verbeteringen van buitenaf. Zeker als deze worden gedaan op basis van gedegen onderzoek.
Voorzitter,
In de kern wordt bij de beleidsdoorlichting een beeld geschetst van een organisatie die weliswaar uitvoerend plant, maar nooit goed implementeert door een focus op de korte termijn (vanwege de veranderende financiële situatie). Duidelijk is dat dit een negatief effect heeft op het personeelsbeleid. Het is een lastige taak voor de minister om deze zaken met elkaar in evenwicht te brengen. Ik ben benieuwd wat zij hier concreet aan kan doen. Kortom, hoe gaat de minister, gegeven de moeilijke omstandigheden, de aanbevelingen uit de doorlichting meenemen in een duurzaam personeelsbeleid?
Voorzitter,
Dan het rapport van ABD Topconsult. Daarin lezen we dat als gevolg van de grote reorganisatie bij Defensie er zo’n 90 kleine reorganisaties bezig zijn. Dat is erg veel. Waarom is hiervoor gekozen? Ik kan me voorstellen dat het overzicht wordt verloren op wat er aan personele noodzaak en beschikbaarheid is bij de verschillende onderdelen. Hoe wordt ervoor gezorgd dat dit overzicht wordt behouden? Daarnaast spreekt het rapport over de grote aantallen overlegcircuits en het parafencircus bij Defensie. Dit werkt bureaucratie in de hand, vertraagt en is inefficiënt. Het lijkt mij een verspilling van tijd. Wat doet de minister eraan om deze situatie in zijn algemeen te verbeteren?
Voorzitter,
In het ABD rapport wordt ook melding gemaakt van het veelvuldig voorkomen van bovenwettelijke regels bij de krijgsmachtonderdelen. Dit werkt ondoorzichtigheid van regelgeving voor de werknemers in de hand. Hoe gaat de minister de aanbeveling overnemen om zo snel mogelijk van het informele regel en voorschriften circuit af te komen? Dit zal de transparantie naar ´hoe zaken bij Defensie horen te gaan en zijn geregeld, snel doen toenemen.
Voorzitter,
In het rapport van ABD Topconsult wordt aanbevolen het sectoroverleg met de bonden en de medezeggenschap beide onder de vleugels van de Secretaris Generaal te brengen. Gezien de reorganisatie en de vertraging die hierin is opgelopen, is dit een belangrijke wijziging in de manier van werken. Onduidelijk is of dit betekent dat initiatieven van individuen en kleinere werknemers verenigingen meer ruimte krijgen om mee te denken binnen de Defensieorganisatie. Graag hoor ik van de minister hoe zij dit ziet in het kader van een duurzaam personeelsbeleid.
Voorzitter,
Zoals ik in mijn inleiding al aangaf is de VVD verheugd over de hervatting van de onderhandelingen met de centrales over de reorganisatie. De VVD is tevreden met het nieuwe voorstel tot compensatie voor defensiepersoneel als gevolg van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL). Dit neemt onzekerheid bij het personeel weg en daar zijn wij blij mee. De vertraging door het opschortten van het sectoroverleg kostte € 9,5 miljoen per maand. Voor wat betreft de oplossing op de lange termijn wachten we het plan van de minister af. Zij heeft niet voor niets gezegd “Linksom of rechtsom, we vinden een oplossing om de ongewenste loonderving vanaf 2014 op te lossen.”
Voorzitter,
Mij heeft nieuwe informatie bereikt ten aanzien van de Turkse dienstplicht voor Nederlands/Turkse militairen. Nederlandse militairen die tevens beschikken over de Turkse nationaliteit dienen in Turkije aan hun dienstplicht te voldoen. Deze plicht kan worden afgekocht met €10.000. Dat is vreemd. Turkije is een NAVO bondgenoot. Theoretisch gezien zijn Nederlands/Turkse militairen momenteel actief in Adana bij de Patriots. Nieuwe informatie toont aan dat Turkije in het verleden onjuist heeft aangenomen dat de dienstplicht in Nederland is afgeschaft. Dit is niet het geval. De dienstplicht bestaat, maar de opkomstplicht daarvan is opgeschort. Tevens heeft de Turkse regering voor NAVO bondgenoot Bulgarije in 2005 een verdrag ondertekend waardoor Bulgaars/Turkse militairen die in Bulgarije in militaire dienst zijn worden vrijgesteld van de dienstplicht in Turkije. Is de minister met de VVD van mening dat op basis van deze nieuwe informatie opnieuw een oproep moet worden gedaan aan Turkije om de dienstplicht in Turkije voor Nederlands/Turkse militairen op te heffen? En hoe zorgt de minister ervoor dat het misverstand over afschaffing van de Nederlandse dienstplicht in Turkije wordt weggenomen? Kan de minister samen andere navo bondgenoten onderzoeken of hier iets aan gedaan kan worden.
Voorzitter,
In de Personeelsrapportage wordt vrijwel geen aandacht besteed aan reservisten. De laatste kamerbrief over reservistenbeleid dateert van 2009. Reservisten kunnen piekbelasting opvangen en verdienen meer toewijding en aandacht vanuit de defensieorganisatie dan nu het geval is. Hoe staat het met het reservistenbeleid? De VVD is van mening dat een flexibele schil in de defensieorganisatie belangrijk is. Het reservistenbeleid moet integraal onderdeel uitmaken van het personeelsbeleid en de toekomstige bedrijfsvoering. Daarbij moet rekening worden gehouden met een aantal randvoorwaarden zoals kwaliteit, werkgeverssupport, brede werving en selectie, arbeidsvoorwaarden, mogelijkheden voor zzp-ers en mogelijkheden om ook buiten Nederland te worden ingezet. Dit moet wat de VVD betreft met bevlogenheid worden opgepakt en niet worden uitgesteld. Kan de minister aangeven wanneer de kamer een dergelijke hoopgevende reservistennota mag verwachten?
Voorzitter,
Tot zover in eerste instantie.