Rapport Kosten Koper: weinig nieuws, veel lucht - Hoofdinhoud
De commissie Parlementair onderzoek Huizenprijzen heeft vandaag haar eindrapport gepubliceerd, getiteld ‘Kosten Koper’. De commissie deed onderzoek naar de explosieve prijsstijgingen en het daaropvolgende instorten van de huizenmarkt in de periode 1995-2012. De huizenprijzen stegen in die periode met 250%.
De belangrijkste conclusie uit het rapport luidt, dat de overheid in de achterliggende decennia te weinig gedaan heeft om grote prijsstijgingen op de Nederlandse woningmarkt tegen te gaan, en dat een ‘zeepbel’ is ontstaan, die uiteenspatte kort na het ontstaan van de kredietcrisis in 2008.
In het rapport worden lessen getrokken en aanbevelingen gedaan voor de toekomst. De belangrijkste aanbeveling is dat de overheid meer regie moet voeren op de huizenmarkt. De commissie pleit ook voor een bovengrens van de verhouding tussen hypotheek, inkomen en woningwaarde.
De 50PLUS-fractie waardeert de degelijke feitelijke analyse van het Eindrapport, op basis van vele gesprekken met deskundigen, en werkbezoeken. De analyse leidt echter niet tot belangrijke nieuwe inzichten, of een echt samenhangende visie, hoe gekomen kan worden tot het normaliseren van evidente onevenwichtigheden in de Nederlandse koopwoningmarkt. Het verwondert 50PLUS dat niet een richtinggevend antwoord wordt gegeven op de vraag hoe de huidige malaise op de woningmarkt kan worden bestreden. Ook problemen als restschulden en onderwaterhypotheken komen niet diepgaand aan bod. De conclusie van de commissie, dat niet de hypotheekrenteaftrek zelf, maar de ‘tophypotheken’ die het ook mogelijk maakten om maximaal van de aftrek te profiteren, de huizenprijzen zo opgestuwd hebben, geeft volgens de 50PLUS-fractie aan dat het op zich goede fiscale instrument om eigen woningbezit te bevorderen tot deze perverse situatie heeft geleid. Het instrument is te weinig gericht ingezet, en er werd grif rente aftrek verleend, zonder te kijken of de hoogte van hypotheken nog wel in een verstandige verhouding stonden tot het inkomen en de waarde van de woning.
Norbert Klein: “Wij moeten toe naar een duurzamer financieringsmodel voor de koopwoningmarkt. Het vorige kabinet en dit kabinet hebben daar een eerste stap voor gezet, maar er is nog te weinig samenhang, helderheid en slagkracht in het beleid om de dynamiek in de koopwoningmarkt te herstellen. Denk aan hypotheken. Wat de consument wil is betaalbaarheid, duidelijkheid en koersvastheid. Alleen daardoor kan de markt aantrekken”. Banken zullen terug moeten naar de basis en hun verantwoordelijkheid moeten nemen, door hypotheken te verstrekken die verantwoord zijn in relatie tot met name de waarde van de woning. Er zou gedacht kunnen worden aan een grondslag van maximaal 80% van de waarde van de woning, met uitzondering van starters. De suggestie van de commissie om, kijkend naar de relatie met het pensioen, volledige aflossing, niet in 30, maar in 40 jaar te overwegen spreekt aan.
Klein vraagt verder aandacht voor de rol die Pensioenfondsen nog kunnen spelen. Pensioenfondsen, waar het grootste deel van de besparingen van Nederlandse burgers zit. Zij kunnen in de toekomst op een verantwoorde wijze, en vrijwillig betrokken worden bij hypotheekfinanciering, en zo bijdragen aan prijsgunstiger hypotheekverstrekking.Woningcorporaties moeten zich weer meer gaan richten op hun oorspronkelijke kerntaak: het bouwen en onderhouden van sociale huurwoningen voor het lagere huursegment, en niet concurreren op de vrije sector woningmarkt, door een lagere huur te vragen dan rendementstechnisch verantwoord is in relatie tot de bouwkosten van de woning. Als de woningcorporatie zich weer richt op haar kerntaak, krijgt woningbouw in de vrije huursector ook weer een kans. Dat dempt prijsstijgingen van koopwoningen in de toekomst. Ook dat kan bijdragen aan het weer gezond maken van de koopwoningmarkt.
De voorlopige slotconclusie naar aanleiding van het eindrapport ‘Kosten Koper’ zou kunnen luiden, dat de overheid de koopwoningmarkt te veel op zijn beloop liet, en onverantwoorde woningfinanciering mede faciliteerde, door een zeer ruime en te weinig gerichte hypotheekrenteaftrek. 50PLUS waarschuwt echter, dat de overheid nu niet in een tegenovergestelde reflex moet schieten. Maatvoering en tempo in aanpassing van beleid zijn cruciaal.
Klein: “De overheid moet nu geen strakke ‘regie’ over de woningmarkt gaan voeren, maar vooral binnen grenzen heldere randvoorwaarden creëren voor een goed functionerende en evenwichtige koopwoningmarkt”.