Bonnie & Dijsselbloem - Hoofdinhoud
Column van de senator op ftm.nl, dinsdag 26 maart 2013
In de dagen van Bonnie en Clyde was geld op de bank veiliger dan in het huidige Europa, stelt senator Kees de Lange. En met Jeroen ‘blauwdruk’ Dijsselbloem faalt de beveiliging.
Dat de introductie van de euro een kostbare misrekening is geweest, daar is iedereen het zo langzamerhand wel over eens. Ondanks serieuze bezwaren van diverse wetenschappers ging in 1999 - vooral om politieke redenen - een Europese Monetaire Unie (EMU) van start onder het motto ‘one size fits all’. Echter, aan de voorwaarden die nodig zijn voor een succesvolle monetaire unie, was niet voldaan. Immers, de economieën van de betrokken landen liepen ernstig uit de pas, vrije arbeidsmobiliteit en vrije kapitaalstromen in de hele eurozone waren afwezig, en ook van een fiscale transferunie was geen sprake. Het belangrijkste probleem was, en is, dat de economieën van Noord- en Zuid-Europa sindsdien alleen maar verder uit elkaar zijn gaan lopen. Met als onmiddellijk gevolg: een brede en langdurige stagnatie en recessie. En voorlopig zal dat nog wel even voortduren.
Garanties verdubbeld
Na de invoering van de euro zijn alle daaruit voortkomende problemen steeds benaderd vanuit het politieke idee dat de euro tot elke prijs behouden diende te worden. De prijs van die politiek is aardig opgelopen en loopt dagelijks nog verder op. Uit een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2012, getiteld ‘Risico’s voor de overheidsfinanciën’, blijkt dat tussen 2008 en 2011 de door de overheid verleende garanties ongeveer verdubbeld zijn. Als we de garanties aan Europese steunfondsen, aan het IMF en aan Griekenland op een rij zetten, dan komen we tot 150,6 miljard, zo’n 25 procent van ons bruto nationaal product. Over de vraag in hoeverre deze garanties ooit tot uitbetaling zullen moeten komen, heerst vooral onduidelijkheid. Duidelijk is wel dat het ons vele miljarden zal gaan kosten.
Grenzen oprekken
Bij voorgaande reddingsoperaties zijn veel vragen opgeworpen over de democratische legitimiteit ervan, zonder dat de antwoorden erg bevredigend waren. Vooral de Europese Commissie en de ECB gingen tót, of óver de limieten van hun mandaat. En bij elke nieuwe reddingsoperatie worden de grenzen van wat nog aanvaardbaar is verder opgerekt, en worden steeds grotere rekeningen bij de belastingbetaler gelegd. Het voorbeeld van Cyprus zou tot bezinning moeten leiden, maar opnieuw gaat prestige van politici boven de belangen van de gewone burger. Hoelang wordt dit alles nog geaccepteerd door de belastingbetaler die zoals gebruikelijk voor alle risico’s mag opdraaien? De benoeming van Jeroen Dijsselbloem tot hoofd van de eurogroep werd in brede kring afgeschilderd als een succes voor Nederland. Daar kan men genuanceerd over denken. Een voorzitter van welke organisatie dan ook kan alleen functioneren als hij standpunten inneemt en verdedigt die op voorhand door de overige leden niet geheel onredelijk en potentieel aanvaardbaar worden gevonden. Als Minister van Financiën van Nederland is zijn rol een heel andere, namelijk om zonder omwegen de belangen van ons land te dienen. En omdat de belangen van Nederland nogal ver verwijderd zijn van het Europees gemiddelde en met name van die van de gebieden van economische treurnis in Zuid-Europa, moet onze Jeroen in zijn hoofd zaken verenigen die simpelweg onverenigbaar zijn. Niemand hoeft dan ook verbaasd te zijn dat hij daar niet in slaagt. En dan is er maar weinig nodig om het vermeende internationale respect dat met deze functie samenhangt, te zien verkeren in zijn tegendeel. Opnieuw is Cyprus een triest maar verhelderend voorbeeld.
Cyprus: paradijs van hoeren, gokkers en zwart geld
Tja, Cyprus, what’s new pussycat? - om maar eens een oude klucht te citeren. Het is voor iedereen die zijn ogen niet in zijn zak heeft al jaren duidelijk dat dit paradijs van hoeren, gokkers en bezitters van zwart geld door en door corrupt is. Het heeft een bankensector, als de financiële conglomeraten daar dat woord verdienen, die vele malen te groot is voor dat eilandje. Iedereen kon dat weten, de ECB wist dat, de Europese politiek was op de hoogte, maar niemand deed wat. Tot het natuurlijk een keer mis ging, en wel heel grondig. Van het vervolg werd je niet vrolijk. Russische roulette werd al snel uitgebreid met Russische chantage, en de Europese politiek excelleerde in nieuwe uitingen van besluiteloosheid. Alle oude argumenten waar zo langzamerhand zelfs de politici niet meer in geloven werden weer eens van stal gehaald. Bij een failliet van Cyprus zouden de gevolgen voor Europa dramatisch zijn, de financiële pleuris zou weer eens uitbreken, en de economische ondergang van ons werelddeel was opnieuw aanstaande. Nieuw was wel dat het depositogarantiestelsel openlijk ter discussie werd gesteld. Nu was dat al op sterven na dood, zelfs in een relatief goed functionerend land als Nederland. Bij de ondergang van SNS Reaal konden de garanties al niet meer opgebracht worden door de resterende banken in ons land. ING en ABN Amro hangen aan het overheidsinfuus, en Rabo zucht en steunt onder de al maar toenemende last van slechte hypotheken. Aan het SNS-debacle moesten deze banken nog met pijn en moeite 1 miljard bijdragen, maar de overige miljarden aan garanties mocht de Nederlandse belastingbetaler ophoesten. Exit depositogarantiestelsel, zou je denken. Maar nee, in de virtuele wereld van de politiek wordt zelfs gepleit voor een Europees depositogarantiestelsel, alsof de echte wereld niet gewoon doordraait. Op Cyprus worden de spaarders stevig aangepakt, maar helaas wel op een manier die veel van doen heeft met volledige rechteloosheid van de depositohouder. De terechte noodzaak om witwasoperaties te verhinderen en af te straffen is natuurlijk van een andere orde dan iedereen die meer dan het nogal willekeurige bedrag van 100 duizend euro aan spaargeld bezit, automatisch als een belastingontduiker te bestempelen.
Gebruikelijke besluiteloosheid
Opnieuw kon de Europese burger getuige zijn van de gebruikelijke besluiteloosheid van de Europese politiek. Opnieuw bleek dat politieke chantage en vertragingstactieken van de Cypriotische regering hun vruchten afwierpen. En dat zal ook in de toekomst zo blijven als niet de enige logische conclusie uit een dergelijk rampenscenario wordt getrokken, namelijk dat Cyprus met de grootst mogelijke spoed de eurozone dient te verlaten. Door diverse Europese denkers en wetenschappers zijn hiervoor een aantal plausibele exit-strategieën aangereikt, zoals scenario’s van parallelle munten van Dr. Thomas Mayer, The Matheo Solution (TMS) van euroresearcher André ten Dam en de ‘euro holiday’ voor probleemlanden van Prof. Dr. Hans-Werner Sinn. Maar zolang zelfs in de Eerste Kamer de fracties van VVD en PvdA, gesteund door de altijd eurokritiekloze CDA, D66 en GL, voorstellen voor een bijeenkomst van Europese wetenschappers en deskundigen op monetair gebied als kritiek op het Nederlandse overheidsbeleid zien, is er maar weinig hoop op een oplossing. Pas als de politiek erkent dat men langdurig de situatie rond de euro verkeerd heeft ingeschat, zal er verandering optreden. Te vrezen valt dat het doorbreken van dergelijke inzichten ongeveer zal samenvallen met Sint Juttemis.
Bonnie & Clyde
Hoe nu verder? Als de banken op Cyprus weer een keer opengaan, ontstaat ongetwijfeld een bankrun die tot nieuw crisisberaad aanleiding zal geven. Ook spaarders in andere landen zullen inzien dat garanties in Europa slechts zo lang duren als de politieke waan van de dag gebiedt. Weliswaar zal dit een geweldige impuls betekenen voor de detailhandel in oude sokken, maar de stabiliteit van het Europese bankenstelsel wordt er niet beter van. Ook in Nederland niet. Want je hoeft geen doemdenker te zijn om te beseffen dat je spaargelden slechts zo veilig zijn als de opportunistische politiek van de ene dag op de andere beslist. Zelfs in de dagen van Bonnie en Clyde was je geld op de bank veiliger dan in het huidige Europa het geval lijkt.