Gelovigen zijn de nieuwe provo’s - Hoofdinhoud
In de zaterdagse Trouw mag iedere week een bekende Nederlander zich spiegelen aan de Tien Geboden. Zo ook in de editie van afgelopen weekend waarin schrijver Jan Brokken zich langs Gods meetlat legde en zich daarbij als een hele gewone Nederlander liet kennen.
Bij het eerste gebod moeten direct al de kaarten op tafel en wordt duidelijk hoe het staat met het geloof in de God van Abraham, Izaäk en Jacob. In het leven van Brokken bleek het christendom verschrompeld te zijn tot cultureel erfgoed. Hij meldde dat hij “de moeilijke weg” was gegaan door afscheid te nemen van het kinderlijke geloof en door de overtuiging op te vatten dat een “allesbestierende God eenvoudigweg niet kón bestaan”. Die “moeilijke weg” van hem bleef bij me haken. Want hoe moeilijk is de weg van het ongeloof eigenlijk in Nederland?
We hebben nu een paar decennia secularisatie achter de rug, boekenkasten vol romans van mensen die het geloof der vaderen vaarwel hebben gezegd en christenen zijn de nieuwe minderheid. We hebben D66 die de tanden nog even op elkaar zet voor een eindsprintje waarna ook de laatste wetten aan die nieuwe, seculiere werkelijkheid zijn aangepast. Het is zoals het is. Ik heb me vanaf de middelbare school tot de dag van vandaag ook nog nooit iets anders gevoeld dan een uitzondering op de regel. Eindeloos veel keer ben ik bevraagd op mijn geloof, hoe ik dat rijm met wetenschap en redelijkheid. Ik ben soms ook op het neerbuigende af gecomplimenteerd met het feit dat het ‘zo bijzonder was dat ik dat allemaal nog geloofde’. Ik beklaag mij daar niet over, integendeel, ik word liever bevraagd dan genegeerd. Maar in het licht van de vier decennia van mijn leven verwonder ik mij erover dat een schrijver meld dat afscheid van God en geloof “de moeilijke weg” zou zijn. Suggererend dat het tegenovergestelde de makkelijke weg is.
Misschien is het inderdaad moeilijk om je ouders te moeten melden dat jij een punt zet achter een familietraditie van kerkgang en geloof. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Maar in cultureel opzicht is het alles behalve moeilijk om het geloof het geloof te laten. Tijs van den Brink hoeft voor zijn programma ‘Adieu God?’ niet lang en ver te zoeken voor zijn kandidaten. Wie ‘nog’ wel gelooft, wordt tegenwoordig geacht dat achter de voordeur, thuis te laten. En als het op de vraag van geloof of ongeloof aankomt, ligt in onze cultuur de bewijslast bij de gelovige. Een niet-gelovige mag zijn schouders ophalen bij de vraag naar het ontstaan van deze wereld en naar de basis voor het verschil tussen goed en kwaad. Maar een gelovige komt daar niet mee weg als hem gevraagd wordt naar God en het lijden, rede en geloof, naar de verhouding tussen een exclusieve waarheid en het respect voor anderen. En nogmaals, dat is geen klacht, maar een constatering.
Een tijdje geleden zat ik in een forum met Herman Philipse, de Nederlandse hogepriester van het atheïsme. Hij vond christenen eigenlijk geen redelijke gesprekspartners, omdat ze hun vooronderstellingen nooit in twijfel trokken. Ik viel van mijn stoel verbazing. Want als je als gelovige niet zelf al op dat idee kwam, dan is het je omgeving wel die dat doet. Christelijke vooronderstellingen worden constant in twijfel getrokken en niet in de laatste plaats door christenen zelf. Er is geen christelijk geloof zonder twijfel, wel geloof ondanks de twijfel. En misschien is het een “moeilijke weg” om in Mexico de katholieke kerk te verlaten. Het is zonder enige twijfel “de moeilijke weg” om in Egypte de islam los te laten en atheïst of christen te worden. Misschien was het in Philipse’s jeugd een “moeilijke weg” om in huiselijke kring het atheïsme te belijden. Maar nu? Het loslaten van kerk en geloof heeft in onze contreien toch echt de proporties aangenomen van het nieuwe kuddegedrag.
Als je in de God van Abraham, Izaäk en Jacob gelooft, als je gelooft dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is, als je dat geloof niet achter de voordeur verstopt, dan maak je in dit land een tegendraadse keus. Gelovigen zijn de nieuwe provo’s.
Gert-Jan Segers is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie