Werkbezoek aan Brussel over milieu en klimaatbeleid - Hoofdinhoud
BRUSSEL - Op maandag 4 februari bracht de commissie I&M, bestaande uit Henk van Gerven (SP), Jan Vos (PvdA), Liesbeth van Tongeren (GL), Agnes Mulder (CDA), Stientje van Veldhoven (D66) en Remco Dijkstra (VVD) een werkbezoek aan Brussel. De griffie had dit werkbezoek uitstekend geregeld.
Hoewel ik vaker in Brussel was, is de indruk van de enorme glazen kantoorgebouwen, de afhankelijkheid van de stad van de EU en het feit dat ieder land een eigen Euro-commissaris (er zijn er liefst 27!) heeft, toch wel het vermelden waard. In de ochtend had de delegatie een gesprek met de Deense Eurocommissaris Connie Hedegaard. Het ging o.a. over klimaatbeleid, het emissiehandelssysteem (ETS) en toekomstige ontwikkelingen richting 2030. Hedegaard vertelt enthousiast en nam de tijd om serieus vragen te beantwoorden. .
Ik heb benadrukt dat voor de VVD een gelijk concurrentiespeelveld belangrijk is. Ambitieus klimaatbeleid mag niet ten koste gaan van banen. Wat hebben we eraan als complete industrietakken naar Brazilië of Azië vertrekken? Tegelijkertijd willen wij doelen halen, maar moeten de middelen daartoe (bv. ETS-heffing) geen doel op zich worden. ETS (emmissiehandelsysteem) was ooit bedoeld als middel om CO2-te reduceren en als aansporing voor het bedrijfsleven om te innoveren. Hedegaard gaf aan dat ETS-gelden inmiddels door overheden worden ingeboekt in de begroting. Daarmee vatbaar voor andere politieke doeleinden. Ook benadrukte ze dat vervuilers moeten betalen (pay for polution), wat uit haar mond meer klonk als een boetedoening dan als een stimulans. De ETS-heffing is niet zodanig dat innovatie geremd wordt, stelde ze. Hoe we ETS kunnen laten werken, komt nog volop aan de orde in volgende debatten.
Hedegaard barst van de ambitie om de EU koploper op klimaatbeleid te laten zijn. Ze rekent daarbij op steun van de voorzitter Barroso, maar levert ondertussen strijd met andere EU-commissarissen die zaken meer vanuit de economische hoek invliegen. “De EU voorop met klimaat en de wereld volgt dan wel”, is haar stelling. Over de ideale economie van de toekomst had ik nog wel langer met haar door willen spreken. Het mag duidelijk zijn dat we niet over alles hetzelfde denken.
Helaas kreeg ik geen helder antwoord op de vraag hoeveel Europees klimaatbeleid, dat gericht is op de reductie van C02-uitstoot, kan opleveren om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Europa levert circa 10% van de mondiale uitstoot en de directe relatie van ons klimaatbeleid (mitigatie) en vooral welk effect dat heeft op de thermosstaat van de aarde heeft niemand mij aangetoond. Kritische vragen daarover worden meestal stekelig ontvangen. Voor veel mensen staat het immers al vast: de mens is de oorzaak van klimaatverandering en C02 is de grote boosdoener.
Voor mij is van belang dat iedere euro verantwoord besteed wordt. Daar hoef ik geen wetenschapper voor te zijn. Klimaatadaptie, het toekomstbestendig maken van de omgeving tegen veranderende weersinvloeden en -omstandigheden, klinkt verstandiger en is in ieder geval iets beter meetbaar.
’s Middags presentaties in het gebouw van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging. Over de werkwijze en actuele dossiers, presentaties over elektrisch vervoer en de plannen van de EU op dit gebied en debat over biobrandstoffen. Over biobrandstoffen is in de Tweede Kamer al veel gesproken. Ik vond het interessant om te vernemen wat de opvattingen zijn. Dat bio-ethanol veel bruikbare restproducten oplevert. Biobrandstof (10% op termijn) reduceert de benodigde import van olie, die in de miljarden loopt. Onze afhankelijkheid van olie-import verkleinen klinkt verstandig.
De dag werd prima afgesloten en vervolgens per auto richting Den Haag.