Het CDA is nu definitief de weg kwijt - Hoofdinhoud
Tijdens de verkiezingscampagne in juni vorig jaar eiste Sybrand van Haersma Buma nog dat de VVD kleur moest bekennen over Europa, tegen de PVV in. Nauwelijks een maand later eistte hij dat Frankrijk door de Europese Commissie op de vingers getikt moest worden over het Franse pensioenbeleid. Europarlementariër Wim van de Camp hield een paar weken geleden in Buitenhof nog een puur pro-Europees verhaal. En nu komt partijleider Buma met een frontale aanval op Europees beleid. Milieuregels kunnen overboord en sociale minimumnormen mogen in de prullenbak.
Drie zaken vallen op.
Ten eerste is wat Van Haersma Buma bepleit in zekere zin niets nieuws: in het regeerakkoord staat helder dat de Europese Commissie al het Europees beleid tegen het licht moet houden, om te zien welke beleidsonderdelen na zestig jaar Europese politiek weer naar het nationale niveau kunnen. Dit is een gezonde en noodzakelijke exercitie: het maakt Europees beleid sterker, en geloofwaardiger.
Bovendien is het de vraag welk beleid terug kan naar het niveau van de lidstaten. Wat mij betreft in elk geval plattelandsontwikkeling.
Ten tweede ontdoet Van Haersma Buma zich van het sociaal bewogen vlaggetje waarmee hij de laatste maanden stond te zwaaien. Weg met de gelijke spelregels voor ondernemers! Op sociaal gebied moeten ze hard met elkaar concurreren. Het land met de slechtste sociale wetgeving wint, ten koste van de werknemers - met name in de landen die hun sociale wetgeving nu nog redelijk goed voor elkaar hebben.
Ten derde wil de CDA-leider af van milieubeleid, om te beginnen met de nitraatrichtlijn. Boeren mogen van hem onbeperkt gier spuiten, en elke lidstaat moet zelf maar uitmaken hoeveel. Opnieuw: dan wint de lidstaat die de boeren geheel vrij laat, ten koste van boeren in landen waar het milieu beter beschermd wordt, en ten koste van het milieu. De stinkende groene algen op de stranden van Bretagne, de aantasting van de biodiversiteit, het geeft allemaal niks.
De nitraatrichtlijn - niet meer dan 170 kg nitraat per hectare per jaar - beschermt het grondwater en het oppervlaktewater binnen de EU. Dat is ons drinkwater, en in gebieden met veel boeren is dat vaak niet geschikt voor consumptie, juist vanwege de hoge concentratie nitraat. Water stroomt over de grens. Het is dus ook daarom (naast het belang dat boeren hebben bij gelijke spelregels) een Europees, en geen nationaal probleem.
Zelf vind ik dat de nitraatrichtlijn aan herziening toe is. De richtlijn zou niet het middel (max. 170 kg nitraat per hectare) maar het doel moeten vastleggen: niet meer dan 50 mg nitraat in het water. Hoe je daar komt, dat kan elke lidstaat zelf bepalen, afhankelijk van bodemgesteldheid en gewassoorten.
De eurosceptische move van het CDA is niet in het belang van werknemers, niet van de boeren en niet van het milieu. Evenmin is dit in het belang van de kwaliteit van de Europese samenwerking: wie zulke essentiële zaken onderuit haalt als sociale bescherming en het milieu, ondermijnt de kwaliteit van leven van miljoenen Europese burgers en daarmee de geloofwaardigheid van de EU.
De verhouding tussen nationale en Europese politiek verandert razendsnel de laatste jaren. Gedwongen door de realiteit van het groeiende aantal grensoverschrijdende vraagstukken werken de lidstaten meer en meer samen. Waar nationale macht leeg en nietig is geworden - klimaat en financiële markten zijn voorbeelden - maakt eendracht nieuwe macht. Regelmatig de bezem erdoor is gezond, in een open en kritisch debat. Het helpt niet als nationale kopstukken zich ertoe beperken krampachtig gehoor te geven aan eurosceptische klaagzangen.
Afbeelding: http://www.sxc.hu/photo/809292/?forcedownload=1