Besluit minister positief voor promovendi - Hoofdinhoud
23 januari 2013
Promoveren moet aantrekkelijk blijven en mensen in een wetenschappelijk promotietraject hebben recht op een fatsoenlijke en eerlijke arbeidspositie. Daarom is het verstandig dat minister Bussemaker van Onderwijs en Wetenschap heeft besloten om geen bursalenstelsel in te voeren, zoals het vorige kabinet voorstelde. Met dit plan zou de positie van de promovendus behoorlijk verslechteren.
In het een bursalenstelsel zou een deel van de promovendi in Nederland op termijn niet langer een dienstverband en bijbehorend salaris zou krijgen. In plaats daarvan zouden zij collegegeld gaan betalen en een studietoelage krijgen. Van een arbeidsrelatie zou in veel gevallen geen sprake meer zijn. Voor universiteiten zou dit volgens het vorige kabinet financieel voordeel opleveren, maar voor promovendi zou dit een verslechtering van hun positie betekenen. Indertijd heeft de PvdA haar zorgen en bezwaren tegen dit plan al geuit. Een bursalenstelsel schaadt namelijk de financiële, sociale en arbeidsrechtelijke positie van promovendi en daarmee ook de aantrekkelijkheid van het promoveren aan universiteiten. Ook vanuit studenten- en promovendikringen bestonden hiertegen veel bezwaren.
De Raad van State sprak zich uit tegen dit voorstel. De minister heeft dit onzalige plan nu gelukkig gepromoveerd naar de prullenbak. Er komt wel een klein experiment met promotiestudenten, maar dit tast de huidige positie van promovendi niet aan. Het experiment zal ik kritisch volgen. Het huidige systeem van promovendi blijft met het uitgesproken voornemen van de minister overeind. En dat stemt tot tevredenheid.