Discussieer mee over sociaal leenstelsel - Hoofdinhoud
Ik vind het belangrijk dat er de komende jaren wordt geïnvesteerd in onderwijs. Door de invoering van een sociaal leenstelsel, waartoe de minister van Onderwijs een eerste aanzet heeft gegeven, wordt ruimte gecreëerd om bijvoorbeeld docenten beter op te leiden en studenten meer persoonlijke aandacht te geven. De lening die studenten aangaan wordt naar draagkracht terugbetaald, afhankelijk van de baan die een student na de studie vindt.
Ik zie de brief van de minister als een startpunt van een brede discussie met studenten, andere politieke partijen, belangenorganisaties en de minister over hoe we het sociaal leenstelsel gaan vormgeven. Ik nodig iedereen daarom uit om zijn of haar ideeën op tafel te leggen.
De toegankelijkheid van het hoger onderwijs is van het grootste belang. Daarom ben ik blij dat de aanvullende beurs in stand wordt gehouden voor mensen met een lager inkomen. Wel ben ik bezorgd over de situatie van kinderen met onvindbare ouders. Ik wil graag met de minister van gedachten wisselen over deze groep kinderen, omdat ik wil dat het hoger onderwijs ook voor hen toegankelijk blijft.
Het invoeren van een sociaal leenstelsel vraagt van studenten dat zij zelf meer investeren in hun toekomst. Na het afstuderen heeft een student ruim de tijd om een studielening terug te betalen. Hoeveel terugbetaald moet worden hangt af van het inkomen. Iemand die weinig verdient betaalt minder terug dan iemand die een hoog salaris heeft. Alle opbrengsten van het sociaal leenstelsel worden geïnvesteerd in het onderwijs. Zo dragen afgestudeerden bij aan degenen die na hen gaan studeren.
Op basis van de brief van de minister ga ik graag met iedereen het gesprek aan hoe we het sociaal leenstelsel op een goede manier kunnen gaan vormgeven. Voor mij staat in ieder geval voorop dat ieder talent tot zijn recht moet komen. Ik sta ervoor dat iedere jongere uitzicht heeft op een goede opleiding en zijn of haar talent maximaal kan ontplooien.