Bouwleges: zijn ze van de pot gerukt?

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op zaterdag 27 oktober 2012, 13:32.

In februari 2000, twaalf en een half jaar geleden, stelde Remi Poppe schriftelijke vragen over het artikel “leges: heel veel geld voor flutwerk.” Grond voor het artikel was een dissertatie waarin onderzocht was of gemeenten voldeden aan de verplichting van artikel 229b van de Gemeentewet, waarin gesteld wordt dat leges maximaal gelijk mogen zijn aan de reëel te maken kosten voor de af te geven vergunning. Het is nu 2012 en de kwalificatie “veel geld voor flutwerk” is voor de meeste gemeenten nog steeds van toepassing.

gezien de prijs van een bouwvergunning zou je denken dat de afgifte plaats vindt na zware onderhandelingen

In maart 2000 beloofde toenmalig VVD-staatssecretaris Johan Remkes al beterschap: de gemeenten zouden transparanter worden over de kostenonderbouwing. Om die reden wilde hij nog niet met verplichtende maatregelen komen. Toen ik in september 2007 bij staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse zaken informeerde hoe het ermee stond, was het antwoord na veel omhaal van woorden nog steeds: ‘Vooralsnog wordt er niet gedacht aan een verplichte regeling.’ Mijn collega’s Karabulut en Van Raak probeerden het nog maar eens in 2010 en samen met Ronald van Raak deed ik het nog eens dunnetjes over in juni 2011. Antwoord van minister Donner: ‘Het toetsen van de tarieven aan het criterium «maximaal kostendekkend» is voorbehouden aan de rechter.’

Op 31 juli 2012 rapporteerde accountantsbureau Deloitte over een enquete over de transparantie van leges voor de omgevingsvergunning, waarin de bouwvergunning inmiddels is opgegaan. Minder dan de helft van de gemeenten nam deel. Je mag ervan uitgaan dat dit nog de meer verlichte geesten in gemeenteland betreft. Desondanks zijn de uitkomsten onthutsend. Slechts 28% van de gemeenten past de transparantierichtlijn toe die door hun eigen organisatie VNG ontwikkeld is. De rest vindt de regeling “te moeilijk”, of baseert de tarieven op “indexering” (…??) of op een “politiek besluit”.

Wat is uiteindelijk het materiële effect van dit balletje-balletje-tarievenbeleid? Dat blijkt op pagina 40 van het Deloitte rapport. Als je een bouwvergunning aanvraagt voor een woning met stichtingskosten van €238.000 inclusief BTW (was ten tijde van de enquete de gemiddelde nieuwbouwprijs) betaal je daar gemiddeld aan leges voor: €4.838,65. Dit is geen typo: acht en veertig honderd achtendertig euro en vijfenzestig centen. Alsof je een emmer leeggooit.

Wat mij betreft is de maat vol. Het moet onderhand eens afgelopen zijn met de vrijbrief voor gemeenten om van-de-pot-gerukte-legestarieven te kunnen rekenen terwijl de bouw in een diepe crisis zit. Volgende week kom ik bij de behandeling van de begroting Binnenlandse Zaken met een motie om een einde te maken aan deze praktijken. Ik ben het beu.

Antwoorden SV Remi Poppe (2000): BT 20000331 ANTW Poppe bouwleges

Antwoorden SV Paulus Jansen (2007): BT 20070910 ANTW Jansen bouwleges

Antwoorden SV Ronald van Raak/Sadet Karabulut (2010): BT 20100920 ANTW vRaak-Karabulut bouwleges

Antwoorden SV Paulus Jansen/Ronald van Raak (2011): BT 20111006 ANTW Jansen-vRaak bouwleges

Rapport Deloitte (2012): BT 20120731 RAP transparantie leges Deloitte