Hoe ik in aanraking kwam met de politiek - Hoofdinhoud
Interview Trouw 1 september 2012
“Ik sta op nummer 33 van de PvdA-kandidatenlijst, twee plaatsen hoger dan in 2010. Het kan, het is mogelijk om in de Tweede Kamer te komen. Ik heb zo’n 17000 voorkeursstemmen nodig, de vorige keer had ik er zonder eigen campagne 4500. Maar toen stonden we er beter voor in de peilingen. Typisch Nederlands trouwens: als je positie op de lijst onder de peilingen zakt tel je niet mee. In Engeland, al ben je nummer tachtig, ben je trots dat je mee mag doen. Nummer vijf zou toch net zo hard moeten lopen als nummer tachtig? Dat zou veel beter zijn, dat puur het aantal stemmen telt, en niet je positie op de lijst.
Als Kamerlid wil ik vooral blijven doen waarom ik op mijn zestiende politiek actief werd: concrete zaken realiseren. Als ik nu door Gouda fiets kan ik zeggen: aan dat trapveldje heb ik meegewerkt, en aan dat traject voor jongeren met gedragsproblemen, die nu in beveiliging werken. Vanuit Den Haag wil ik ervoor zorgen dat meer jongeren uitzicht hebben op een baan. Ik spreek nog steeds veel jonge mensen die het gevoel hebben dat het uitmaakt waar je wieg heeft gestaan, in welke buurt je woont, dat raakt me. Ik heb het zelf ervaren, ik was ook geen lieverdje. Het valt niet mee om er bij te horen: je solliciteert, je wordt geweigerd, je gaat uit, je wordt geweigerd, je blijft tot in eeuwigheid die Marokkaan. Of je bent heel succesvol, of je valt buiten de boot. Ik droom nog steeds van een samenleving waarin die polarisering verdwenen is. Waarin we grenzen stellen én perspectief bieden.
Mijn eerste contact met de politiek was toen wij met een groepje jongens in Kort-Haarlem een trapveldje wilden. Dat tekenden we op een A-viertje, ik was tot woordvoerder gebombardeerd. Er kwam een delegatie langs op de fiets, een wethouder en een paar raadsleden. Ik kreeg best wel negatieve reacties, iemand van de lokale partij die steeds zei: ‘ja, maar jullie hangen hier alleen maar rond’. Ik voelde toen heel duidelijk een soort opgekropte woede: jullie praten wel, maar hebben geen idee.
In 2006 ben ik met 1356 voorkeursstemmen tot raadslid gekozen in Gouda. Ik heb enorm campagne gevoerd en werd uiteindelijk nummer twee. Ik was totaal overdonderd, het was een emotioneel moment, de lokale tv stormde op me af, en ik dacht: verrek, vier jaar geleden stond ik nog op dat veldje met die jongens, en nu sta ik hier, de eerste Marokkaanse Nederlander in de gemeenteraad van Gouda.”
Mohammed Mohandis (27) was landelijk voorzitter van de Jonge Socialisten en is sinds zijn twintigste raadslid te Gouda.