Slechte kwaliteit binnenlucht tast gezondheid aan

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op donderdag 19 april 2012, 10:02.

Afgelopen maandag was ik samen met een aantal SP-gemeenteraads- en statenleden op werkbezoek bij TNO gebouwde omgeving in Utrecht. TNO doet veel onderzoek op het gebied van luchtkwaliteit, ook binnen gebouwen. De kwaliteit van de binnenlucht is veel minder goed dan de meeste mensen zich realiseren.

“Zuivere” lucht bestaat uit een mengsel van zuurstof, stikstof en kooldioxide. In de praktijk zijn er nog allerlei verontreinigingen aanwezig, deels door natuurlijke oorzaken (zeezout, moerasgas), maar voor een flink deel ook door menselijk handelen. De luchtkwaliteit in gebouwen wordt globaal bepaald door drie factoren: de kwaliteit van de buitenlucht, de interne bronnen van verontreiniging en de kwaliteit van het ventilatiesysteem.

Om met het laatste te beginnen: in de meeste woningen is de kwaliteit van het ventilatiesysteem belabberd. TNO onderzocht een representatieve steekproef van woningen en concludeerde dat slechts 15-20% van de ventilatiesystemen een adequate capaciteit heeft.

Als we vervolgens kijken naar de bronnen van verontreiniging in de woning, dan staat op 1 met stip: kooktoestellen, geisers en (open) verwarmingstoestellen. Gasfornuizen en afvoerloze geisers onttrekken niet alleen verbrandingslucht aan de woning, maar hun verbrandingsgassen en waterdamp komen in de binnenlucht terecht, zeker als de ruimte waar deze toestellen staan niet voorzien is van een goed werkende mechanische ventilatie. Het belangrijkste acute risico is koolmonoxide, dat ontstaat bij onvolledige verbranding. Maar ook de waterdamp kan in combinatie met een slecht geisoleerde en/of slecht geventileerde woning een gezondheidsrisico vormen: het vocht condenseert achter kasten en in hoeken, een mooie voedingsbodem voor schimmels en andere allergene organismen.

Andere bekende verontreinigingen in woningen zijn formaldehyde (“spaanplaatgas”, komt vrij uit goedkope lijmsoorten en conserversingsmiddelen in bouwproducten en textiel), radon (bron: kruipruimte en sommige steenachtige bouwmaterialen), benzeen en andere oplosmiddelen (lijmen, schoonmaakmiddelen, verf). Een uitstekend overzicht van alle stoffen die in gebouwen een gezondheidsrisico kunnen vormen is de publicatie Environmental burden of disease associated with inadequate housing (WHO, 2011)