Woordvoering nieuwe wetgeving woningcorporaties

Met dank overgenomen van B.G. (Betty) de Boer i, gepubliceerd op woensdag 11 april 2012.

Allereerst willen we de minister bedanken en complimenteren voor de antwoorden in de nota naar aanleiding van het verslag. De nota gaat in op een aantal zaken die we hebben aangekaart. Ook zijn een aantal van onze voorstellen gehonoreerd waarvoor dank. Het gaat hierbij onder andere over de last onder dwangsom, die door de Financiële Autoriteit woningcorporaties opgelegd kan worden en de wijze van ontslag van de commissarissen via de ondernemingskamer. Ook is de benaming van de Financiële Autoriteit Woningcorporaties aangepast.

Dat wil overigens niet zeggen dat we het nu ook eens zijn met de taakomschrijving van de woningcorporaties in het wetsvoorstel. Integendeel.

Kern betoog

Zoals ik in eerdere debatten herhaaldelijk heb benadrukt, is het voor ons cruciaal dat de corporaties zich richten op hun kerntaak en dat is sociale woningbouw. Sociale huisvesting, voor die groep mensen, met een laag inkomen, die daar zelf niet in kunnen voorzien, is en blijft voor ons van groot belang. Mensen met een hoog inkomen kunnen zelf heel goed op de markt terecht. De andere taken, waaraan risico’s verbonden zijn, moeten de corporaties afstoten. Tenslotte hebben we het hier over activiteiten waar de Staat en daarmee de belastingbetaler garant staat voor 85 miljard Euro. Ook is wat ons betreft de omvang van de sector geen doel op zich.

Vandaag behandelen we de Wijzigingswet Toegelaten instellingen volkshuisvesting, als onderdeel van de Woningwet.

Woningcorporaties zijn een dominante speler op de woningmarkt. Maar liefst 80% van de Nederlandse huurmarkt is in handen van de corporaties. De corporaties bezitten 35% van het totale aantal woningen in Nederland. Dit is zeer fors en Nederland is hiermee koploper als het gaat om corporatiebezit. In Duitsland is de omvang van de sociale huursector 6%, Engeland 18%, Zweden 20%, en in Frankrijk 17%. In een woningmarkt, waar in de loop van de vorige eeuw de behoefte aan sociale huurwoningen is afgenomen, ligt het voor de hand dat woningcorporaties in omvang afnemen en ruimte maken voor commerciële partijen en beleggers.

Van oudsher zijn corporaties private instellingen, zonder winstoogmerk. Aanvankelijk privaat gefinancierd. Na 1945 kregen ze overheidssubsidie. Begin jaren negentig hebben we de bruteringsoperatie gehad, de verzelfstandiging van de woningcorporaties. Corporaties moesten hun eigen broek ophouden en kregen veel meer vrijheid om hun eigen beleid te bepalen.

Ook nu zijn corporaties private instellingen met een maatschappelijke taak en een maatschappelijk bestemd vermogen. Dat vermogen moet worden ingezet voor de realisatie van de volkshuisvestelijke opgave, te weten het huisvesten van de lagere inkomensgroepen.

Corporaties hebben echter naast hun kerntaak, sociale huisvesting, allerlei corporatievreemde taken opgepakt. Naast geldverslindende commerciële avonturen, van schepen tot kantoorgebouwen, zijn de corporaties onder de noemer van hun wettelijke taak op het gebied van ‘leefbaarheid’ ook allerlei gemeentelijke taken erbij gaan doen op het gebied van veiligheid en welzijnswerk in de wijken. Recent hebben we gezien hoe de grootheidswaanzin van een directeur, de grootste corporatie van Nederland aan het wankelen heeft gekregen. De VVD is van mening dat dergelijke uitwassen niet meer mogen voorkomen. De belastingbetaler staat garant, dus, is het ook gerechtvaardigd dat wij hoge eisen mogen stellen.

Corporaties hebben tevens voor verdringing gezorgd op die woningmarkt nu ze altijd goedkoper konden en kunnen bouwen dan marktpartijen. Het Rijk en de gemeenten staan immers garant voor de activiteiten van woningcorporaties. Bovendien gaven de gemeenten korting op de grondprijs in ruil voor allerlei gemeentelijke taken. Onder iedere corporatiewoning zit een korting van gemiddeld 19.000 Euro op de grondprijs. Dit verschil is betaald door kopers van kavels in nieuwbouwwijken.

Corporaties werden kleine monopolisten en waanden zich Koning in hun eigen gebied. Ze zijn hiermee los geraakt van de kerntaak waarvoor ze in het leven zijn geroepen en dat is sociale woningbouw. Laat ik ook voorop stellen, en ook een compliment uitdelen, daar zijn corporaties ook goed in en dit moeten ze blijven doen.

Dan het wetsvoorstel

In het wetsvoorstel kiest de regering voor grosso modo de handhaving van het huidige takenpakket van de corporatiesector, met een inperking van de ruimte t.a.v. een aantal activiteiten in het commerciële vastgoed en het grootschalige maatschappelijke vastgoed.

Als het gaat om diensten aan huurders, werkzaamheden op het terrein van leefbaarheid, zal het werkveld in principe gelijk blijven t.o.v. de huidige situatie. .

De VVD is van mening dat het takenpakket moet worden ingeperkt.

Dat houdt concreet in: het afstoten van de commerciële activiteiten, het zgn niet-DEAB gedeelte van het corporatiebezit. Dit scheelt bovendien enorm in administratieve kosten, te weten een eenmalige extra last van 45 miljoen euro en een jaarlijkse extra last van 1,35 miljoen euro. De kerntaken van de woningcorporatie worden beperkt tot de sociale huisvesting, het DEAB gedeelte.

Ook moeten corporaties geen gemeentelijke taken meer uitvoeren. Dat wil zeggen, dat corporaties niet meer bijdragen in onderwijs en opvoeding, huurdersonderhoud zoals repareren hang- en sluitwerk, schilderen en behangen, strijken en boodschappen doen, en financiële bijdragen aan zomerscholen of bijscholingsactiviteiten voor kinderen. Dit zijn taken van onder andere de gemeente en die behoren ook bij de gemeente. Voorzitter. De VVD dient samen met de PVV een amendement in.

Voor wat betreft het maatschappelijk vastgoed blijft de taak beperkt tot buurthuizen en zorginstellingen. De VVD hecht er aan te benadrukken dat het scheiden van wonen en zorg zo snel mogelijk handen en voeten krijgt. Corporaties hebben een belangrijke taak voor het bouwen van zorginstellingen voor de huisvesting van minder draagkrachtigen die 24-uurs zorg nodig hebben. Graag een reactie hierop van de minister.

Er wordt voorgesteld een corporatie niet toe te staan haar werkzaamheden buiten Nederland uit te breiden, behoudens een aantal gevallen. Volgens het kabinet moeten deze werkzaamheden beperkt blijven tot gemeenten die direct aan Nederland grenzen en beperkt worden tot die gebieden waar aantoonbaar sprake is van een “samenhangende woningmarkt met een woningmarktgebied in Nederland”. Het wetsvoorstel geeft aan dat er feitelijk sprake moet zijn van een aaneengesloten woningmarkt.

Het is onzin dat corporaties over de grens in Duitsland of België investeren in woningbouw. Of op Bonaire, St, Eustatius, en Saba. Dit is een hele andere markt waar corporaties niet in zijn gespecialiseerd. De woningen over de grens zijn bovendien over het algemeen genomen goedkoper dan aan deze zijde van de grens. Voorzitter. Hiervoor dienen wij een amendement in.

Verder is het zo dat corporaties ondersteuning mogen verlenen aan landen waar sprake is van een zwak ontwikkelde volkshuisvesting. De VVD is hier zeer stellig in. Géén ontwikkelingshulp door corporaties! Het is zeer zeker niet de bedoeling dat corporaties ondersteuning bieden aan landen met een zwak ontwikkelde volkshuisvesting. Dit leidt tot leuke en spannende werkbezoeken door directeuren en medewerkers op kosten van de bewoner van een sociale huurwoning. Onbestaanbaar wat de VVD betreft. Voorzitter. We dienen ook op dit punt samen met de PVV een amendement in.

Het toezicht op corporaties is te scheiden in intern en extern toezicht.

Allereerst het interne toezicht

Het interne toezicht is niet voldoende in staat gebleken om de ontwikkeling van de professionalisering van corporaties bij te houden en de bestuurders van corporaties bij te sturen. Daarom wordt door dit kabinet het interne toezicht versterkt.

Echter, besturen en toezicht houden blijft mensenwerk. Hoe denkt de minister te kunnen sturen op integriteit van bestuurders en commissarissen. Hoe kun je voorkomen dat een bestuurder een vriendenclubje met jaknikkers om zich heen verzameld?

De minister heeft de bevoegdheid om de Raad van Toezicht te schorsen en voor te dragen voor ontslag bij de Ondernemingskamer. Dit naar aanleiding van vragen van de VVD. Dank hiervoor.

Een lid van de raad van toezicht kan echter ook een huurder zijn. Het minimumaantal leden door huurdersorganisaties voor te dragen leden van de raad van toezicht wordt verhoogd van één naar minimaal twee leden. De regering ziet geen belemmering in het feit dat leden van de raad van toezicht huurder kunnen zijn. De VVD fractie realiseert zich dat dit de uitwerking is van een motie Depla uit de vorige kabinetsperiode. Toch vinden wij het onwenselijk dat een huurder van een corporatie commissaris is bij dezelfde corporatie waar hij of zij huurt. De commissarishuurder moet huurder zijn van een andere corporatie. Hiermee wordt gewaarborgd dat de commissaris het algemeen belang van de corporatie voor ogen houdt. Dit acht de VVD fractie zuiverder en we dienen op dit punt een amendement in. Graag ook de reactie van de minister.

Dan het externe toezicht.

De minister heeft n.a.v. de kwestie Vestia aangekondigd dat ze een commissie instelt die bekijkt waar het toezicht nog strenger kan dan in het onderhavige wetsvoorstel is aangegeven. We komen hier dan ook nog volop over te spreken wat mij betreft.

Het is voor mijn fractie zeer de vraag of het Centraal Fonds Volkshuisvesting, als de WSW (officieel wellicht geen toezichthoudend orgaan, maar daardoor wel medeplichtig) adequaat hebben gereageerd op de wantoestanden. Of beschikken ze over onvoldoende instrumenten? Omdat ik nu nog niet beschik over de informatie uit de diverse onderzoeken die er nog aan komen, zal ik mij beperken tot het volgende.

Het financiële toezicht en het toezicht op de Europese staatssteunvereisten liggen bij de Financiele Autoriteit. De Autoriteit vervangt hiermee het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Op voorstel van de VVD-fractie krijgt de Autoriteit, net als andere financiële toezichthouders, de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen. Ook zal de Autoriteit gebruik kunnen maken van de bevoegdheden die de toezichthouder heeft op grond van de Algemene wet bestuursrecht, zoals het betreden van plaatsen, inzage in gegevens en bescheiden en de plicht tot medewerking. Dit is in ieder geval alvast een goede vooruitgang, de Autoriteit krijgt hiermee wapens in handen om ook daadwerkelijk beter gedrag af te kunnen dwingen.

Hoe kunnen we ook hier zorgen dat er goed toezicht op het toezicht ontstaat. Dat er gekeken wordt naar de integriteit van de betrokkenen. En dat toezicht meer inhoudt dan het afvinken van een controlelijstje. Het gaat erom dat toezichthouders ook kijken naar de informatie achter de cijfers in plaats van controleren of de optelsom ook klopt.

Het volkshuisvestelijk toezicht ligt bij de minister. Hierdoor kan de Kamer de minister ook rechtstreeks aanspreken op wantoestanden. Hiermee maken we dit deel van het toezicht politieker.

De minister en de Autoriteit kunnen een corporatie een aanwijzing geven. Als de corporatie daaraan niet voldoet, dan zijn er zwaardere sancties dan de aanwijzing, te weten intrekking van de toelating en het opleggen van een last onder dwangsom.

Hoe denkt de minister nu praktisch gezien het volkshuisvestelijk beleid van 400 corporaties te kunnen controleren? Doen we dit via de gemeenten? Gebeurt er dan niets als die niet aan de bel trekken? De Woonvisie is niet verplicht en dat willen we ook niet. Hoe kan een gemeente dan contoleren of een corporatie zijn werk wel doet. Wanneer trekt de minister de toelating in, en wat gebeurt er dan met het corporatiebezit?

Financieel beleid

In relatie tot het voorafgaande toezicht worden bij AMvB nadere regels gesteld aan het treasurystatuut en het treasurybeleid van de corporaties. Het gaat dan om aspecten als hoe de corporaties o.a. hun financiële beheer dienen te organiseren.

Onlangs hebben we voorbeelden gezien van corporaties die te grote risico’s hebben genomen en een veelvoud van de langlopende schulden belegd hebben in derivaten. Het is niet ongebruikelijk om risico’s op langlopende leningen af te dekken met derivaten. Indien het belegde bedrag het te dekken risico echter ruimschoots overstijgt dan is er sprake van pure speculatie. Dit was zeer zeker het geval bij Vestia, en ook bij meerdere corporaties. Ik wil de minister vragen of zij kan toezeggen dat zij het verbod op speculatie mee zal nemen in haar uitwerking in de AMvB.

Tot slot

Dit kabinet zet belangrijke stappen op het gebied van de hervormingen van de woningmarkt. Hogere huren in schaarstegebieden moeten de huurmarkt weer rendabel maken en daarmee investeringen op gang brengen. De verhoging van de huren van huishoudens boven de 43.000,- Euro, die verhoudingsgewijs een lage huur hebben, moet de doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Het recht op koop zal ten slotte bij moeten dragen aan het eigen woningbezit, en een kleinere corporatiesector.

Corporaties moeten terug naar de kerntaak en dat is sociale woningbouw voor lagere inkomens. Corporaties hebben jarenlang gezorgd voor verdringing op de woningmarkt, met een woningbezit van 35% tot gevolg. Veel hoger dan in de ons omringende landen.

We kunnen vandaag met de behandeling van de wetgeving die voor ligt ervoor zorgen dat corporaties geen commerciële misstappen meer maken. En dat het maatschappelijk vermogen van corporaties beschikbaar blijft voor de doelgroep die het nodig heeft. Namelijk, de lagere inkomens en hulpbehoevenden.