Over vrijzinnige gelovigen en linkse politiek

Met dank overgenomen van R.R. (Ruard) Ganzevoort i, gepubliceerd op zaterdag 31 maart 2012, 2:01.

Linkse politiek kan religieus geïnspireerd zijn, maar ze is ook kritisch waar religie onderdrukt. De overheid heeft alle gelovigen even lief, maar houdt - waar nodig - gelovigen ook aan de wet. Een reactie van theoloog en GroenLinks-senator op Jan van Hooydonks noodkreet: “GroenLinks begrijpt de religie niet.”

(Artikel in VolZin, 30.03.2012)

In zijn recente commentaar bekent Jan van Hooydonk politiek dakloos te zijn geworden. Na een leven lang als progressief gelovige betrokken te zijn geweest bij vooral PSP en later GroenLinks, is nu zijn vertrouwen in de partij verdwenen. Dat heeft met verschillende zaken te maken, maar vooral met de verschuiving van links-pacifistisch naar links-liberaal. De politieke vrijzinnigheid van GroenLinks leidt volgens Van Hooydonk tot een negatieve houding ten opzichte van religie. En daarmee voelt hij zich politiek dakloos.

Schoonheid van religie

Maar klopt het wel? Ziet GroenLinks inderdaad religie vooral als deel van het probleem? Volgens mij ziet GroenLinks juist bij uitstek de dubbelheid van religie als enerzijds een waardevolle dimensie van de samenleving en anderzijds als een risico. Terwijl veel partijen of pro of contra religie zijn, zoeken wij de nuance. Religie is het mooiste wat we hebben en ook het gevaarlijkste. En daarom moet onze houding ten opzichte van religie ook altijd meerduidig zijn.

De schoonheid van religie is overal te traceren. De opbloei van onderwijs, kunst en wetenschap, medische en sociale zorg en democratie zijn ondenkbaar zonder de inspiratie en inbreng van religieuze mensen. Recente onderzoeken laten zien dat ook vandaag religieuze groepen en mensen een enorme bijdrage leveren aan het maatschappelijk middenveld en bijvoorbeeld in het islamdebat een goed tegenwicht bieden tegen de polarisatie.

Die positieve bijdrage geldt ook specifieker voor linkse thema’s. Of we nu kijken naar de vredesbeweging, de milieubeweging, vluchtelingenwerk, de arme kant van Nederland, de vrouwenbeweging of homo-emancipatie, telkens weer zien we grote aantallen religieus en kerkelijk betrokken mensen het voortouw nemen. Niet alleen natuurlijk, want ze werken naar hartenlust samen met mensen met een andere levensbeschouwing. Maar ze zijn er wel volop. Ook - ik zou haast zeggen: met name - binnen GroenLinks. Allemaal mensen die net als Van Hooydonk kiezen voor geïnspireerde en idealistische linkse politiek vanuit hun religieuze inspiratie. Voor hen is de LinkerWang bij uitstek de ontmoetingsplaats.

Ongemakkelijk zwijgen

Maar met alle waardering en respect voor religie vergeten we niet de donkere kanten die er ook zijn. Religie is ook een van de belangrijkste complicaties bij conflicten, als de partijen zich beroepen op religieuze argumenten. Onderdrukking, sektarisme, uitsluiting en vooroordelen, het hoort net zo goed bij religie als de mooie kanten van inspiratie, solidariteit en sociale cohesie. En het hoort even sterk bij de linkse geschiedenis om daar heel erg kritisch op te zijn. Linkse religiekritiek is altijd vooral gericht geweest op de onvrijheid die ook een gevolg van religie kan zijn.

Lukt het GroenLinks om die twee kanten van respect voor en kritiek op religie bij elkaar te houden? Lang niet altijd. Veel te lang en veel te vaak hebben we net als andere linkse partijen erg weinig kritiek gehad op religieuze nieuwkomers (van ecospirituelen tot moslims). En er is bij een deel van de GroenLinksers zeker ook sprake van religie-allergie, vooral waar het gaat om de klassieke kerkelijke instituten. Daar komt bij dat de religieuze leden zich binnen de partij meestal niet religieus uiten. Ze zijn bezig met dezelfde politieke thema’s als anderen en dus niet herkenbaar als religieus geïnspireerd. Er is dus inderdaad lang sprake geweest van een wat ongemakkelijk zwijgen over religie. Maar eerlijk gezegd begrijp ik niet dat Van Hooydonk dat als een recente moeite ziet. Ik denk dat juist de laatste paar jaar het gesprek over religie opnieuw gevoerd wordt. De LinkerWang neemt daarin vaak met het Wetenschappelijk Bureau en allerlei afdelingen en werkgroepen het voortouw. Ik zou juist zeggen dat het gesprek over religie opener en constructiever gevoerd wordt dan ooit en dat de kritisch-positieve houding domineert. Misschien - en daar heeft Van Hooydonk een punt - moet dat nog wel wat beter worden uitgedragen. Nederland ziet dan niet alleen de vrijzinnigheid van GroenLinks, maar ook de levensbeschouwelijke veelkleurigheid van de partij.

Godsdienstvrijheid en de neutrale staat

Voor een vrijzinnige partij zijn de klassieke grondrechten essentieel. Godsdienstvrijheid is daarvan een van de oudste en wil in de kern zeggen dat de staat dient af te blijven van de diepste levensovertuiging van haar burgers. Het respecteren van religie hangt hier direct mee samen. Het is niet aan de overheid - of de politiek - om voorkeur te hebben voor de ene of de andere levensovertuiging. Bomenknuffelaars, boerkadraagsters, bedelmonniken - als politicus zijn ze me even dierbaar.

Dat wil echter niet zeggen dat de staat ook moreel neutraal is. Het principe van de rechtsstaat houdt niet alleen in dat de overheidsmacht wordt begrensd door de wet. Het betekent ook dat er fundamentele democratische waarden zijn en dat de overheid die heeft uit te dragen. Daarom hebben we die als ‘universele mensenrechten’ gedefinieerd. Dat is geen staatsmoraal, maar het houdt wel een claim in dat die mensenrechten de basis zijn voor hoe we in een plurale wereld met elkaar omgaan.

Hier ontstaan de grote vragen, ook binnen GroenLinks. Het punt is namelijk dat de samenleving in de afgelopen eeuw tegelijk pluraler en individueler is geworden. En de religie is in grote mate geïndividualiseerd en losgeraakt van instituten. Dat betekent dat ook mensenrechten als godsdienstvrijheid meer individueel benaderd moeten worden. Het gaat niet in de eerste plaats om de rechten van de groep, maar om de rechten van concrete mensen. Die moeten primair worden beschermd tegenover een al te bemoeizieke overheid. Maar als ze onder druk staan van de religieuze groep, dan is het juist vanuit een links perspectief zaak om voor die rechten op te komen. In elk geval door het debat aan te gaan, soms door emancipatie te stimuleren en heel soms door wetgeving.

Het is natuurlijk een risico dat we daarbij zozeer op de individuele tour gaan dat we vergeten dat mensen vooral ook ingebed zijn in een gemeenschap. Daarom benadrukken we als LinkerWang graag de notie van compassie. Daarin gaat het juist om de verbondenheid van mensen met elkaar. De verantwoordelijkheid die daaruit voortvloeit betekent dat we niet tevreden zijn met de situatie dat mensen geknecht worden door overheden, culturen of - ja, dat ook - religies. Met mijn spirituele en linkse drijfveren kan ik niet anders dan me tegen knechting verzetten. GroenLinks heeft geen moeite met religie, maar wel met de donkere kanten die daar soms aan zitten.