Bouwstop en recht op koop in krimpgebieden

Met dank overgenomen van B.G. (Betty) de Boer i, gepubliceerd op zondag 11 maart 2012.

Al een tijdje geleden bereikte ons als kamerleden een brief van de provinciale bestuurders uit Groningen, Limburg en Zeeland met daarin onder andere het volgende verzoek. De invoering van een bouwstop in de krimpgebieden. Ook luidde het verzoek om bestaande privaatrechtelijke overeenkomsten buiten werking te kunnen stellen ten faveure van gewijzigde bestemmingsplannen. Een pleidooi voor een sterk centralistische en sturende overheid derhalve. Lokale initiatieven, die we juist moeten stimuleren in deze gebieden, worden daarmee de kop ingedrukt. Dit zal de krimp verder versterken in plaats van creatieve initiatieven bevorderen. Er mag immers toch niks. Bovendien zal de verkrotting toenemen in de krimpgebieden nu er niet meer nieuw gebouwd mag worden. De krimpgebieden hebben toch ook recht op kwaliteitsverbetering?

Een tweede discussie die onlangs door dezelfde bestuurders in een volgende brief wordt geopend gaat over het recht op koop van een corporatiewoning. Er ligt een wetsvoorstel bij de Raad van State waarin het recht op koop van een corporatiewoning wordt geregeld. De provinciale bestuurders uit Groningen, Limburg en Zeeland willen niet dat huurders van corporatiewoningen in de krimpgebieden het recht op koop krijgen.

Het recht op koop houdt in dat huurders van corporatiewoningen het recht krijgen om hun woning tegen een redelijke prijs te kopen. De stijging van het eigen woningbezit heeft voornamelijk plaats gevonden bij de hogere inkomens. Ik ben van mening dat lagere en middeninkomens ook voor eigen woningbezit in aanmerking moeten kunnen komen. Mensen bouwen met het aflossen van de eigen woning een stukje vermogen op dat ze aan hun pensioen kunnen toevoegen. Woningen voor kwetsbare groepen en ouderen, of woningen die moeten worden geherstructureerd kunnen worden uitgezonderd van de aanbiedingsplicht.

Basisprincipe is dat de huurder kan kiezen of hij of zij de woning wil kopen danwel wil blijven huren. Deze keuzevrijheid is belangrijk. Niet iedere huurder zal de woning willen of kunnen kopen. Dit geldt voor de tuinwijken in Amsterdam, maar dit geldt evenzeer voor de krimpgebieden. Het is nadrukkelijk geen koopplicht.

Je moet verder heel goed kijken hoe je het recht op koop uitvoert in de krimpgebieden. VNO-NCWNoord, de Rabobank, de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde en de corporaties Acantus en Lefier werken aan een experiment om verkrotte woningen op te kopen. Deze of nieuwe bewoners moeten door kunnen stromen naar een betere woning, wellicht een corporatiewoning. In het experiment moet worden gekeken hoe je die verbinding tot stand kunt brengen.

Laten we ophouden negatief te zijn over de krimpgebieden als zodanig. Laten we juist trots zijn op de rust en de ruimte, en de kwaliteit van leven. Geef mensen en ondernemers de ruimte in deze gebieden in plaats van ze een rigide bouwstop op te leggen. Dit kan alleen maar leiden tot iets moois.