Voorstel van wet - Voorstel van wet van het lid Heijnen tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 33084 - Initiatiefvoorstel tot het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Heijnen tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur; Voorstel van wet (initiatiefvoorstel); Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 14-11-2011 |
Publicatiedatum | 15-02-2012 |
Nummer | KST330842 |
Kenmerk | 33084, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2011–2012
33 084
Voorstel van wet van het lid Heijnen tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden tot op het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Gemeentewet te wijzigen ten einde het aantal raadsleden terug te brengen tot het niveau van voor de dualisering van het gemeentebestuur; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 8, eerste lid, van de Gemeentewet komt te luiden: 1. De raad bestaat uit:
9 leden in een gemeente beneden de 6 001 inwoners; 11 leden in een gemeente van 6 001–10 000 inwoners; 13 leden in een gemeente van 10 001–15 000 inwoners; 15 leden in een gemeente van 15 001–20 000 inwoners; 17 leden in een gemeente van 20 001–25 000 inwoners; 19 leden in een gemeente van 25 001–30 000 inwoners; 21 leden in een gemeente van 30 001–35 000 inwoners; 23 leden in een gemeente van 35 001–40 000 inwoners; 25 leden in een gemeente van 40 001–50 000 inwoners; 27 leden in een gemeente van 50 001–60 000 inwoners; 29 leden in een gemeente van 60 001–70 000 inwoners; 31 leden in een gemeente van 70 001–80 000 inwoners; 33 leden in een gemeente van 80 001–100 000 inwoners; 35 leden in een gemeente van 100 001–200 000 inwoners; 41 leden in een gemeente boven de 200 000 inwoners.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,