Meer en beter inzamelen van elektronisch afval - Hoofdinhoud
"Het goud ligt letterlijk op straat. In moderne apparatuur zitten veel dure metalen, waaronder goud. Het wegsmijten van geld kunnen we ons niet langer permitteren", aldus Judith Merkies, voor het PvdA in het Europees Parlement.
Momenteel importeert de Europese Unie jaarlijks ongeveer €528 biljoen aan grondstoffen voor het maken van elektrische apparaten. De kosten van de grondstoffen stijgen, door een toenemende wereldwijde vraag en een afnemend aanbod. Tegelijkertijd is elektronisch en elektrisch afval, met daarin verwerkte grondstoffen, één van de snelst groeiende afvalstromen. Ongeveer 33% wordt ingezameld, 13% eindigt op een stortplaats en maar liefst 54% van het afval verdwijnt.
"Te veel afgedankte apparaten verdwijnen nog in de vuilnisbak of over de grens naar verre oorden. Nieuwe afspraken voor inzameling en recycling zijn dringend nodig, als de EU betaalbare en zeldzame grondstoffen wil blijven behouden. Voor veel innovatieve producten, mobieltjes, zonnecellen, maar ook voor auto´s en medische apparatuur hebben we die grondstoffen nodig", aldus Merkies.
Het Europees Parlement stemt morgen in met nieuwe wetgeving voor de inzameling van afval van elektrische en elektronische apparaten. Er zijn ambitieuze inzamel- en recyclingdoelstellingen gesteld. Zo moet 85% van het elektronische afval worden ingezameld. Consumenten kunnen hun kleine afgedankte apparaten gemakkelijk dicht bij huis inleveren, onder andere bij grote elektronicawinkels. De lidstaten kunnen zelf nog andere makkelijke manieren organiseren om in te zamelen.
Illegale afvaltransporten
"Toch mag er nog een tandje bij als het om illegale afvaltransporten gaat", vindt Merkies. "De nieuwe richtlijn maakt het moeilijker om elektronisch afval illegaal te exporteren, maar er blijft een schrijnend tekort aan inspectie en goede handhaving onder andere bij de Europese havens. Grondstoffen worden zo nog steeds gedumpt en verbrand buiten Europa, met grote gevolgen voor de lokale volksgezondheid en het milieu."
Bron afbeelding: European Parliament Audiovisual