Opstelten: nog steeds geen behoefte aan vergunningplicht woningbemiddelaars?

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op woensdag 28 december 2011, 22:32.

Het NOS-journaal besteedde vanavond aandacht aan de eigen woningbezitters die hun woning tijdelijk verhuren via een professionele woningbemiddelaar. Zij worden met regelmaat slachtoffer van criminelen, die de woning huren en deze vervolgens als wietplantage inrichten. Na een paar maanden vertrekken ze met de noorderzon, de eigenaar met een enorme schade achterlatend. En de bemiddelaar wast zijn handen in onschuld.

woningeigenaren die hun huis tijdelijk verhuren wegens de crisis op de koopmarkt lopen het risico dat hun huiskamer wordt omgebouwd tot wietplantage

Het probleem zou voor 99% de wereld uit zijn als woningbemiddelaars de potentiele huurders fatsoenlijk zouden screenen. Dat gebeurt in veel gevallen niet. In het voorjaar heb ik voorgesteld om duidelijker eisen te stellen aan de kwaliteit van woningbemiddelaars en een vergunningplicht in te voeren. Bemiddelaars die bij herhaling de kwaliteitseisen aan hun laars lappen kunnen dan uit de markt geweerd worden. Minister Opstelten (justitie) vond dat toen niet nodig. Nu nog steeds niet?

Illustratief is ook het antwoord d.d. 20-12 van de minister op onze vragen over deze problematiek bij de schriftelijke inbreng op het wetsvoorstel hennepteelt:

(antwoord regering)

“De leden van de SP-fractie vroegen ook aandacht voor de problematiek van bonafide verhuurders die hun huis met de hulp van een professionele tussenpersoon of bemiddelaar voor langere tijd verhuren en vervolgens moeten constateren dat de huurder er een hennepplantage in heeft gevestigd. Een professionele tussenpersoon die opdracht heeft een huurder te zoeken, is verplicht bij de uitvoering van deze opdracht de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen, zoals volgt uit artikel 401 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Onder die zorg valt mede dat hij onderzoekt of degene aan wie hij meent te kunnen verhuren, voldoet aan de eisen waaraan een goede huurder behoort te voldoen. Hoever die onderzoeksplicht gaat, zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Een antecedentenonderzoek bijv. door van de gegadigde overlegging van een verklaring omtrent het gedrag te verlangen, kan voor de hand liggen. Een dergelijk onderzoek kan echter niet zover gaan dat de tussenpersoon vrij is om eigener beweging bij de werkgever van de gegadigde informatie te gaan inwinnen. Ook kan de tussenpersoon geen gegevens bij het Bureau Krediet Registratie opvragen, nu dit bureau slechts informatie mag verschaffen aan de aangesloten instellingen. Komt een tussenpersoon zijn zorgvuldigheidsverplichting niet na, dan zal hij aansprakelijk zijn voor de schade. Voor een bijzondere bescherming van verhuurders tegen malafide huurders, van wie ook een zorgvuldig handelende tussenpersoon het later gebleken malafide gedrag niet heeft kunnen voorzien, zien wij geen reden.”

Ik zal na het kerstreces opnieuw proberen om een kamermeerderheid te organiseren voor kwaliteitseisen en een vergunningplicht voor woningbemiddelaars.