Erfpacht, een zegen of een vloek?

Met dank overgenomen van B.G. (Betty) de Boer i, gepubliceerd op donderdag 22 december 2011.

Erfpacht in oude binnensteden was ooit bedoeld om mensen in staat te stellen betaalbaar te kunnen wonen. Doordat de eigendom in veel gevallen bij de overheid bleef, hoefden mensen minder te betalen voor het verkregen woongenot. Alleen de woning moest worden gefinancierd, en niet de ondergrond. De overheid vroeg een lage vergoeding, de canon, voor de in erfpacht uitgegeven grond. Dat is de reden dat sommige steden opnieuw grond in erfpacht beginnen uit te geven. De financiële haalbaarheid van projecten wordt vergroot nu de grond niet hoeft te worden mee gefinancierd. Op zich begrijpelijk maar het zal onherroepelijk leiden tot grote problemen.

Dit ondervinden de erfpachters in de oude binnensteden zoals Amsterdam of Groningen, waar de canon na een periode van 30 of 50 jaar moet worden herzien. De erfverpachters baseren de nieuwe canon ongeveer op marktprijzen, en de gevolgen laten zich raden. De grondprijzen zijn sinds begin jaren negentig met 265% gestegen. Er zijn gevallen bekend waarbij de hoogte van de canon maar liefst wordt vervijftigvoudigd. Zie bewoners in Bos en Lommer in Amsterdam waar de verpleegster en de agent een verhoging krijgen van de canon van € 30,- per jaar naar € 1.300,-. Gemeenten gebruiken erfpacht in dit geval als melkkoe.

Waar erfpacht dus vroeger mensen in staat stelde om ergens te kunnen wonen, gebeurt met de herziening van de canon het omgekeerde. Mensen kunnen de verhoging van de canon niet of moeilijk opbrengen, en de woning daalt in waarde. De verhouding tussen erfpachter en erfverpachter is uit balans doordat een erfverpachter eenzijdig de hoogte van de canon kan wijzigen. De erfpachter wordt voor een onvoldongen keuze gesteld, nu hij de woning niet kan oppakken en ergens anders neer kan zetten. Ook banken hebben hierdoor terecht problemen met het financieren van woningen op erfpachtgrond.

In sommige steden waaronder Rotterdam en inmiddels ook Groningen hebben de gemeenteraden besloten om erfpacht af te schaffen. Er is geen noodzaak om de grond in eigendom te houden, om zo invloed te kunnen uitoefenen op toekomstige ontwikkelingen. Hiervoor heeft de gemeente andere instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht, of onteigening.

De Kamer heeft inmiddels met minister Donner over stedelijke erfpacht gesproken. De minister geeft aan in zijn brief dat 'vanuit de optiek van keuzevrijheid voor de woonconsument het bij stedelijke erfpacht wenselijk is dat deze waar mogelijk de keuze krijgt tussen erfpacht danwel volle eigendom tegen een marktconforme prijs'. Dit heeft tevens de voorkeur van de VVD. Indien overigens een erfpachter de grond niet kan kopen, en de voorkeur geeft aan erfpacht kan eeuwigdurende erfpacht met daarin het recht op afkoop eerst soulaas bieden. Eeuwigdurende erfpacht betekent geen wijzigingen in het erfpachtcontract, waaronder een verhoging van de canon.

Nu is het lastig om in bestaande erfpachtcontracten in te breken. In ieder geval gaat de minister in gesprek met de gemeente Amsterdam waar eenzijdige verhoging van de canon grote problemen geeft bij de mensen die het treft. Wel zullen we moeten kijken hoe we met nieuwe erfpachtcontracten omgaan. Ik ben bezig om te kijken of ik een meerderheid in de Kamer kan vinden voor een wetswijziging op dit punt. Anders schuiven we de problemen door naar de toekomst en houden we in ieder geval een eeuwigdurende discussie over erfpacht, en dat kan niet de bedoeling zijn.