De Boer vs Jansen: huur op maat

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op woensdag 7 december 2011, 12:33.

Beste Paulus, via deze column is het aantrekkelijk om een schot voor de boeg te nemen op discussies die nog plaats moeten vinden. Ik wil het alvast met je gaan hebben over ‘huren op maat’, gezien de actualiteit in Amsterdam.

‘Amsterdam wil gaan experimenteren met het koppelen van de huur aan het inkomen van de huurder en de populariteit van een woning. Hoe hoger het inkomen van de bewoner of hoe gewilder de woning, hoe hoger de huur. De proef houdt ook in dat de huren van woningen op minder populaire plekken omlaag kunnen. Bovendien moet de maatregel gepaard gaan met het verruimen van de regels voor het krijgen van huurtoeslag. Ook mensen in duurdere woningen moeten die kunnen krijgen. Anders kunnen zij daar niet meer terecht.’ (Bron: Het Parool)

De VVD is voor het gegeven dat werken moet lonen. Dat is niet het geval met ‘huren op maat’. Indien je inkomen stijgt in het Amsterdamse voorstel en het ‘huren op maat’ model, dan stijgt de huur mee. Hiermee wordt de armoedeval groter. Dat wil zeggen dat de stap om te gaan werken, of meer te gaan werken, wordt vergroot. In Amsterdam wil PvdA wethouder Ossel dat de huurtoeslag voor lagere inkomens in duurdere woningen moet worden verruimd. Dit is te absurd voor woorden. Mensen hebben recht op een fatsoenlijk dak boven het hoofd, dat staat wat de VVD betreft buiten kijf. Maar om lagere inkomens de mogelijkheid te geven om in grotere, en duurdere huurwoningen te wonen en de hogere huur te compenseren door middel van huurtoeslag, druist recht tegen mijn rechtvaardigheidsgevoelens in. Het kan niet zo zijn dat we in Nederland allemaal gaan mee betalen aan hogere huren in Amsterdam.

Toch zie ik wél wat in het tweede deel van het Amsterdamse voorstel namelijk hoe gewilder de woning, hoe hoger de huur. Dit heet marktwerking. Hoe mooier de woning en de locatie van de woning, hoe hoger de huur. Dit is naar mijn smaak de stip op de horizon waar we uiteindelijk met de huurmarkt naar toe zouden moeten. Alle huurwoningen marktconform, en compensatie van de laagste inkomens middels huurtoeslag. Echter, als lagere inkomens groter en mooier willen wonen, dan zullen ze ook een hogere huur moeten betalen.

In het systeem van huurberekening zoals we dat kennen in het Woningwaarderingsstelsel zit een fout geweven, namelijk dat een huurwoning in Amsterdam net zo duur is als een huurwoning in een gebied waar sprake is van krimp. Bijvoorbeeld in Zuid-Limburg of Noordoost Groningen. De gewildheid van de locatie moet een rol gaan spelen in de huurberekening. Dit maakt deze gebieden meteen aantrekkelijker om te wonen. Niet alleen voor een eerste (huur)woning, maar ook voor een tweede(koop)woning. Dit laatste is nu al het geval.

Het is dus onwenselijk om hogere huur van duurdere woningen, te compenseren via de huurtoeslag. Hiermee wordt het budget voor de huurtoeslag te zwaar belast, en het scheefwonen bevorderd. Bovendien worden mensen niet gemotiveerd om te gaan werken, en vergroot het hun afhankelijkheid van de zittende politiek. Dit alles lijkt me onwenselijk, in tegenstelling tot de mogelijkheid om een hogere huur te vragen voor een gewildere locatie. Een gewilde locatie is onderdeel van het totale woongenot en mag daarom best worden vertaald in een hogere huur.

Op 21 december aanstaande is er nog een overleg met minister Donner over het huurbeleid. Onder andere kunnen we het dan hier over hebben.

Met vriendelijke groet!

Betty

Ha die Betty, grappig: sinds we op 14 oktober 2010 met deze twistcolumn startten, is dit nu de vijfde keer dat je een voorstel doet om de huren te verhogen (op 8 november 2010 en op 17 januari, 31 januari en 14 februari 2011). Klaarblijkelijk heb je het gevoel dat je een enorm maatschappelijk probleem op de korrel hebt.

Ik sla er daarom nog maar eens Woonuitgaven huurders en kopers van het ministerie van Binnenlandse Zaken op na. Hé, dat is gek: volgens deze uitgave is de woonquote van kopers inclusief energiekosten en gemeentelijke lasten 26,3 procent. Voor huurders is dit maar liefst 36,6 procent. De woonquote exclusief energie en gemeentelijke lasten bedraagt respectievelijk 15,9 procent en 23,2 procent. Ik begin nu toch opeens het gevoel te krijgen dat iemand een niet bestaand probleem aan het oplossen is.

De actualiteit van de corporatie-huurmarkt in Amsterdam is dat de huur in gewilde wijken bij mutatie sterk verhoogd wordt, als de woning al niet verkocht wordt. Die wijken zitten straks op slot voor alles en iedereen met een salaris onder twee keer modaal. Na de laatste wijziging van het woningwaarderingstelsel kunnen aantrekkelijke woningen die vrijkomen (die hebben altijd meer dan 142 punten) immers direct geliberaliseerd worden.

Over het echte probleem in de huursector kon je vandaag lezen in Trouw Te rijk voor sociale huur, te arm voor koop : het echtpaar met twee kinderen in de Haarlemmermeer dat zit opgesloten in zijn driekamer huurflatje, omdat ze net meer dan €33.000 verdienen, maar te weinig om een huis te kunnen kopen. Wat voor perspectief heeft de VVD deze mensen te bieden?

Groeten, Paulus