Europees sociaaleconomisch bestuur moet uit de achterkamertjes - Hoofdinhoud
De eurocrisis maakt glashelder dat sociale en duurzame hervormingen in alle Europese landen hard nodig is. Zonder een strakkere Europese afstemming van sociaaleconomisch beleid ontsporen de economieën van landen, met gevolgen voor de hele Europese Unie. Door middel van het Europees Semester probeert de Europese Commissie de EU-landen aan te sturen om niet alleen begrotingen sluitend te houden, maar om ook sociaaleconomisch beleid op orde te brengen. Volgens GroenLinks-Europarlementariër Marije Cornelissen vergeet de Europese Commissie echter om nationale parlementen en het maatschappelijk middenveld te betrekken bij deze Europese coördinatie. GroenLinks wil dat grondig veranderen.
“Als de Europese Commissie de zwakke plekken in de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en het onderwijs van landen tijdig had kunnen bijsturen, stond Europa er nu een heel stuk florissanter voor”, zegt Cornelissen.
De adviezen van de Europese Commissie aan nationale regeringen voor duurzame en sociale hervormingen winnen aan belang en moeten daarom uit de achterkamers van de nationale ministers, vindt Cornelissen. “Ze moeten onderwerp van echte politieke discussie worden. Inclusief democratische controle en met de inbreng van sociale partners en van de Europeanen om wie het gaat.”
Buiten de parlementen om
Het Europees Parlement vroeg donderdag met een ruime meerderheid om een sterkere democratische legitimatie en betere bekendheid van Europees sociaal-economisch bestuur. Het proces van het Europees Semester moet in het Europees Parlement, in de nationale parlementen en in de samenleving een prominente plek krijgen. Het Europees Semester verdeelt het jaar in twee delen: een deel waarin de Europese Commissie in dialoog met landen hervormingsplannen opstelt, en een ander deel waarin de landen deze hervormingsplannen in nationaal beleid omzetten. Dit lijkt echter buiten de parlementen om te gaan.
“Die dialoog dreigt een gesprek tussen technocraten in achterkamertjes te worden,” aldus Cornelissen. “Er kraait geen haan naar als Nederland wordt opgedragen om te investeren in onderwijs en dat vervolgens nalaat. Het is hoog tijd dat daarover een echt politiek debat ontstaat.”
Steun voor Cornelissen
Cornelissen kreeg steun voor enkele concrete voorstellen om de situatie te verbeteren. Zij kreeg steun voor een voorstel om sociale partners en maatschappelijke organisaties een formele bijdrage te laten leveren aan de manier waarop landen gehoor geven aan de Europese beleidsadviezen.
“Europese sociaal-economische sturing heeft een publiek nodig, zodat er een einde komt aan een-tweetjes tussen Brussel en de nationale hoofdsteden waarbij de lastige maar noodzakelijke hervormingen worden weggemoffeld”, zegt Cornelissen.
Afgelopen jaar veegde de Nederlandse regering op deze manier de oproep van de Europese Commissie om de arbeidsparticipatie van vrouwen en kwetsbare groepen te bevorderen onder het tapijt geveegd. Ondanks het dringende advies van de Europese Commissie deed Nederland niets aan betere kinderopvang en hield het vast aan de plannen voor bezuinigingen op re-integratie. Zowel in Den Haag als in Brussel moet het kabinet daarmee geconfronteerd worden, wil Cornelissen.