Judith Sargentini's Staat van de Europese Unie - Hoofdinhoud
Op uitnodiging van Instituut Clingendael hield GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini haar eigen Staat van de Europese Unie. Aan bod komen de eurocrisis, Europese grondrechten, vrij reizen met Schengen, de Arabische Lente. Lees hier de spreektest, of bekijk een samenvatting op YouTube.
Speech Judith Sargentini bij debat De Staat van de Unie en Nederland (Clingendael)
Het is een eer dat ik u mag toespreken in deze spannende tijden.
Eigenlijk had ik het willen hebben over de Arabische Lente. Over de hunkering naar vrijheid en democratie die miljoenen mensen de straat opbrengt, in een regio waarmee we buren zijn. Over hoe we hen kunnen steunen op dit cruciale moment.
Mij herinnert de Arabische Lente aan een gebeurtenis uit mijn jeugd: de val van de Muur. Toen de mensen in Midden- en Oost-Europa zich bevrijdden van de communistische dictatuur. Zij kozen voor ons Europa, voor het Europa van de vrijheid, voor de Europese Unie. Ook vandaag is Europa voor velen in de Arabische wereld een voorbeeld van het soort samenleving dat zij nastreven.
Maar zelf zijn we het grote verhaal van Europa vergeten, zo lijkt het. Het verhaal van meer dan zestig jaar vrede, van persoonlijke vrijheid, van democratie, van ongekende welvaart, dankzij de economische en politieke vervlechting met onze buurlanden. Dat unieke verhaal, de success story van Europa, wordt te weinig verteld. En daardoor zetten we onze verworvenheden op het spel.
Daardoor valt het ons zo moeilijk om onze nationale deelbelangen te overstijgen ten bate van het gemeenschappelijke belang, een werkende Europese Unie. Daardoor is de Griekse schuldencrisis geëscaleerd tot een crisis van de euro. Een crisis die een forse hap dreigt te nemen uit onze welvaart, Europa's gezag in de wereld ondermijnt, en zelfs het voortbestaan van de Unie bedreigt.
Ook een andere pijler onder de Unie, het vrij personenverkeer, staat onder druk. U herinnert zich vast de slaande ruzie tussen Italië en Frankrijk, dit voorjaar, over een groep Tunesische migranten. Sarkozy gooide de grens een dag dicht. Het liep erop uit dat premier Berlusconi en president Sarkozy samen een brief stuurden naar Brussel. Ze eisten het recht om weer controles uit te voeren aan de binnengrenzen. Ook Denemarken stelde grenscontroles in, openlijk. Nederland deed hetzelfde, stiekem. Zijn we straks weer terug bij af in de Schengenzone, met slagbomen, douaniers en files aan de grenzen?
Barroso
Maar ja, niet de Arabische Lente, maar de eurocrisis en de Schengencrisis, dat zijn de twee onderwerpen die ik in deze lezing moet behandelen. Ze dringen zich nu eenmaal op. Beide crises zijn terug te voeren op een gebrek aan vertrouwen, aan controle, aan solidariteit, aan Europese doorzettingsmacht. Ik zal voortborduren op de woorden die Barroso sprak tijdens zijn State of the Union. Maar ik sta hier niet als zijn buikspreekpop. Vraag dat niet van me, want ik heb vorig jaar nota bene tegen de herbenoeming van Barroso als Commissievoorzitter gestemd. Mijn fractie, de Groenen, vond dat Barroso in zijn eerste termijn te vaak aan de leiband had gelopen van de nationale regeringsleiders. Hij was de bedrijfspoedel van Merkel en Sarkozy, als het ware.
Gelukkig zag ik eind september een andere Barroso. Een gepassioneerde Barroso. Een Barroso die zich niet meer druk hoeft te maken over zijn herbenoeming, maar des te meer over zijn nalatenschap. Een Barroso die de burgers duidelijk wil maken wat er op het spel staat. Die Merkel en Sarkozy durft te kapittelen. Die menig regeringsleider tegen de haren instrijkt, met omstreden maar noodzakelijke initiatieven zoals euro-obligaties en een financiële transactietaks.
Eurocrisis
De gemiddelde staatsschuld in de eurozone is lager dan de Amerikaanse, Britse of Japanse staatsschuld. Toch richt het wantrouwen en de speculatiedrift van de financiële markten zich vooral tegen de eurozone. “De schuldencrisis is bovenal een politieke vertrouwenscrisis”, zei Barroso. Een juiste constatering. Het ontbreekt aan vertrouwen dat de eurolanden samen de verantwoordelijkheid nemen voor het wegwerken van hun schulden en het draaiende houden van hun economie. Kunnen zeventien regeringen en zeventien parlementen hun deelbelangen overstijgen om de gezamenlijke munt te redden, dat is waar de markten aan twijfelen. Er zijn stappen gezet, maar die waren te klein en kwamen steeds te laat.
Griekenland is maar twee procent van de economie van de eurozone. Toch hebben de leiders van de eurolanden de Griekse brand niet kunnen beteugelen. De vonken zijn nu overslagen naar grote landen als Italië en naar de banken. Europese politici zijn al maanden met elkaar in de slag om het euro-noodfonds van 750 miljard euro effectiever te maken. Terwijl de uitleencapaciteit al lang verviervoudigd zou moeten zijn, bijvoorbeeld met hulp van de Europese Centrale Bank. Dan heb je bluskracht. Dan schrik je speculanten af en stel je beleggers gerust. Dan bescherm je belastingbetalers, want wanneer gaan die het schip in? Als het bluswater opraakt terwijl de brand nog voortwoedt.
Herstel van het vertrouwen in de euro vraagt om meer dan een daadkrachtige brandweer. We moeten ook de brandveiligheid van het Europese bouwwerk vergroten. Het was een illusie om te denken dat we een muntunie konden hebben zonder economische unie, zei Barroso. Bravo. Dat zegt GroenLinks al twintig jaar.
Ook Merkel en Sarkozy bepleiten inmiddels een economische regering voor de eurozone. Maar ze spannen het paard achter de wagen. Ze willen het bestuur van de eurozone in handen leggen van de regeringsleiders. Terwijl die de afgelopen jaren zo opzichtig hebben gefaald.
Zíj saboteerden het Stabiliteitspact. Hún ministers vertikten het om Eurostat meer inspectiebevoegdheden te geven, waarmee de Griekse boekhoudtrucs eerder waren ontdekt. Zíj slagen er maar niet in, ondanks een trits van eurotoppen achter gesloten deuren, om de eurocrisis te bezweren.
Terecht nam Barroso afstand van Merkozy. De Unie heeft al een economische regering, zo sprak hij. In embryonaal stadium, dat wel. Die regering is de Europese Commissie, die verantwoording aflegt aan het Europarlement. Het gaat er nu om dat de Commissie de benodigde instrumenten krijgt.
Conventie
Dat gaat niet zonder verdragswijziging, zo is mijn stelling. Ik sta daar niet alleen in. Ook in Berlijn, Parijs en Den Haag gaan stemmen op voor het openbreken van het Verdrag van Lissabon. De supercommissaris voor begrotingsdiscipline, waarvoor het kabinet-Rutte ijvert, komt er alleen als het verdrag gewijzigd wordt.
Wat het kabinet nog niet beseft - of niet hardop wil zeggen - is dat regeringen zo'n verdragswijziging niet onderling kunnen bedisselen. Volksvertegenwoordigers, ik dus, wij zullen mee willen onderhandelen. In het Verdrag van Lissabon hebben we immers vastgelegd dat majeure verdragswijzigingen voortaan worden voorbereid door een Conventie. Een forum van regeringsvertegenwoordigers, Europese en nationale parlementariërs, die in het openbaar onderhandelen over nieuwe verdragsteksten. Dat is wel zo democratisch.
Een breed forum betekent ook een brede agenda. Die agenda blijft zeker niet beperkt tot het afdwingen van begrotingsdiscipline. Een nieuw verdrag zonder overdracht van soevereiniteit is dan ook een sprookje, zeg ik tot de Nederlandse regering. Anders hoeven we er ook niet aan te beginnen.
Laat ik eens een aantal onderwerpen opsommen die het Europarlement allicht op de agenda van de Conventie zal willen zetten, teneinde de muntunie te schragen met een economische unie:
-
-Meer doorzettingsmacht voor de Europese Commissie.
Bij het afdwingen van begrotingsdiscipline, maar ook bij de aanpak van economische onevenwichtigheden die de eurozone bedreigen. Daarbij krijgen zuidelijke eurolanden de opdracht om hun concurrentievermogen te verbeteren. Maar ook het exportoverschot van Duitsland en Nederland zal niet buiten schot blijven. Want in een eurozone waarin we vooral handel drijven met elkaar, is het exportoverschot van de één de schuldenberg van de ander.
-
-Meer financiële middelen voor Brussel om de stabiliteit van de euro te verzekeren.
Een economische regering is hulpeloos zolang zij voor geld moet aankloppen bij de lidstaten. De Europese Commissie zal op z'n minst een rol moeten krijgen bij het beheer van het euronoodfonds en bij de uitgifte van euro-obligaties.
-
-Afschaffing van het vetorecht bij belastingen.
Europese landen hebben beurtelings de vennootschapsbelasting verlaagd, om bedrijven bij elkaar weg te lokken. Aan die fiscale wedijver moet een eind komen, nu de staatsschulden de pan uitrijzen. Een minimumtarief op bedrijfswinsten, desnoods alleen voor de eurozone, komt er sneller als niet elk land een veto heeft.
Persoonlijk zou ik nog een agendapunt willen toevoegen.
-
-Striktere controle op de naleving van grondrechten.
Landen die kandidaat zijn voor het EU-lidmaatschap toetsen we steeds strenger op de kwaliteit van hun rechtsstaat. Maar de tekortkomingen van landen die al lid zijn worden vaak door de vingers gezien. Dat wreekt zich in de eurocrisis.
Zie Griekenland, waar corruptie en belastingontduiking het zo moeilijk maken om de begroting sluitend te krijgen. Zie ook Italië. Dat land is de echte achilleshiel van de eurozone. Waarom zit Berlusconi daar nog, de premier die alles doet om uit handen van justitie te blijven, maar ondertussen zijn land laat wegzakken in het schuldenmoeras.
Als Berlusconi zou vertrekken, zo zeggen economen, zou de rente op Italiaanse staatsobligaties meteen fors dalen. Want het land is nog steeds solvabel. Waarom zit hij er dan nog, de keizer die bunga bunga speelt terwijl Rome brandt? Waarom zien de Italianen pas sinds kort dat de keizer geen kleren aan heeft? Niet in het minst vanwege zijn mediamacht. Zijn greep op de commerciële tv én de staatsomroep gaf Berlusconi jarenlang een voorsprong op zijn tegenstanders.
Europa heeft pluriforme media bestempeld tot een grondrecht van burgers. Het Europees Parlement vroeg al in 2004 om wetgeving tegen mediaconcentratie. Maar de christendemocratische vrienden van Berlusconi in Europa hielden hem steevast de hand boven het hoofd. Daar betalen we nu een hoge prijs voor, de Italianen en wij.
Ik zou graag zien dat de Unie het toezicht op de grondrechten aanscherpt, in samenwerking met de Raad van Europa. Een supercommissaris voor grondrechten, is die niet even nodig als een supercommissaris voor begrotingsdiscipline? Onderling vertrouwen in Europa vereist meer dan een sluitende boekhouding.
Schengen
Bij veel vormen van Europese samenwerking wordt het wederzijds vertrouwen wel afgekondigd, maar onvoldoende verzekerd. Dat geldt ook voor de Schengenafspraken over vrij reizen, mijn tweede onderwerp.
Dat je vrij over de grens mag, zonder controle van je paspoort, je rugzak of je kofferbak, is een van de meest zichtbare voordelen van de Europese integratie. Voor burgers, maar ook voor bedrijven. De transportsector bespaart miljarden sinds vrachtwagens niet meer hoeven te wachten bij de Europese binnengrenzen.
De Schengencrisis lijkt te zijn geluwd. In Denemarken is de links-liberale lente al aangebroken. De nieuwe regering heeft de bewaking van de grenzen met Duitsland en Zweden afgeschaft. Nederland gaat stilletjes door met het controleren van de Beneluxtrein en van buitenlandse auto's die ons land binnenrijden. Maar de Europese Commissie voelt zich onvoldoende gesteund om minister Leers tot de orde te roepen. Italië heeft deals gesloten met de nieuwe leiders van Tunesië en Libië. Daardoor kan het migranten uit die landen linea recta terugsturen, in plaats van hen aan te moedigen om door te reizen naar Frankrijk en andere Schengenlanden.
De rust aan het Schengenfront heeft een prijs, zo blijkt uit het laatste voorbeeld. Die prijs wordt betaald door de vluchtelingen onder de migranten. Het zijn vaak mensen uit zwart-Afrika die niet veilig terug kunnen naar hun eigen land. Zij krijgen geen kans om een asielverzoek in te dienen. Hun recht op bescherming worden geschonden.
De rust aan het Schengenfront is ook bedrieglijk. Er hoeft maar een nieuwe migratiestroom op gang te komen of regeringen krijgen weer ruzie. Geeft het ene land aan migranten een tijdelijke verblijfsvergunning waarmee ze kunnen reizen in het Schengengebied, dan dreigt het andere land de grenzen te sluiten. De spanningen worden nog eens versterkt door een oneerlijk Europees asielsysteem, waarbij de zuidelijke landen van de Unie worden geacht het leeuwendeel van de asielzoekers op te vangen, omdat ze nu eenmaal daar binnenkomen. Als Griekenland of Italië daarover klagen, halen de noordelijke landen hun schouders op. “Dat is dan pech, hè. Landen hebben voor- en nadelen van hun ligging.” Een letterlijk citaat van onze premier Rutte.
De Europese solidariteit bij de opvang van vluchtelingen is nog ver te zoeken. Laat staan dat regeringen willen nadenken over een slimmer migratiebeleid. Over een Europees loket voor arbeidsmigranten, van wie we er steeds meer nodig hebben in het vergrijzende Europa. Zo'n migratieloket zou ondernemende jongeren uit de buurlanden van Europa een alternatief bieden voor de clandestiene overtocht in gammele bootjes.
Als de Arabische Lente ons aan het hart gaat, dan moeten we helpen om de mensen in Noord-Afrika een toekomstperspectief te geven. Voor sommigen kan legaal werk in Europa onderdeel zijn van die betere toekomst. Al gaat het maar om tijdelijke banen, het is stukken beter dan te worden opgejaagd en uitgebuit als illegaal.
Terug naar Schengen. Om de open grenzen binnen Europa te behouden, moeten de nationale regeringen meer toezicht accepteren op de naleving van de Schengenafspraken. Dat is ook de kern van een voorstel dat de Europese Commissie heeft ingediend: landen mogen alleen tijdelijke grenscontroles invoeren als de Commissie daarvoor toestemming geeft. Regeringen zullen dan met sterke argumenten moeten komen. Het moet om een echte noodsituatie gaan.
“We zullen het vrij verkeer met hand en tand verdedigen”, zei Barroso tijdens zijn State of the Union. Die strijdlust zal hij nodig hebben. Want de meeste regeringen zijn tegen het Commissievoorstel. Zij willen wel dat andere landen zich aan de Schengenregels houden, maar wensen niet zelf tot de orde te worden geroepen. Hier ligt de kern van het Europese vertrouwensprobleem. Zie ook de regels over maximale begrotingstekorten. Nationale regeringen maken afspraken die onvoldoende afdwingbaar zijn. En als het misgaat krijgt 'Europa' de schuld.
Loutering
Elke crisis is een kans. Dat geldt ook voor de eurocrisis en de Schengencrisis. De Europese integratie gaat van oudsher stapsgewijs. Als bestaande afspraken niet meer werken, komt er momentum voor nieuwe, betere, meer bindende afspraken. Maar het is niet zeker of die afspraken tijdig tot stand komen. Financiële markten zijn zoveel sneller dan Europese besluitvorming. En op de kiezersmarkt kunnen politici scoren door Europa tot zondebok te maken. Daarom knijp ik 'm wel een beetje, dezer dagen.
Als we de crises te boven komen, kan dat een sterker Europa opleveren. Een gelouterd Europa dat strenger let op de naleving van afspraken.
Een Europa dat, dankzij hervormingen van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid, de talenten van haar beroepsbevolking beter benut. Een Europa met meer concurrentievermogen en innovatiekracht, dat niet bang hoeft te zijn voor opkomende grootmachten. Een Europa dat opnieuw de leiding neemt in de strijd tegen klimaatverandering, alleen al omdat het koploper wil zijn in groene technologie.
Een Europa dat zich durft open te stellen voor producten én arbeidskrachten uit de buurlanden, omdat het steunen van de Arabische Lente een unieke kans biedt op democratisering van onze buurlanden - en daarmee ook op veiligheid aan onze buitengrenzen.
Een Europa dat haar model van economische vervlechting en bovennationale besluitvorming, dat ons meer dan zestig jaar vrede heeft gebracht, zelfbewust uitdraagt in de wereld.
We kunnen nog zoveel bereiken in Europa. Maar we hebben ook veel te verliezen.
Video: