Richtlijn 2006/32 - Energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inhoudsopgave

  1. Stand van zaken
  2. Kerngegevens
  3. Key dates
  4. Wettekst
  5. Origineel voorstel
  6. Bronnen en disclaimer
  7. Uitgebreide versie
  8. EU Monitor

1.

Stand van zaken

Deze richtlijn was geldig van 17 mei 2006 tot 4 juni 2014 en moest uiterlijk op 17 mei 2008 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad

officiële Engelstalige titel

Directive 2006/32/EC of the European Parliament and of the Council of 5 April 2006 on energy end-use efficiency and energy services and repealing Council Directive 93/76/EEC
 
Rechtsinstrument Richtlijn
Wetgevingsnummer Richtlijn 2006/32
Origineel voorstel COM(2003)739 NLEN
Celex-nummer125 32006L0032

3.

Key dates

Document 05-04-2006
Bekendmaking in Publicatieblad 27-04-2006; Special edition in Bulgarian: Chapter 12 Volume 002,OJ L 114, 27.4.2006,Special edition in Romanian: Chapter 12 Volume 002,Special edition in Croatian: Chapter 12 Volume 003
Inwerkingtreding 17-05-2006; in werking datum publicatie +20 zie art 3
Einde geldigheid 04-06-2014; opgeheven door 32012L0027
Omzetting 17-05-2008; ten laatste zie art. 18

4.

Wettekst

27.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/64

 

RICHTLIJN 2006/32/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 5 april 2006

betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In de Gemeenschap bestaat er behoefte aan een betere energie-efficiëntie bij het eindgebruik, moet de vraag naar energie worden beheerst en moet de productie van hernieuwbare energie worden bevorderd, aangezien er relatief beperkte mogelijkheden zijn om de condities van de levering en distributie van energie op korte tot middellange termijn op een andere wijze te beïnvloeden, door nieuwe capaciteit op te bouwen of door het transport en de distributie te verbeteren. Deze richtlijn is derhalve een bijdrage tot een betere zekerheid van de levering.

 

(2)

Een betere energie-efficiëntie bij het eindgebruik zal ook bijdragen tot een beperking van het verbruik van primaire energie, tot het terugdringen van de emissie van CO2 en andere broeikasgassen en daarmee tot voorkoming van gevaarlijke klimaatveranderingen. De emissie van deze gassen blijft verder stijgen, waardoor het steeds moeilijker wordt aan de afspraken van Kyoto te voldoen. Menselijke activiteiten in het kader van de energiesector veroorzaken 78 % van de emissie van broeikasgassen in de Gemeenschap. In het Zesde Milieuactieprogramma van de Gemeenschap zoals neergelegd in Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), wordt gesteld dat een verdere daling nodig is om de doelstelling op lange termijn van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering te verwezenlijken, namelijk dat de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer wordt gestabiliseerd op een niveau waarbij een gevaarlijke ontregeling van het klimaatsysteem door de mens wordt voorkomen. Derhalve zijn een concreet beleid en maatregelen noodzakelijk.

 

(3)

Een betere energie-efficiëntie bij het eindgebruik zal de mogelijkheid bieden om op een economisch efficiënte manier potentiële kosteneffectieve energiebesparingen te benutten. Deze energiebesparingen zouden kunnen worden gerealiseerd met maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie en aldus de Gemeenschap helpen haar afhankelijkheid van de invoer van energie te verkleinen. Bovendien kan de stap naar meer energie-efficiënte technologieën het innovatie- en concurrentievermogen van de Gemeenschap, waarop in de Lissabonstrategie de nadruk wordt gelegd, stimuleren.

 

(4)

In de mededeling van de Commissie over de uitvoering van de eerste fase van het Europees programma inzake klimaatverandering wordt een richtlijn inzake de beheersing van de vraag naar energie vermeld als een prioritaire maatregel inzake klimaatverandering op communautair niveau.

 

(5)

Deze richtlijn is in overeenstemming met Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (5) en met Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (6), die de mogelijkheid bieden om energie-efficiëntie en vraagsturing te gebruiken als alternatieven voor nieuwe capaciteit en ten behoeve van milieubescherming, waardoor de instanties van de lidstaten onder andere de mogelijkheid hebben nieuwe capaciteit aan te besteden of kunnen...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

  • COM(2003)739 - Energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten
 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:
  • dossier EUR-Lex besluit126

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.


  • 1. 
    Inclusief vloeibaar gas (LNG) en vloeibaar petroleumgas (LPG).

     
  • 2. 
    COM(2000) 769, 29 november 2000.

     
  • 3. 
    Het gemiddelde piektarief bedraagt 10,2 eurocent/kWh. (Bron OFFER and National audit office, UK 1998 and 2003).

     
  • 4. 
    De kwaliteit van dergelijke diensten kan eveneens worden gemeten. Warmtecomfort kan bijvoorbeeld worden gemeten in termen van de comfortindex van Fanger, terwijl bijvoorbeeld verlichting of visueel comfort kan worden gemeten in lux, rekening houdend met de kleurweergave.

     
  • 5. 
    Het gebruik van een openbare aanbesteding als een middel om energie-efficiëntie te bevorderen wordt ook aanbevolen in een resolutie van de Raad van 7 december 1998.

     
  • 6. 
    Richtlijn 2003/54/EG en Richtlijn 2003/55/EG.

     
  • 7. 
    Raming op basis van het MURE-model (lopende prijzen). Europese Commissie, 2003.

     
  • 8. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services. Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Germany, 2000

     
  • 9. 
    Groenboek betreffende een continue energievoorziening, Europese Commissie, 2000

     
  • 10. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services, Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Duitsland, 2000.

     
  • 11. 
    Harmelink, Graus, Blok, "Low Carbon Electricity Systems, Methodology
     
  • 12. 
    Europees verslag over het programma inzake klimaatverandering, Europese Commissie, 2001.

     
  • 13. 
    Pagliano, Politecnico di Milano, verslag van de 1ste Europese conferentie betreffende leveranciers van energiediensten, Milaan, 2003.

     
  • 14. 
    Er zijn tal van studies ondernomen om de potentiële besparingen en de mogelijkheden van CO2-reductie in de bouwsector te ramen. De resultaten ervan lopen nogal uiteen, afhankelijk van de veronderstellingen betreffende het economische groeitempo, de verspreidingsgraad van de technologie, en de vorm van de kosten-, prijzen- en leercurves. Uitgaande van een reëel investeringsrendement van 4% vertegenwoordigen de opties in heel de bouwsector - die goed is voor 40% van het eindverbruik van energie in de EU - welke een negatieve of nulkostprijs hebben meer dan 50% van het vastgestelde reductiepotentieel voor de sector. Opties met nul- en negatieve kosten zijn investeringen die besparingen opleveren welke voldoende zijn om de kapitaalkosten terug te verdienen en de onderhouds-, bedrijfs- en interestkosten te dragen binnen de normale (gemiddelde) aanvaarde technische levensduur van de technologie in kwestie. Bron: ECOFYS-studie, 'Economic Evaluation of Sectoral Emission Reduction Objectives for Climate Change', besteld door de Europese Commissie, januari 2001.

     
  • 15. 
    "Energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap - Op weg naar een strategie voor het rationeel gebruik van energie, Mededeling van de Commissie, COM(1998) 246 def. van 29.4.1998.

     
  • 16. 
    Om duplicering te vermijden zijn maatregelen voor energieverbruik en energie-efficiëntie in de industriële productieprocessen die onder de richtlijn emissierechtenhandel en de IPPC-richtlijn vallen uitgesloten, waardoor ongeveer 75% van het eindverbruik van energie overblijft.

     
  • 17. 
    Deze basisperiode en de resulterende besparingsgrootte worden gebruikt voor de duur van de targetperiode.

     
  • 18. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services, Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Duitsland 2000.

     
  • 19. 
    Energy Charter Country Reviews, 2002 en 2003.

     
  • 20. 
    'Harnessing the Power of the Public Purse, European PROUST Study on energy efficiency in the public sector, SAVE Programme, European Commission, March 2003'.

     
  • 21. 
    Id.

     
  • 22. 
    Terwijl naar verwachting 10% van het aantal arbeidsplaatsen in de electriciteitsvoorzieningsindustrie verloren zal gaan als gevolg van de liberalisering van de markt zou de ontwikkeling van de markt voor energiediensten, die veel van dezelfde vaardigheden gebruikt, dit voor een groot deel kunnen compenseren. Bron: 'Employment effects of future developments in the European Energy Market', A Technology Consultants, Den Haag, 1996.

     
  • 23. 
    De Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas, en houdende intrekking van respectievelijk de Richtlijnen 96/92/EG en 98/30/EG voorzien in de keuzemogelijkheid om vraagbeheer te gebruiken als alternatief voor nieuw aanbod, waardoor de instanties van de lidstaten in de mogelijkheid worden gesteld een aanbestedingsprocedure te beginnen voor nieuwe capaciteit of maatregelen voor energie-efficiëntie en vraagbeheer. In deze richtlijnen wordt verder op de nationale regelgevende instanties een beroep gedaan ervoor te zorgen dat de transmissie- en distributietarieven rekening houden met deze maatregelen voor vraagbeheer, en aldus kostenrecuperatie en een redelijke winstmarge bij het vaststellen van dergelijke tarieven mogelijk maken.

     
  • 24. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 25. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26-40.

     
  • 26. 
    'Employment Impacts of Energy Conservation Schemes', ECN , oktober, 1999.

     
  • 27. 
    Verslag van de SAVE-conferentie van Graz, EWA 2000 en verslag van het zomercolloquium van de ECEEE, 2003.

     
  • 28. 
    SAVE-werkgelegenheidsstudie, Europese Commissie 2001.

     
  • 29. 
    Akkoord betreffende DSM-implementatie van het IEA van 2003.

     
  • 30. 
    COM(2001) 580 def.

     
  • 31. 
    Zowel het Europees Parlement als de Raad hebben initiatieven voor energiediensten ondersteund in Parlementsresoluties en Raadsresoluties (A5-0054/2001 en Raadsconclusies 8835/00 en 14000/00 van 2000). De Raad aanvaardde in zijn resolutie van 7 december 1998 (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 394 van 17-12-1998, pagina 1 pdf icoon) een indicatieve streefwaarde voor energie-intensiteitsverbetering van het eindverbruik met één extra procentpunt per jaar tot het jaar 2010 als nuttige leidraad om de inspanningen op dit gebied op te voeren.

     
  • 32. 
    Artikel 7 van Richtlijn 2003/54/EG.

     
  • 33. 
    Overweging 18 van Richtlijn 2003/54/EG.

     
  • 34. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 35. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 297 van 13-10-1992, pagina .16.

     
  • 36. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 37. 
    Bij het bevorderen van de ontwikkeling van energiediensten wordt coördinatie met andere bestaande EU-wetgeving zoals de Richtlijnen 1994/2/EG, 1995/12/EG, 1995/13/EG, 1996/60/EG, 1997/17/EG, 1998/11/EG, en 2000/31/EG beoogd.

     
  • 38. 
    Richtlijn 93/76/EEG van de Raad van 13 september 1993 tot beperking van kooldioxide-emissies door verbetering van de energie-efficiëntie (SAVE).

     
  • 39. 
    DEA. E.piano 1999.

     
  • 40. 
    154,5 PJ = 42,9 TWh,
     
  • 41. 
    (Thomas et al. 1997).

     
  • 42. 
    Internationaal Energieagentschap, Energy Efficiency Initiative-Country Profiles and Case Studies, 1997.

     
  • 43. 
    id.

     
  • 44. 
    id.

     
  • 45. 
    PB C
     
  • 46. 
    PB C
     
  • 47. 
    PB C
     
  • 48. 
    PB C
     
  • 49. 
    Groenboek: 'Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening' (COM(2000) 769).

     
  • 50. 
    United Nations Framework Convention on Climate Change (Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering).

     
  • 51. 
    Europees programma inzake klimaatverandering.

     
  • 52. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 37 pdf icoon.

     
  • 53. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 57 pdf icoon.

     
  • 54. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 37 pdf icoon.

     
  • 55. 
    Verwezenlijking van de interne markt voor energie: eerste benchmark-verslag, Europese Commissie, 2002.

     
  • 56. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 394 van 17-12-1998, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 57. 
    Conclusies van de Raad: Bulletin 5-2000, punt 1.4.41.

     
  • 58. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 22-9-1993, pagina 28.

     
  • 59. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 60. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 61. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26-40.

     
  • 62. 
    Een op deze drie fouttypes gebaseerd model voor de vaststelling van het niveau van gekwantificeerde onzekerheid is gegeven in aanhangsel B van het 'International Performance Measurement
     
  • 63. 
    Inclusief vloeibaar gas (LNG) en vloeibaar petroleumgas (LPG).

     
  • 64. 
    COM(2000) 769, 29 november 2000.

     
  • 65. 
    Het gemiddelde piektarief bedraagt 10,2 eurocent/kWh. (Bron OFFER and National audit office, UK 1998 and 2003).

     
  • 66. 
    De kwaliteit van dergelijke diensten kan eveneens worden gemeten. Warmtecomfort kan bijvoorbeeld worden gemeten in termen van de comfortindex van Fanger, terwijl bijvoorbeeld verlichting of visueel comfort kan worden gemeten in lux, rekening houdend met de kleurweergave.

     
  • 67. 
    Het gebruik van een openbare aanbesteding als een middel om energie-efficiëntie te bevorderen wordt ook aanbevolen in een resolutie van de Raad van 7 december 1998.

     
  • 68. 
    Richtlijn 2003/54/EG en Richtlijn 2003/55/EG.

     
  • 69. 
    Raming op basis van het MURE-model (lopende prijzen). Europese Commissie, 2003.

     
  • 70. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services. Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Germany, 2000

     
  • 71. 
    Groenboek betreffende een continue energievoorziening, Europese Commissie, 2000

     
  • 72. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services, Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Duitsland, 2000.

     
  • 73. 
    Harmelink, Graus, Blok, "Low Carbon Electricity Systems, Methodology
     
  • 74. 
    Europees verslag over het programma inzake klimaatverandering, Europese Commissie, 2001.

     
  • 75. 
    Pagliano, Politecnico di Milano, verslag van de 1ste Europese conferentie betreffende leveranciers van energiediensten, Milaan, 2003.

     
  • 76. 
    Er zijn tal van studies ondernomen om de potentiële besparingen en de mogelijkheden van CO2-reductie in de bouwsector te ramen. De resultaten ervan lopen nogal uiteen, afhankelijk van de veronderstellingen betreffende het economische groeitempo, de verspreidingsgraad van de technologie, en de vorm van de kosten-, prijzen- en leercurves. Uitgaande van een reëel investeringsrendement van 4% vertegenwoordigen de opties in heel de bouwsector - die goed is voor 40% van het eindverbruik van energie in de EU - welke een negatieve of nulkostprijs hebben meer dan 50% van het vastgestelde reductiepotentieel voor de sector. Opties met nul- en negatieve kosten zijn investeringen die besparingen opleveren welke voldoende zijn om de kapitaalkosten terug te verdienen en de onderhouds-, bedrijfs- en interestkosten te dragen binnen de normale (gemiddelde) aanvaarde technische levensduur van de technologie in kwestie. Bron: ECOFYS-studie, 'Economic Evaluation of Sectoral Emission Reduction Objectives for Climate Change', besteld door de Europese Commissie, januari 2001.

     
  • 77. 
    "Energie-efficiëntie in de Europese Gemeenschap - Op weg naar een strategie voor het rationeel gebruik van energie, Mededeling van de Commissie, COM(1998) 246 def. van 29.4.1998.

     
  • 78. 
    Om duplicering te vermijden zijn maatregelen voor energieverbruik en energie-efficiëntie in de industriële productieprocessen die onder de richtlijn emissierechtenhandel en de IPPC-richtlijn vallen uitgesloten, waardoor ongeveer 75% van het eindverbruik van energie overblijft.

     
  • 79. 
    Deze basisperiode en de resulterende besparingsgrootte worden gebruikt voor de duur van de targetperiode.

     
  • 80. 
    SAVE-studie: Completing the Market for Least-Cost Energy Services, Wuppertal Institute for Climate, Environment Energy, Duitsland 2000.

     
  • 81. 
    Energy Charter Country Reviews, 2002 en 2003.

     
  • 82. 
    'Harnessing the Power of the Public Purse, European PROUST Study on energy efficiency in the public sector, SAVE Programme, European Commission, March 2003'.

     
  • 83. 
    Id.

     
  • 84. 
    Terwijl naar verwachting 10% van het aantal arbeidsplaatsen in de electriciteitsvoorzieningsindustrie verloren zal gaan als gevolg van de liberalisering van de markt zou de ontwikkeling van de markt voor energiediensten, die veel van dezelfde vaardigheden gebruikt, dit voor een groot deel kunnen compenseren. Bron: 'Employment effects of future developments in the European Energy Market', A Technology Consultants, Den Haag, 1996.

     
  • 85. 
    De Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas, en houdende intrekking van respectievelijk de Richtlijnen 96/92/EG en 98/30/EG voorzien in de keuzemogelijkheid om vraagbeheer te gebruiken als alternatief voor nieuw aanbod, waardoor de instanties van de lidstaten in de mogelijkheid worden gesteld een aanbestedingsprocedure te beginnen voor nieuwe capaciteit of maatregelen voor energie-efficiëntie en vraagbeheer. In deze richtlijnen wordt verder op de nationale regelgevende instanties een beroep gedaan ervoor te zorgen dat de transmissie- en distributietarieven rekening houden met deze maatregelen voor vraagbeheer, en aldus kostenrecuperatie en een redelijke winstmarge bij het vaststellen van dergelijke tarieven mogelijk maken.

     
  • 86. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 87. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26-40.

     
  • 88. 
    'Employment Impacts of Energy Conservation Schemes', ECN , oktober, 1999.

     
  • 89. 
    Verslag van de SAVE-conferentie van Graz, EWA 2000 en verslag van het zomercolloquium van de ECEEE, 2003.

     
  • 90. 
    SAVE-werkgelegenheidsstudie, Europese Commissie 2001.

     
  • 91. 
    Akkoord betreffende DSM-implementatie van het IEA van 2003.

     
  • 92. 
    COM(2001) 580 def.

     
  • 93. 
    Zowel het Europees Parlement als de Raad hebben initiatieven voor energiediensten ondersteund in Parlementsresoluties en Raadsresoluties (A5-0054/2001 en Raadsconclusies 8835/00 en 14000/00 van 2000). De Raad aanvaardde in zijn resolutie van 7 december 1998 (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 394 van 17-12-1998, pagina pdf icoon

    1) een indicatieve streefwaarde voor energie-intensiteitsverbetering van het eindverbruik met één extra procentpunt per jaar tot het jaar 2010 als nuttige leidraad om de inspanningen op dit gebied op te voeren.

     
  • 94. 
    Artikel 7 van Richtlijn 2003/54/EG.

     
  • 95. 
    Overweging 18 van Richtlijn 2003/54/EG.

     
  • 96. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 97. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 297 van 13-10-1992, pagina .16.

     
  • 98. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 99. 
    Bij het bevorderen van de ontwikkeling van energiediensten wordt coördinatie met andere bestaande EU-wetgeving zoals de Richtlijnen 1994/2/EG, 1995/12/EG, 1995/13/EG, 1996/60/EG, 1997/17/EG, 1998/11/EG, en 2000/31/EG beoogd.

     
  • 100. 
    Richtlijn 93/76/EEG van de Raad van 13 september 1993 tot beperking van kooldioxide-emissies door verbetering van de energie-efficiëntie (SAVE).

     
  • 101. 
    DEA. E.piano 1999.

     
  • 102. 
    154,5 PJ = 42,9 TWh,
     
  • 103. 
    (Thomas et al. 1997).

     
  • 104. 
    Internationaal Energieagentschap, Energy Efficiency Initiative-Country Profiles and Case Studies, 1997.

     
  • 105. 
    id.

     
  • 106. 
    id.

     
  • 107. 
    PB C
     
  • 108. 
    PB C
     
  • 109. 
    PB C
     
  • 110. 
    PB C
     
  • 111. 
    Groenboek: 'Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening' (COM(2000) 769).

     
  • 112. 
    United Nations Framework Convention on Climate Change (Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering).

     
  • 113. 
    Europees programma inzake klimaatverandering.

     
  • 114. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 37 pdf icoon.

     
  • 115. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 57 pdf icoon.

     
  • 116. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 176 van 15-7-2003, pagina 37 pdf icoon.

     
  • 117. 
    Verwezenlijking van de interne markt voor energie: eerste benchmark-verslag, Europese Commissie, 2002.

     
  • 118. 
    Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 394 van 17-12-1998, pagina 1 pdf icoon.

     
  • 119. 
    Conclusies van de Raad: Bulletin 5-2000, punt 1.4.41.

     
  • 120. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 237 van 22-9-1993, pagina 28.

     
  • 121. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 1 van 4-1-2003, pagina 65 pdf icoon.

     
  • 122. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 275 van 25-10-2003, pagina 32-46 pdf icoon.

     
  • 123. 
    Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26-40.

     
  • 124. 
    Een op deze drie fouttypes gebaseerd model voor de vaststelling van het niveau van gekwantificeerde onzekerheid is gegeven in aanhangsel B van het 'International Performance Measurement
     
  • 125. 
    Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
     
  • 126. 
    EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.