Richtlijn 2003/87 - Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de EG
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raadofficiële Engelstalige titel
Directive 2003/87/EC of the European Parliament and of the Council of 13 October 2003 establishing a scheme for greenhouse gas emission allowance trading within the Community and amending Council Directive 96/61/ECRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2003/87 |
Origineel voorstel | COM(2001)581 ![]() ![]() |
Celex-nummer61 | 32003L0087 |
Document | 13-10-2003 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 25-10-2003; Special edition in Latvian: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Slovak: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Czech: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Bulgarian: Chapter 15 Volume 010,OJ L 275, 25.10.2003,Special edition in Hungarian: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Estonian: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Slovenian: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Romanian: Chapter 15 Volume 010,Special edition in Polish: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Lithuanian: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Maltese: Chapter 15 Volume 007,Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 009 |
Inwerkingtreding | 25-10-2003; in werking datum publicatie zie art 32 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 31-12-2003; ten laatste zie art. 31.1 |
25.10.2003 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 275/32 |
RICHTLIJN 2003/87/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 13 oktober 2003
tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 175, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het groenboek over de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie heeft in geheel Europa een discussie op gang gebracht over de geschiktheid en de eventuele werking van handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie. In het Europees Programma inzake klimaatverandering worden communautaire beleidslijnen en maatregelen overwogen die berusten op een proces waarbij veel belanghebbenden betrokken zijn, waaronder een regeling voor handel in broeikasgasemissierechten in de Gemeenschap („de Gemeenschapsregeling”), die op het groenboek gebaseerd is. In zijn conclusies van 8 maart 2001 erkent de Raad het bijzondere belang van het Programma inzake klimaatverandering en het werk dat op het groenboek gebaseerd is, en onderstreept hij de dringende noodzaak van concrete acties op communautair niveau. |
(2) |
In het zesde milieuactieprogramma van de Gemeenschap, vastgesteld bij Beschikking nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), wordt klimaatverandering aangemerkt als een prioriteit waarvoor maatregelen moeten worden genomen en wordt voorzien in de invoering van een voor de gehele Gemeenschap geldende regeling voor de handel in emissierechten voor 2005. In dit programma wordt erkend dat de Gemeenschap gehouden is in de periode van 2008 tot en met 2012 8 % minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990, en dat, op de langere termijn, de mondiale emissies van broeikasgassen ten opzichte van 1990 met circa 70 % moeten worden verminderd. |
(3) |
Het uiteindelijke doel van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, goedgekeurd bij Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende het sluiten van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (6), is het bewerkstelligen van een stabilisering van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op een niveau waarop gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen. |
(4) |
Het Protocol van Kyoto, goedgekeurd bij Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (7), zal, zodra het in werking is getreden, de Gemeenschap en haar lidstaten ertoe verplichten hun gezamenlijke antropogene emissies van de in bijlage A bij het protocol genoemde broeikasgassen in de periode van 2008 tot en met 2012 ten opzichte van 1990 met 8 % te verlagen. |
(5) |
De Gemeenschap en haar lidstaten zijn overeengekomen gezamenlijk aan hun verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto betreffende de reductie van de antropogene broeikasgasemissies te voldoen, overeenkomstig Beschikking 2002/358/EG. De richtlijn draagt ertoe bij dat de Europese Gemeenschap en haar lidstaten door middel van een efficiënte Europese markt voor broeikasgasemissierechten doeltreffender en met een zo gering mogelijke teruggang van de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid aan hun verplichtingen voldoen. |
(6) |
Beschikking 93/389/EEG van... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.
- 1.COM(2000) 87 definitief van 8.3.2000.
- 2.Bronnen: The Economic Effects of EU-wide Industry-Level Emission Trading to Reduce Greenhouse Gases - Results from PRIMES model
- 3.COM(1997) 30 definitief van 12.3.1997 Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 139 van 6-5-1997, pagina 14).
- 4.Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, PB L 257, 10.10.1996, blz. 26.
- 5.De IPPC-richtlijn definieert de term 'verontreiniging' als volgt: de directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem, die de gezondheid van de mens of de milieukwaliteit kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, dan wel de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg staan.
- 6.Gelijk aan ca. 38% van de in 2010 te verwachten totale uitstoot van broeikasgas van de Gemeenschap die onder het protocol van Kyoto vallen.
- 7.FCCP/CP/2001/2/Add. 4, blz 24, lid 21, onder (b): 'Legal entities, where authorized by the Party, may also perform this function'(rechtspersonen kunnen, daartoe gemachtigd door de verdragsluitende partij, deze taak ook verrichten)
- 8.Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27.1.92 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW), PB L 24, 1.2.1992, blz. 1.
- 9.COM(2000) 839 definitief.
- 10.Beschikking van de Commissie van 17.7.2000 inzake de totstandbrenging van een Europees Emissieregister van verontreinigende stoffen (EPER) overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC), PB L 192/36 gedateerd 28.7.2000, blz. 36.
- 11.Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 20.9.2001 betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (PB C ..., blz. ...).
- 12.PB C ... van ..., blz..
- 13.PB C ... van ..., blz..
- 14.PB C ... van ..., blz..
- 15.PB C ... van ..., blz..
- 16.COM(2000) 87 definitief.
- 17.COM(2000) 88 definitief.
- 18.COM(2001) 31 definitief.
- 19.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 33 van 7-2-1994, blz 11.
- 20.PB L ... van ..., blz..
- 22.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 158 van 23-6-1990, blz 56.
- 23.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 377 van 31-12-1990, blz 48.
- 24.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999 Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999, blz 23.
- 25.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, blz 26.
- 26.Bijvoorbeeld de energievooruitzichten voor 2020, gepubliceerd in november 1999, ook bekend als 'Shared Analysis Project'.
- 27.Een prijs van 20 euro is gebaseerd op de conclusie van de studie 'Economic Evaluation of Sectoral Emission Reduction Objectives for Climate Change' van mei 2001 (europa.eu.int/comm/environment/enveco ). Deze studie komt tot de conclusie, dat het Kyoto-doel van de Gemeenschap zou kunnen worden bereikt met een uitgave van maximaal 20 euro per ton CO2 -equivalent.
- 28.Een prijs van 33 euro is gebaseerd op de conclusie van de studie 'The Economic Effects of EU-wide Industry-Level Emission Trading to Reduce Greenhouse Gases - Results from PRIMES model' van februari 2000 (beschikbaar op de website van DG ENV). Deze studie lag ten grondslag aan het Groenboek en had, anders dan de in voetnoot 1 bedoelde studie, uitsluitend op kooldioxide-emissies betrekking.
- 29.De sectorgrenzen in het PRIMES- model komen niet volledig overeen met de categorieën die in Bijlage I van de Richtlijn worden genoemd. Bovendien is in de analyse geen rekening gehouden met grenzen aan de grootte. Als er echter geen optimale mix van beleidsplannen en -maatregelen bestaat in iedere lidstaat, komt het tot een onderschatting van de voordelen van een voor de gehele EU geldend systeem voor de handel in uitstootrechten.
- 30.Deze cijfers wijken af van die welke in het Groenboek over de handel in uitstootrechten worden vermeld, omdat het totale streefcijfer dat voor CO2 -emissies is gesteld (-8% vergeleken met 1990) een grotere uitdaging betekende dan volgens de jongste analyse mag worden verlangd (-5%). Het minder hoog gegrepen doel is een gevolg van het feit dat de uitstoot van andere broeikasgassen kostenefficiënter kunnen worden verminderd (maximaal -17% vergeleken met 1990). Derhalve vallen de totale kosten van de naleving voor de EU lager uit (7,5 miljard euro per jaar i.p.v.9 miljard )en is de besparing van de handel in uitstootrechten in absolute zin kleiner (1,3 miljard euro i.p.v. EUR 2,2 miljard). Bovendien is de indeling van de sectoren iets minder ruim dan in het Groenboek voorzien.
- 31.COM(2000) 87 definitief van 8.3.2000.
- 32.Bronnen: The Economic Effects of EU-wide Industry-Level Emission Trading to Reduce Greenhouse Gases - Results from PRIMES model
- 33.COM(1997) 30 definitief van 12.3.1997 Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten (Publicatieblad van de Europese Unie C-reeks nr. 139 van 6-5-1997, pagina 14).
- 34.Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, PB L 257, 10.10.1996, blz. 26.
- 35.De IPPC-richtlijn definieert de term 'verontreiniging' als volgt: de directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem, die de gezondheid van de mens of de milieukwaliteit kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, dan wel de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg staan.
- 36.Gelijk aan ca. 38% van de in 2010 te verwachten totale uitstoot van broeikasgas van de Gemeenschap die onder het protocol van Kyoto vallen.
- 37.FCCP/CP/2001/2/Add. 4, blz 24, lid 21, onder (b): 'Legal entities, where authorized by the Party, may also perform this function'(rechtspersonen kunnen, daartoe gemachtigd door de verdragsluitende partij, deze taak ook verrichten)
- 38.Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27.1.92 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW), PB L 24, 1.2.1992, blz. 1.
- 39.COM(2000) 839 definitief.
- 40.Beschikking van de Commissie van 17.7.2000 inzake de totstandbrenging van een Europees Emissieregister van verontreinigende stoffen (EPER) overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC), PB L 192/36 gedateerd 28.7.2000, blz. 36.
- 41.Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 20.9.2001 betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (PB C ..., blz. ...).
- 42.PB C ... van ..., blz..
- 43.PB C ... van ..., blz..
- 44.PB C ... van ..., blz..
- 45.PB C ... van ..., blz..
- 46.COM(2000) 87 definitief.
- 47.COM(2000) 88 definitief.
- 48.COM(2001) 31 definitief.
- 49.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 33 van 7-2-1994, blz 11.
- 50.PB L ... van ..., blz..
- 52.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 158 van 23-6-1990, blz 56.
- 53.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 377 van 31-12-1990, blz 48.
- 54.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999 Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999, blz 23.
- 55.Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, blz 26.
- 56.Bijvoorbeeld de energievooruitzichten voor 2020, gepubliceerd in november 1999, ook bekend als 'Shared Analysis Project'.
- 57.Een prijs van 20 euro is gebaseerd op de conclusie van de studie 'Economic Evaluation of Sectoral Emission Reduction Objectives for Climate Change' van mei 2001 (europa.eu.int/comm/environment/enveco ). Deze studie komt tot de conclusie, dat het Kyoto-doel van de Gemeenschap zou kunnen worden bereikt met een uitgave van maximaal 20 euro per ton CO2 -equivalent.
- 58.Een prijs van 33 euro is gebaseerd op de conclusie van de studie 'The Economic Effects of EU-wide Industry-Level Emission Trading to Reduce Greenhouse Gases - Results from PRIMES model' van februari 2000 (beschikbaar op de website van DG ENV). Deze studie lag ten grondslag aan het Groenboek en had, anders dan de in voetnoot 1 bedoelde studie, uitsluitend op kooldioxide-emissies betrekking.
- 59.De sectorgrenzen in het PRIMES- model komen niet volledig overeen met de categorieën die in Bijlage I van de Richtlijn worden genoemd. Bovendien is in de analyse geen rekening gehouden met grenzen aan de grootte. Als er echter geen optimale mix van beleidsplannen en -maatregelen bestaat in iedere lidstaat, komt het tot een onderschatting van de voordelen van een voor de gehele EU geldend systeem voor de handel in uitstootrechten.
- 60.Deze cijfers wijken af van die welke in het Groenboek over de handel in uitstootrechten worden vermeld, omdat het totale streefcijfer dat voor CO2 -emissies is gesteld (-8% vergeleken met 1990) een grotere uitdaging betekende dan volgens de jongste analyse mag worden verlangd (-5%). Het minder hoog gegrepen doel is een gevolg van het feit dat de uitstoot van andere broeikasgassen kostenefficiënter kunnen worden verminderd (maximaal -17% vergeleken met 1990). Derhalve vallen de totale kosten van de naleving voor de EU lager uit (7,5 miljard euro per jaar i.p.v.9 miljard )en is de besparing van de handel in uitstootrechten in absolute zin kleiner (1,3 miljard euro i.p.v. EUR 2,2 miljard). Bovendien is de indeling van de sectoren iets minder ruim dan in het Groenboek voorzien.
- 61.Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
- 62.EUR-Lex biedt een overzicht van het voorstel, wijzigingen, aanhalingen en rechtsgeldigheid.