Europese Commissie stelt onderzoek in naar verhoogde kosten voor Nederlandse verblijfsvergunning (en) - Hoofdinhoud

In antwoord op vragen van GroenLinks i-Europarlementariër Judith Sargentini i blijkt dat de Europese Commissie i een onderzoek gaat instellen naar de aanzienlijke verhoging van de kosten voor een Nederlandse verblijfsvergunning. Sinds 1 juli verhoogde Nederland de leges of administratieve kosten voor veel verblijfsvergunningen, waaronder die voor gezinshereniging. Volgens de nieuwe tarieven kunnen de totale kosten voor gezinshereniging oplopen tot 1900 euro, twee keer het salaris van iemand met een minimumloon. Op verzoek van Sargentini gaat eurocommissaris i Cecilia Malmström i nu onderzoeken of de verhoging niet ingaat tegen het Europees recht op gezinshereniging.

“De Nederlandse regering wil gezinsmigratie beperken door hoge leges, maar moet zich houden aan Europese afspraken”, zegt Sargentini. “De Europese Commissie zegt nu heel duidelijk dat Nederland bij het vaststellen van de hoogte van leges zich moet houden aan Europese recht i.”

Ongastvrij land

Sargentini schat in dat de Europese Commissie Nederland op de vingers tikt: “Mij lijkt het logisch dat de Nederlandse regering zal worden teruggefloten. En dan zet ons land zich wederom op de kaart als ongastvrij land.” Binnenkort moet Nederland zich al verantwoorden bij het Europese Hof in een zaak over te hoge leges voor verblijfsvergunningen voor onbepaalde duur.

Overzicht van de nieuwe kosten gezinshereniging

Aanvraag: 1250 euro

Machtiging voor voorlopig verblijf: 300 euro

Inburgeringsexamen in het buitenland: 350 euro

Totaal: 1900 euro

Bijkomende kosten

extra gezinsleden (kinderen) 300 euro

verlenging van verblijfsvergunning (per persoon) 350 euro

vertalingen van documenten onbekend

Antwoorden van mevrouw Malmström namens de Europese Commissie

"De Commissie is op de hoogte van de recente wijziging van de Nederlandse wetgeving waardoor de leges voor verblijfsvergunningen in het kader van gezinshereniging per 1 juli 2011 worden verhoogd.

Op EU-niveau is gezinshereniging tussen onderdanen van derde landen geregeld in Richtlijn i 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging. Deze richtlijn bevat geen specifieke bepalingen over leges. Niettemin moeten de lidstaten bij het vaststellen van hun leges de algemene beginselen van het EU-recht (evenredigheid en "nuttige werking") respecteren en mogen ze geen leges vragen die de werking van de richtlijn kunnen ondermijnen door het recht op gezinshereniging te belemmeren. De Commissie toetst dan ook momenteel de Nederlandse regels aan deze algemene beginselen."