Voorstel van rijkswet - Voorstel van rijkswet van de leden Elissen en Helder houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, strekkende tot modernisering van de rol van de Koning in het staatsbestel - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 32865 (R1957) - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Statuut van het Koninkrijk ter modernisering van de rol van de Koning (eerste lezing) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van rijkswet van de leden Elissen en Helder houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, strekkende tot modernisering van de rol van de Koning in het staatsbestel ; Voorstel van wet (initiatiefvoorstel); Voorstel van rijkswet |
---|---|
Documentdatum | 01-09-2011 |
Publicatiedatum | 01-09-2011 |
Nummer | KST328652 |
Kenmerk | 32865 R1957, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 865 (R 1957)
Voorstel van rijkswet van de leden Elissen en Helder houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, strekkende tot modernisering van de rol van de Koning in het staatsbestel
Nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot wijziging van het Statuut strekkende tot modernisering van de rol van de Koning in het staatsbestel;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, artikel 55 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het eerste lid komt te luiden:
-
1.De Koning is staatshoofd van het Koninkrijk en van elk van de landen. De in overeenstemming met de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden benoemde ministers vormen de regering van het Koninkrijk. De ministers zijn verantwoordelijk.
-
2.In het tweede lid wordt «De Koning wordt» vervangen door: De Koning en de regering van het Koninkrijk worden.
-
3.In het derde lid wordt «door de Koning als hoofd van het Koninkrijk» vervangen door: bij koninklijk besluit.
B
In artikel 4, eerste lid, wordt «De koninklijke macht» vervangen door «De regeringsmacht» en wordt «de Koning als hoofd van het Koninkrijk» vervangen door: de regering van het Koninkrijk.
C
In artikel 5, eerste lid, wordt «de Koninklijke en de wetgevende macht» vervangen door: de bestuurlijke en de wetgevende macht.
D
In artikel 7 wordt «de door de Koning benoemde ministers» vervangen door: de in overeenstemming met de Grondwet benoemde ministers.
E
In artikel 13, tweede lid, 15, eerste lid, 21, 25, eerste en tweede lid, 34, eerste lid, en 55, tweede lid, wordt «Koning» vervangen door: regering van het Koninkrijk.
F
In artikel 50, eerste lid, wordt «de Koning als hoofd van het Koninkrijk» vervangen door: de regering van het Koninkrijk.
G
Artikel 52 komt te luiden:
Artikel 52
De landsverordening kan aan de regering van het Koninkrijk en aan de Gouverneur als orgaan van het Koninkrijk met goedkeuring van de regering van het Koninkrijk bevoegdheden met betrekking tot landsaange-legenheden toekennen.
ARTIKEL III
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,