Sudan - Hoofdinhoud
Enige weken geleden alweer vergaderde de Kamer over Sudan.
Hieronder mijn inbreng uit het verslag:
De heer Dijkhoff (VVD): Voorzitter. De missie in Sudan is geen nieuwe missie. Wij spreken dan ook over een verlenging die in lijn is met wat er nu al gebeurt en met wat er in het verleden in de Kamer is besproken. Vorig jaar is de Nederlandse bijdrage verlengd tot 13 april van dit jaar. Daarnaast is de Nederlandse bijdrage aan de missie zeer belangrijk, ook al is de omvang van onze bijdrage bescheiden. De missie is onmiskenbaar van groot belang, gezien het recente verleden en de positieve ontwikkelingen in Sudan.
Hopelijk leidt de missie tot een rustigere, veiligere en stabielere toekomst voor dit land. Het valt niet te ontkennen dat het een lastige missie is in een ontzettend complex en fragiel gebied. Ook is de toekomst van de missie zelf nog niet zeker. Het mandaat loopt binnenkort af. Het wordt wellicht verlengd; daar voorziet de brief van het kabinet ook in. De missie kan echter ook een update krijgen in de vorm van een nieuwe missie. Dat roept de vraag op of de minister al iets kan zeggen over de voortgang die daarbij is geboekt, de te verwachten veranderingen ten opzichte van de huidige missie en het verzoek aan Nederland om een bijdrage.
De VVD-fractie staat positief tegenover deze missie. Dat lijkt mij ook wel zo consequent. Wij staan dan ook positief tegenover een verlenging van de huidige missie en een mogelijke nieuwe missie in VN-verband. Wel heeft mijn fractie nog vragen over de situatie in Sudan, het land waar wij opnieuw onze dames en heren militairen en onze agenten naar uit zullen gaan zenden.
Hoewel de blijdschap en de opluchting over het verloop, de uitkomst en de acceptatie van het referendum over een onafhankelijk Zuid-Sudan overheersen, moeten wij ons daardoor niet laten verblinden. Wij moeten de verlenging van de missie met andere woorden niet zien als een uitlopertje in een land waar de ellende nu wel voorbij is. Het is vooral het veiligstellen van ontwikkelingen, een begin van stabiliteit en veiligheid en een eerste stap in de ontwikkeling van Zuid-Sudan. Noord-Sudan is daar helaas nog niet aan toe. Diverse gebieden staan nog onder hoogspanning. Het risico bestaat dan ook dat op een gegeven moment ook in andere gebieden zal worden opgeroepen tot afscheiding of een status aparte. Hoewel ik niet ontevreden ben over de recente opstelling van de heer Al-Bashir, zie ik hem iets dergelijks niet nog een keer accepteren. Daar komt de ontevredenheid van de bevolking nog eens bovenop. Bovendien zijn de economische omstandigheden in Sudan onveranderd slecht en is de situatie in de buurlanden en dan met name in Libië precair. Dat kan allemaal van invloed zijn op Noord-Sudan.
Dan is er ook nog de twistappel van Abiye. Nederland speelt een rol bij de lopende onderhandelingen. Inmiddels ligt er echter ook een uitspraak van het Hof van Arbitrage. Kan de minister mij zeggen hoe die twee zich precies tot elkaar verhouden? Ook krijg ik graag een inschatting van het risico dat de situatie in de regio escaleert, omdat Noord-Sudan grenst aan twee landen met een Arabische lente. “Arabische lente” klinkt mooi, maar in een van beide landen wordt wel hevig gevochten. Hoe groot is het gevaar dat dit geweld overslaat naar Noord-Sudan? Heeft het wellicht ook gevolgen voor migratiestromen, niet alleen van vluchtelingen maar ook van verliezende strijders? Is het mogelijk dat ook zij hun heil elders gaan zoeken?
Wij moeten ons goed bewust zijn van deze risico’s en spanningen wanneer wij besluiten tot verlenging van de missie en wij onze Nederlandse dames en heren opnieuw naar dit gebied uitzenden. Deze risico’s en spanningen onderstrepen tegelijkertijd natuurlijk ook het belang van deze missie en dit besluit.
Deel dit bericht: