Aidsbestrijding en Sexuele rechten - Hoofdinhoud
Afgelopen woensdag debatteerde de kamer naar aanleiding van de reactie van Staatssecretaris Ben Knapen op de door de kamer aangenomen motie Dijkhoff/Ferrier over koppeling en prioriteit van Sexuele en Reproductieve gezondheidsrechten en bestrijding en preventie van HIV/Aids.
Hieronder het standpunt van de VVD:
Bestrijding en preventie van HIV/Aids en bevordering van Sexuele en Reproductieve gezondheidsrechten (SRGR) zijn voor de VVD onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit geldt ook voor de meeste organisaties actief op dit gebied.
De discussie over de ontkoppeling die de staatssecretaris voorstelde en de ongewenstheid daarvan begint langzamerhand een beetje flauw te worden. Eerst de aankondiging van de ontkoppeling. Dan tijdens het begrotingsdebat enerzijds de erkenning dat ontkoppeling praktisch bijna niet kan, vooral bij multilateralen, maar niet de bereidheid die ontkoppeling ongedaan te maken. Dan een motie waarin de kamer opdraagt de ontkoppeling ongedaan te maken.
En dan krijgen we nu een brief die redelijk slordig is.
Zowel qua vorm als inhoud. Het is natuurlijk geen halszaak, maar het zegt iets over het gebrek aan aandacht en serieus nemen van het thema. HIV staat kennelijk ook letterlijk niet meer met hoofdletters geschreven.
In de brief stelt de Staatssecretaris dat er van ontkoppeling zoals in de aangenomen motie wordt gesteld geen sprake is. We zullen toen wel achterlijk zijn geweest toen we de motie indienden dan. En ik ben het dan kennelijk nu ook als ik het verslag van het debat teruglees waarin de Stas uitlegt hoe hij die ontkoppeling ziet. Die er dan nu blijkens deze brief nooit geweest is.
Het is goed om te zien dat er een stevige reeks aan beleidsmaatregelen genoemd kan worden waarin NEderland zich inzet op het gebied van SRGR en bestrijding en preventie van HIV/Aids. Het gaat er alleen ook om dat de kamer er op kan rekenen dat dit met verve wordt aangepakt. Wat dat betreft werkt de vorm in dit geval storend op de inhoud.
Zo is het terecht dat de Staatssecretaris wijst op de moeizaamheid van het bewerkstelligen van gedragsverandering. Maar het is wel ongelukkig dat de Staatssecretaris de complexiteit van gedragsverandering omtrent HIV-preventie, vergelijkt met de moeizame gedragsverandering van rokers om te stoppen met hun gewoonte. Alsof HIV-geïnfecteerden zelf verslaafd zijn aan het telkens oplopen van HIV.
In algemene zin gaat het er vooral om dat de Staatssecretaris uitstraalt SRGR en HIV/Aids als onlosmakelijke prioriteit te zien en dit waar te maken. Over een paar weken doet zich daarvoor een mooie gelegenheid voor bij de VN bij de UNGASS-bijeenkomst. Graag hoor ik van de Staatssecretaris hoe hij dat vorm wil geven en met verve van deze gekoppelde punten werk wil maken.
Tot slot het meest verwarrende punt. In de oorspronkelijke plannen was er de ontkoppeling waarbij SRGR priorieit bleef en HIV/Aids niet.
De kamer nam daarna een motie aan om de ontkoppeling ongedaan te maken.
In deze brief die we nu bespreken wordt de ontkoppeling ongedaan gemaakt en ontkend tegelijk.
Als een prioriteit en posterioriteit weer aan elkaar gekoppeld worden, is niet meteen duidelijk wat het dan wordt.
In de focusbrief staat dat wel. Opvallend genoeg als posterioriteit.
Opvallend, want de motie die de kamer aannam hield daar al rekening mee en riep op om SRGR en HIV/Aids gekoppeld te houden en het gekoppelde geheel als beleidsprioriteit te hanteren.
En bij de schriftelijke vragen over de focusbrief naar de kwestie van prioriteit is het antwoord op zich bevestigend, maar de hele toelichting gaat over de integraliteit en koppeling, niet over de kwestie van prioriteit.
Kan de Staatssecretaris toelichten hoe dit zit? De VVD gaat uit van een misverstand en een volledige uitvoering van de motie. Ofwel: blijven SRGR en bestrijding en preventie van HIV/Aids niet alleen gekoppeld, maar ook prioriteit?
Deel dit bericht: