Europese begrotingssteun ontwikkelingslanden alleen onder strikte voorwaarden - Hoofdinhoud
Europese financiële steun voor de begroting van ontwikkelingslanden moet beter afgestemd worden op de doelen die ze zelf stellen. Voorwaarde is dat de nationale parlementen van de ontwikkelingslanden zelf democratische inspraak en controle hebben, zonder dat de EU zich daarmee bemoeit. GroenLinks-Europarlementariër Judith Sargentini is tevreden met dit advies, dat het Europees Parlement dinsdag gaf aan de Europese Commissie.
Bij begrotingssteun aan ontwikkelingslanden doneert de Europese Unie rechtstreeks aan de schatkist van ontwikkelingslanden. Dat is een makkelijke, maar onzekere manier van ontwikkelingshulp, constateert Sargentini. “De donorlanden hebben er relatief weinig omkijken naar maar daarmee is succes niet verzekerd. Activisten in ontwikkelingslanden vragen om inzicht in de uitgaven die het eigen land doet uit deze begrotingssteun.”
De Europese Commissie wil het aandeel van de begrotingssteun op de totale ontwikkelingshulp verhogen naar vijftig procent. Sargentini is daar niet over te spreken: “Als je een percentage vastlegt dan ga je niet meer uit van de behoefte, maar dan wordt het een streefcijfer zonder inhoud.” Landen die de steun nodig hebben en die voldoen aan de gestelde voorwaarden, moeten aanspraak kunnen maken, stelt Sargentini. “Maar tegelijkertijd moet de EU de ontvangende landen helpen met het opzetten van een adequaat belastingssysteem zodat regeringen op termijn hun eigen inkomsten kunnen genereren en de armoede in hun land kunnen bestrijden.”
Sargentini wil speciale aandacht voor olie- en mineraalrijke landen. Door het opzetten van duurzame mijnbouw kunnen zij makkelijk hun eigen ontwikkeling gaan financieren. “Daarom moeten we de discussie aangaan om geleidelijk minder in begrotingssteun te voorzien.”