Federal Reserve: rendement eigen woning mager

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op maandag 6 juni 2011, 15:04.

Huizenbezitters houden gemiddeld lang niet zoveel over aan hun investering als verondersteld en lopen zelfs een flinke kans op verlies, als ze hun aan- en verkoop niet goed timen. Dat concluderen de Economen Wenli Li (Federal Reserve) en Fang Yang (State University Ney York) in hun studie American Dream or American Obsession? The economic Benefits and Costs of Homeownership

Het Financieele Dagblad schrijft vandaag onder de kop ‘Huren wordt in de VS populaire noodzaak’ over ontwikkelingen op de Amerikaanse woningmarkt. Sinds de hypotheekcrisis (2006) groeit het aantal huurders met 700.000/jaar, het aandeel koop is gezakt van 70% naar 66% nu. Experts verwachten dat het aandeel komende tijd verder zal dalen.

De economen Li en Yang tonen in hun studie aan dat het gemiddeld rendement op koopwoningen tussen 1975 en 2009 lager lag dan dat op aandelen. Andere voordelen van huren zijn: geen groot vermogensrisico, mogelijkheid om geld anders productief te maken (bv. in opleiding), flexibiliteit (eenvoudiger verhuizen bij andere baan).

Ondanks dit wetenschappelijk advies geven de meeste Amerikanen -net als de meeste Nederlanders- nog steeds de voorkeur aan een koopwoning. Daar is wat mij betreft ook niets op tegen, als er sprake is van een keuze die gemaakt is op basis van goede kennis van de voor- en nadelen van beide opties. Helaas is daar nog steeds te weinig sprake van.