Soms zijn er van die momenten... - Hoofdinhoud
Soms zijn er van die gevallen waar je als volksvertegenwoordiger je machteloos door voelt vanwege de uitwerking van bepaalde wet- en regelgeving. Het is goed dat de politiek zich strak houdt aan wet- en regelgeving, maar dat is niet altijd zaligmakend. Want pas bij de toepassing in de praktijk komen wij er achter dat een aantal zaken toch anders geregeld hadden moeten worden, of anders uitpakken dan wij hadden verwacht.
Een recent voorbeeld waar ik weer tegenaan ben gelopen is de ‘Wet Poortwachter’. Volgens deze wet is de werkgever gedurende twee jaar bij ziekte van de werknemer verantwoordelijk om loon door te betalen, maar ook om te zoeken naar passende arbeid. Vaak gaat dit goed, maar er zijn gevallen bekend waar het niet goed gaat. Dat blijkt trouwens ook uit de resultaten van het evaluatieonderzoek van de wet begin 2006. Het komt voor dat werkgevers en werknemers in een conflictsituatie terecht komen, doordat zij geen overeenstemming kunnen bereiken over het re-integratietraject. Of doordat er een verschil van mening is over de betermelding van de werknemer. Ik ben situaties tegen gekomen waarbij iemand zich beter wilde melden, maar ziek werd gehouden, totdat de twee jaar om waren. Om vervolgens gedreigd te worden met ontslag.
Ik heb in een vorig debat aan de minister gevraagd hoe dat zat met de betermelding en kreeg als antwoord dat mensen soms van zichzelf denken dat zij gezond zijn, maar het niet zijn. Naar mijn gevoel een curieuze opmerking, die geen enkele wetenschappelijke onderbouwing heeft. Wanneer er sprake is van een conflictsituatie hebben werknemers en werkgevers de mogelijkheid om een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV. Dit deskundigenoordeel is niet bindend en is ook geen advies. Het rijk financiert een gedeelte hiervan, maar werkgever en werknemers moeten een bijdrage betalen bij aanvraag. Het blijkt echter dat 60% van de deskundigenoordelen niet worden besproken tussen de werknemers en werkgevers. Met als gevolg dat de conflictsituatie blijft bestaan en belastinggeld verloren gaat.
Ik ken gevallen van mensen die zogenaamd ziek thuis zitten en graag willen werken, maar die niet mogen van hun werkgevers. Die op basis van een deskundigenoordeel gelijk krijgen, maar dat de werkgever dit gewoon naast zich neerlegt. Even de twee jaar uitzingen, dan wordt het mogelijk om de werknemer te ontslaan zullen zij wel denken. Dat gaat echter niet zo gemakkelijk en resulteert vaak in intensieve rechtszaken waar werknemers tegen opzien.
Vandaag heb ik naar aanleiding van een Algemeen Overleg over de WIA van een aantal weken geleden, twee moties ingediend om de regering aan te moedigen de impasse in conflictsituaties te doorbreken. Mede door het feit dat het ook hierbij gaat om belastinggeld dat niet het nodige rendement oplevert. Beide moties werden ontraden met het argument dat het hierbij gaat om een zaak tussen werkgevers en de werknemers. Formeel gezien heeft de staatssecretaris gelijk, maar op mijn vraag wat er dan wel gedaan kan worden om een dergelijke werknemer tegemoet te komen, kreeg ik weer als antwoord dat de regering hier niet overgaat. Dit lijkt wel struisvogelpolitiek. Ik kan moeilijk mijn hoofd in het zand steken en maar denken dat het probleem zich vanzelf oplost. Ik laat het hier niet bij zitten. Want enerzijds zegt het kabinet dat iedereen die arbeidsvermogen heeft, moet kunnen werken en anderzijds hebben wij een wet, die bij verkeerd gebruik mensen 2 jaar lang buiten het arbeidsproces laat vallen. Dat moeten wij niet willen. Ik zal daarom actie ondernemen om te kijken op welke manier de mogelijke mazen in de wet gedicht kunnen worden.
Deze wet is sinds 2000 ingevoerd en ik wil graag weten of de uitvoeringspraktijk er beter op is geworden ten opzichte van 2006. Daarvoor wil ik nauw gaan samenwerken met maatschappelijke organisaties. De ChristenUnie is een voorstander dat mensen assertief zijn en vindt dat zij voor zichzelf moeten opkomen en hun eigen verantwoordelijkheid moeten dragen. Maar waar zij vastlopen, moet de politiek ingrijpen. Dat zie ik als de verantwoordelijkheid van een volksvertegenwoordiger.