De Flight Simulator voor de medische wereld

Met dank overgenomen van P.F.C. (Paulus) Jansen i, gepubliceerd op maandag 18 april 2011, 23:04.

Zo omschrijft Joao Mena de Matos van het European Design Centre het MedSim simulatiecentrum voor verloskunde, dat zijn bedrijf ontwikkelde samen met de TU Eindhoven en het Máxima medisch centrum (MMC) In Veldhoven. De zeer realistische oefenomgeving maakt het mogelijk om de interactie tussen alle teamleden in stressvolle situaties te oefenen en te evalueren.

Volgens Guid Oei, gynaecoloog van het MMC, een van de initiatiefnemers van het project, worden de meeste fouten in de gezondheidszorg gemaakt door gebrekkige communicatie. Het simulatiecentrum beschikt over een verloskamer, een ruimte voor thuisbevallingen, een neonatale intensive care unit en een regieruimte van waaruit de simulaties begeleid worden.

Bij de simulaties wordt gebruik gemaakt van modellen van moeder en kind (“poppen”) waarin alle mogelijke technologie is ingebouwd die de simulatie ondersteund. Zo kunnen de modellen ademen, maar daar ook mee stoppen. Ook kan er een hartstilstand optreden, hoge bloeddruk of andere verschijnselen die zich real life ook voor kunnen doen.

Misschien lijkt het tamelijk suf om op poppen te oefenen, maar ik kan je verzekeren dat de werkelijkheid bedrieglijk goed wordt nagebootst. De simulatie wordt ingeleid door een briefing van drie minuten, waarin de voorgeschiedenis van een casus zich via een video in sneltreinvaart ontwikkeld. In ons geval een zwangere vrouw die een verkeersongeluk krijgt.

Direct daarna doet iedereen zijn werkkleding en handschoenen aan, waarna de deur van de verloskamer open gaat en de simulatie begint. Die duurt ongeveer een kwartier. Alles wordt vastgelegd op video en na afloop geëvalueerd. Na afloop stond bij Sharon en mij het zweet in de handen. Alleen Ineke Palm bleef ijzingwekkend kalm, daar is zo te zien een goede gynaecoloog aan verloren gegaan.

Het bezoek maakte duidelijk hoe groot het potentieel van simulatietechnieken is voor de medische sector. De samenwerking tussen de technici (in dit geval de TUE) en de zorgverleners leidt tot veel meer realiteit in de simulatie, waardoor het leereffect veel groter is.