Schriftelijke inbreng wijziging Drank- en Horecawet

Met dank overgenomen van L.Th. (Lea) Bouwmeester i, gepubliceerd op donderdag 17 maart 2011.

17 maart 2011 - Het Kabinet wil met de wijziging van de Drank- en Horecawet kinderen heel hard straffen, terwijl de straffen voor verkoper van alcohol aan kinderen soepeler wordt. Hier zijn wij het absoluut niet mee eens. Zou de strafverhoging dan niet gelijk op moeten gaan? En hoe te handhaven?

De PvdA is altijd een voorstander geweest van een combinatie van maatregelen. Gericht op eerst verantwoordelijken: ouder en kind, maar ook verstrekker van alcohol. De combi van 3:

1: Preventie: voorlichting aan ouder en kind, zodat ouder kind in de hand weet te houden en weerbaar maakt

2: Strenge regels en die handhaven: gericht op kind én verkoper

3: Zorg als een kind teveel heeft gedronken, om kind beter te maken en herhaling te voorkomen (kinder alcoholpoli)

Helaas bezuinigd dit Kabinet preventie weg en daarmee voorkomen dat kinderen alcohol bezitten en drinken. De straf voor jeugd wordt heel hoog en de straf voor verkoper (die ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft) wordt verlaagd. Dat terwijl kinderen de alcohol overal makkelijk kunnen kopen. Lijkt ons niet de goede manier om zuipen van kinderen tegen te gaan.

Eerder deed deed de PvdA voorstellen: lees ' niet comazuipen, maar cola drinken' (link toevoegen)

Hieronder vindt u de reactie (schriftelijke inbreng) van de PvdA op de wetswijziging. Onderaan de pagina een link naar de wet.

De schriftelijke inbreng van 17 maart 2011:

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met belangstelling kennis genomen van de nota van wijziging van het wetsvoorstel wijziging van de Drank- en Horecawet. Alleen een combinatie van maatregelen zal het overmatig alcoholgebruik doen afnemen. De PvdA neemt al jaren initiatieven om de preventie, strenge regels en handhaving op het gebied van minderjarig alcoholgebruik te verbeteren.. En heeft daarom in juli 2007 het actieplan ‘niet comazuipen, maar cola drinken’. De leden van de PvdA zijn verheugd dat een aantal van onze voorstellen in de wet zijn opgenomen, maar de leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben nog enkele aanvullende vragen en opmerkingen over de nota van wijziging.

De minister geeft aan jongeren actief weerbaar te willen maken tegen dagelijkse verleidingen en daarom in te zetten op leefstijlbrede interventies die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren. De PvdA is het hier helemaal mee eens, maar de PvdA vindt dit voornemen moeilijk te rijmen met het feit dat sterk wordt bezuinigd op het preventiebudget. Welke concrete acties neemt dit kabinet om de kennis en vaardigheden van jongeren te vergroten? Welke acties worden er ondernomen om de verantwoordelijkheid van ouders en ouderen bij het ontmoedigen van alcoholgebruik vorm te geven? Hoe gaat u ouders ondersteunen, zodat ze hu kind in de hand kunnen houden? Het is vaak geen onwil, maar onkunde. Kunt u een ‘best practice’-lijst van geven van gemeenten die op het gebied van alcohol preventiebeleid voeren, uit welke maatregelen dit bestaat, en wat de effecten zijn? Het vorige Kabinet heeft de PvdA toegezegd een lijst bij te houden welke gemeente wel en niet actief preventiebeleid voeren. Is deze lijst er al?

De PvdA fractie ziet dat de minister naast preventie-inspanningen ook kiest voor strengere regelgeving voor jongeren onder de 16 jaar en alcohol. Dat de strafbaarstelling van het aanwezig hebben van alcoholhoudende drank onder de 16 jaar wordt uitgebreid, heeft onze instemming en was een PvdA voorstel, maar uitbreiding van strafbaarstelling naar bezit naar voor het publieke toegankelijke plaatsen, waaronder de supermarkt, het café en de slijterij roept vragen op. De straffen voor jongeren worden verzwaard, gelijktijdig verwijdert de minister de verplichte sanctie die een detailhandelaar zou krijgen als die drie maal per jaar drank verkoopt aan jonge klanten uit het voorstel (‘three strikes you’re out’). Het wordt nu een heel vrijblijvende mogelijkheid. Komt het zwaartepunt van de wet zo niet te veel op het minderjarige kind te liggen, terwijl de verstrekkers steeds meer buiten schot blijven? Zou het niet logischer zijn de sancties voor verstrekker en jongere onder de 16 jaar parallel aan elkaar te verzwaren? Gaat het ‘three strikes you’re out’-principe ook gelden voor het café en de slijterij? Zou het niet vreemd zijn als een minderjarige met alcohol in een kroeg strafbaar is, maar de verstrekkende kroegbaas niet extra bestraft wordt?

De PvdA fractie heeft bedenkingen bij de kracht van de handhaving, welke naar gemeenten verschuift. De afgelopen jaren bleek gebrek aan handhaving en daarmee pakkans, de zwakste schakel. Hoe moeten gemeenten de handhaving uitvoeren? Komen hier extra financiële middelen in het gemeentebudget voor beschikbaar? Zullen er controleurs van de VWa naar de gemeenten worden overgeheveld? Hoe gaat u zorgen voor een reële pakkans die een afschrikwekkende werking heeft? Wat is de pakkans voor verstrekkers en gebruikers? Wie wordt er aanspreekbaar op de handhaving lokaal en komt er landelijk toezicht? Worden boetes- en nalevingcijfers landelijk geregistreerd? Zorgt de uitbreiding naar ‘voor het publiek toegankelijke plaatsen’ er voor dat ook ‘zuipketen’ kunnen worden beboet of gesloten? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

De strafmaat voor een jongere die alcohol aanwezig heeft is nog onduidelijk. Welke sanctie wordt er precies opgelegd en wie is bevoegd die sanctie op te leggen, de politie of de controleur van de gemeente? Is een verplichte alcoholcursus onderdeel van de strafmaat? Dezelfde onduidelijkheid bestaat voor de sanctie voor de verstrekker. Op basis van het ‘three strikes you’re out’ mag de burgemeester nu zelf kiezen of hij de zwaarste sanctie, namelijk sluiting van de supermarkt, oplegt. De PvdA voorziet dat het ‘three strikes you’re out’-principe zo een papier tijger wordt. Waarom kiest de minister in een zaak van volksgezondheid voor vrijblijvendheid en niet voor eenduidigheid van strikte regelgeving? Zijn supermarkten en burgemeesters niet juist gebaat bij eenduidig beleid omdat er zo geen juridische ruimte voor claims zal bestaan?

Eerder was het niet mogelijk de strafbaarstelling op ‘openbare weg’ naar de ‘publiek toegankelijke ruimte’ uit te breiden omdat er dan in horecagelegenheden en detailhandels sprake zou zijn van een ‘duo delict’. Zowel koper als verstrekkers zouden verdachte zijn en zich kunnen beroepen op het zwijgrecht. In die situatie zou het te gecompliceerd zijn om het bewijs rond te krijgen. Waarom kan die uitbreiding nu wel? Indien een jongere onder de 16 jaar met alcohol in de publieke ruimte wordt aangetrokken en duidelijk is wie de verstrekker van het product is, bijvoorbeeld door een kassabon, zullen er dan ook stappen naar de verstrekker worden ondernomen? Of moet de verkoop op heterdaad worden betrapt? Op wie moet de controleur zich primair richten?

Momenteel is er een verbod op alcoholreclame op radio en televisie tot 21.00 uur ’s avonds. De PvdA fractie vraagt zich af of dit verbod het gewenste effect, namelijk een lager bereik van minderjarigen door de alcoholreclame, is bereikt? Kunt u aangeven hoeveel jongeren na 21.00 uur nog bereikt worden door deze reclame? Indien dit grote aantallen zijn, bent u dan van plan de reclamerestrictie uit te breiden naar een later tijdstip met het doel de minderjarigen beter te beschermen? Zijn de alcoholadverteerders nu gebruik gaan maken van andere soorten media zoals bioscoop en internet om voor hun product te adverteren? Zo, ja bent u van plan de Mediawet uit te breiden naar ander typen media?

GGD Nederland pleit voor de invoering van een ‘kanskaart’-beleid in alle gemeenten. Jongeren onder de 16 jaar ontvangen momenteel in diverse gemeenten een kanskaart en moeten een leerstraf over alcoholmisbruik doen waar hun ouders of verzorgers bij worden betrokken. GGD Nederland denkt dat dit een goede mogelijkheid is de weerbaarheid van jongeren, voordat zij in contact komen alcohol, te vergroten. Is de minister bereid in te zetten op deze vorm van weerbaarheidvergroting?

De PvdA fractie heeft eerder aangedrongen op de mogelijkheid om stappende jongen aan een blaastest te kunnen werpen. Zodat een middel ontstaat in te grijpen, voordat een kind dronken omvalt of narigheid veroorzaakt. Hier bestond een Kamermeerderheid voor en heeft de steun van de Raad van Hoofdcommissarissen. Op dit moment is het wettelijk enkel mogelijk in het verkeer een blaastest af te nemen. Jongeren worden anders dronken dan volwassen en de politie wil dit graag kunnen vaststellen om gezondheidsschade, overlast, geweld en vernieling tegen te voorkomen. Dit is in lijn met dit wetsvoorstel. Gaat de minister de juridische mogelijkheden voor deze blaastest voorbereiden?

Links