Brief aan minister Hillen - Hoofdinhoud
Geachte minister Hillen,
Vorige maand stelde de Kamer u vragen over een artikel in de Volkskrant over integriteitschendingen bij de Defensie Materieel Organisatie in Den Haag. Op de vraag of er meer van zulke gevallen zijn antwoordde u stellig: nee. Maar zaterdag 5 maart publiceerde de Volkskrant een artikel over nieuwe integriteitschendingen. Dit keer bij Defensie Materieel Organisatie in Den Helder.
Het debat van woensdag 9 maart was een moeilijk debat voor u. En terecht. Of u nu wist van de andere gevallen of niet, u heeft een probleem. Een probleem met de Kamer die onjuist is geïnformeerd. Of een probleem met uw ambtelijke top die uw gezag niet accepteert.
U zei van niets te weten en dat uw top de andere gevallen "vergeten" was, maar dat dit niet betekent dat zij het "onder de pet probeerden te vegen". Ik begrijp uw reactie. U wilt voor uw mensen staan, u wilt het imago van defensie beschermen. Maar, minister, ziet u dan niet dat u slechts voor twee van uw mensen bent gaan staan en al uw ander personeel in de kou zet? En ziet u niet dat u juist degene bent die het imago van defensie schade berokkent door berichten in de media over integriteitschendingen niet vóór te zijn? Wellicht kunt u deze twee vragen niet helemaal volgen. Laat ik ze toelichten.
Leidinggevenden en zeker bij defensie, zijn meer dan een voorbeeld voor andere medewerkers. Als een leider zich open, eerlijk, niet conflictmijdend, oprecht, integer, rechtvaardig, niet angstig gedraagt en zich kwetsbaar durft op te stellen, dan volgen zijn mensen. En daarmee komt een cultuur binnen de organisatie tot stand, waarin die eigenschappen gemeengoed zijn. Leidinggevenden in alle lagen van de organisatie, zo ook uw secretaris-generaal en directeur defensie materieel organisatie bepalen de cultuur binnen defensie. Ik geloof u als u zegt dat de twee topambtenaren “niets onder de pet probeerden te vegen”. Aan u om te bepalen welk van de genoemde eigenschappen ontbrak en ontbreekt binnen uw organisatie. Als ik u één advies mag geven, neem geen genoegen met half werk, alle militairen en burgers die bij defensie werken verdienen leiders die alle genoemde eigenschappen machtig zijn.
U heeft mij woensdag zwaar teleurgesteld omdat u als politiek leider niet heeft aangetoond alle eigenschappen te bezitten. Maar ik geef u het voordeel van de twijfel: u bezit ze wel, maar ze kwamen niet uit de verf, omdat u persoonlijk niet overtuigd bent dat in bepaalde onderdelen van defensie meer aan de hand is. Dat brengt mij bij mijn tweede vraag.
Als er meer onderdelen binnen defensie zijn waar diefstal, machtsmisbruik, illegaal verkoop materieel, ongeoorloofde afwezigheid etc. voorkomt, dan is er een patroon. Dan is er meer aan de hand. En begrijpt u mij niet verkeerd, als geen ander weet ik dat defensie een bijzondere organisatie is waar integere militairen en burgers werken en dat dit soort misstanden uitzonderingen zijn. Maar de misstanden zijn geen “incidenten”. Iedereen en niet in de laatste plaats het personeel van defensie heeft baat bij een grondig onderzoek om te weten hoe dit soort dingen kunnen gebeuren en om dit echt aan te pakken. De tijd dat de defensietop dit zelf kan onderzoeken en aanpakken, is voorbij. Als zelfs u ontkent dat er meer aan de hand is, dan weet ik wat er uit een nieuw intern onderzoek onder leiding van een generaal buiten dienst gaat opbrengen. Een onafhankelijk onderzoek door de Algemene Rekenkamer waarbij de Kamer betrokken wordt, is belangrijk ook omdat hierdoor krantenartikelen niet meer leidend zijn. Juist het bagatelliseren van wat er aan de hand is, zorgt ervoor dat klokkenluiders de kranten bellen en het imago van defensie als geheel geschaad wordt.
De media hebben daarmee de leiding en niet u noch uw ambtelijke top. En juist wat u zegt te willen voorkomen gebeurt: het imago van defensie wordt geschaad. In het laatste artikel over CAMS Force Vision werd er over de Marine geschreven, alsof heel de Marine niet zou deugen. Dit wilt u voorkomen en ik ook. En laat ik het eens omdraaien: als het incidenten zijn, dan kan een onafhankelijk onderzoek dit aantonen en dan bent u en defensie met u voor eens en voor altijd af van die krantenkoppen.
Minister, ik geloof niet dat het incidenten zijn. De gevallen die bekend zijn vertonen overeenkomsten. Dat betekent niet dat de gehele defensieorganisatie niet deugt of dat alle militairen en burgers die bij defensie werken niet deugen.
Mijn fractie roept u op, minister Hillen, gooi de ramen en deuren van defensie open. Een echt onafhankelijk onderzoek, niet om weer nieuwe regels te verzinnen, maar door openheid te bereiken. Openheid verandert de houding van mensen. Openheid verandert het gedrag van mensen. En openheid zorgt er ook voor dat defensie het imago krijgt dat het verdient.
Hoogachtend,
Wassila Hachchi
D66-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal